IBerfgfeim.
van antwoord op de troonrede gelezen. Bezield met vurige j
liefde voor het waarachtig heil van het land hunner inwo
ning vond de vaderlandslievenderondborstige taal van dat
adres weerklank in hunne harten. Alleen "Volksvertegenwoor
digers, als gij mijne Heerendoor üe vrije keuze der natie
geroepen, konden zoo in den geest der natie zelve spreken.
Met leedwezen en smarte dan ook hebben zij gezien, dat
bet ministerie den goeden weg, dien het had ingeslagen
schijnt te willen verlaten, en daardoor de verwachting, die
de natie teregt koestert van de mannen waaruit het mek
edele bedoelingen is te zamengesteld bitter teleurstelt.
Wat toch konde de natie anders van dat ministerie vei-
wachtendan dal het volgens eigené belofte eindelijk den
jaren lang te vergeefs, maar niettemin billijk gekoesterden
wensch naar bezuiniging en vereenvoudiging zoude vervullen,
op eene wijze, die toonde, dat het, zonder acht te slaan op
personen of rangen eenig en alleen in het welbegrepen be
lang des lands van de vrijgevige bepalingen der nieuwe grond
wet gebruik wilde maken.
In weerwil van die belofte, heeft het aan Ulieden wets
ontwerpen voorgedragen, waarvan één het vermogen, een
ander de politieke vrijheid der ingezetenen bedreigde; wets
ontwerpen, strijdig met den geest der natie, strijdig met den
geest der grondwet, strijdig met de jaren lang onvervuld ge-
blevene beloften van verbetering en bezuiniging, terwijl het
zich niet ontzien heeft, onder weinig afdoende middelen van
bezuiniging te gewagen van beknibbeling op het lager onder
wijs en zelfs van opheffing van eeneof meer onzer hoogescholen.
Zullen dan die woorden: verbetering en bezuiniging, mijne
Heeren, in Nederland ijdcle klanken zijn en blijven? zullen
dan de beloftendoor de Regering zoo herhaaldelijk aan de
natie gedaan, nimmer worden vervuld?
Neen, mijne Heeren, het moge dan waar zijn, dat het mi
nisterie de verwachting der natie te leur stelt; wij houden
ons overtuigd, dat gijlieden U het vertrouwen Uwer zenders
volkomen waardig zult blijven toonenen getrouw aan de
woorden in uw adres van antwoord gesproken, in de over
tuiging, dat de moeijëlijkhedendie Neêi lands financiële toe
stand aanbiedt, slechts door herziening en verbetering van
de stelsels van uitgaaf en belasting kunnen worden te boven
gekomen, uwen veelvermogendcn invloed zult bezigen, om
die middelen krachtdadig aan te wenden.
Zoo ooit, dan is het thans tijd, op verbetering en wezent-
lijke bezuiniging aan te dringen.
Yclen onzer hebben zich vroeger niet kunnen vereenigen
met het denkbeeld, om van de zijde der natie op cene ver
mindering van het inkomen der Kroon aan te dringen; thans
echternu de grondwet zelve en de veranderde omstandighe
den daartoe aanleiding gevenvermeenen de ondergeteekenden
in ernstige overweging te mogen geven om het inkomen dei-
kroon te regelen in evenredigheid met dat van andere ge
kroonde hoofden en met de populatie van Nederlandopdat
door deze bezuiniging, gevolgd van veie andere, der natie
blijke, dat het der Regering ernst is met het verbeteren van
het stelsel van uitgaaf.
Wij willen ons niet vermeten, Mijne Heeren, ulieden op
te sommen, waar nog meer belangrijke bezuinigingen zullen
kunnen worden bewerkstelligd, wij achten die taak veilig
aan ulieden toevertrouwd, maar ons eeniglijk bepalen bij
ulieder verklaring, dat de offers, die men van de natie
vraagt, leregl gevraagdnaar behooren verdeeld, en doeltref
fend besleed moeten worden.
Wij wenden ons daarom lot u, Mijne Heeren, met gepaste
vrijmoedigheid, met het ernstige verzoek, dat het ulieden
moge behagen de bovenbedoelde u aangebodene wetsontwer
pen niet aan te nemen, maar veeleer-door andere voor de
natie minder drukkende en meer liberale maatregelen in het
bestaande te kort te voorzien en het regt van vereeniging en
vergadering te regelenverder door doortastende en afdoende
maatregelen van bezuiniging, verbetering en vereenvoudiging
in alle takken van bestuur zonder aanzien van personen of
rangen, de moeijelijkbeden van onzen financiëlen toestand
weg te nemen, en door uwen veelvermogenden invloed de
politieke vrijheid der ingezetenen te handhaven en te be
schermen, en in allen gevalle te waken, dat nimmer aan de
zedelijke en wetenschappelijke ontwikkeling der natie worde
te kort gedaan. t Welk doende"
Groningen21 April 1849.
Het tweede strekt insgelijks om de 2de kamer te verzoeken
»bij de aanstaande regeling van het inkomen des Uonings,
hetzelve te willen vaststellen op een bedrag, overeenkomstig
met en geévenredigd aan de behoeften van het onder belasting
gebukte vaderland."
Mogt de volksgeest zoo meer en meer opgewekt worden en
deze voorbeelden alom navolging vinden.
Groningen26 April. Gisteren zijn hier 24 landverhuizers
doorgetrokkenom per scheepsgelegenheid naar Rotterdam
te vertrekken, en van daar verder naar Amerika te reizen.
Meer dan 20 van hen zijn uit de gemeente Nieuwe Pekela
afkomstig; de overigen uit de gemeente Winschoten. Er be
vinden zich welgestelde landbouwers, waarvan een reeds den
ouderdom van 60 jaren bereikt heeft, goede aibeiders en
bekwame ambachtslieden onder, welke gezamenlijk over een
tamelijk kapitaal kunnen beschikken.
Uit Vriesland gaat de met roem benende landbouwer
Worp van Peyma broeder der orde van den Nederl. Leeuw
met een paar honderd landverhuizers naar Noord-Amerika.
Onder hen zijn een aantal gegoeden, niet wier hulp <e ove
rige minder bedeelden Nederland de hakken kunnen laten zien.
Uit Rotterdam wordt gemeld dat 't aanbrenggeld vooi
landverhuizers, hetwelk thans per kop wordt uitbetaald, is
voor den weg over Londen naar Amerika f 3, over Havre
f 1 en direct f 2.
Wat moet er toch noodwendig van ons land worden a s
de ondernemendste cn schranderste burgers zoo in toenemende
massa het land verlaten? Hoe kan op den duur de steeds
minder en minder wordende nijvere stand de grooten en de
armen, en het heirleger ambtenaren, onderhouden? Is t niet
onbegrijpelijk dat men dit niet schijnt te willen inzien en
den druk der belastingenwaaronder de burger te gronde
gaat en die hem 't land uitdrijft, opheft? Arm vaderland!
ellendige, lafhartige natie!
Arnhem18 April. Eergisteren nacht kwam een kaste
lein, die den avond te voren zijne vrouw had gezegd dien
nacht en den volgenden dag niet te huis te komen onver
wachts te huis, en bevond dat zijne vrouw intusschen door
eenen sergeant van het garnizoen getroost werd terwijl zijns
vrouws zuster in de armen van eenen fourier van de ver-
moeijenissen des daags uitrustte. De man begreep geen éciat
te moeten maken maar joeg de twee ongenoodigde vrienden
in hunne hemden de deur uitin welk luchtig gewaad zij
naar hunne kaserncn retoui*neerden.
De Koning van Lucknow zoekt eene gemalin met 6 millioen. Een
oniieracljudaut tier Amsterdanische Schutterij heelt verklaard zijn laatsten
droppel bloed voor het huis van Oranje over te hqbben. Bloed wordt
thans echter niet gevraagd, maar geld! Ook een Vink en v. Someren
hebben den dood des konings bezongen en slechts een bedankje ontvan
gen. In Engeland is eene machine uitgevonden, waarmede in één
dag zooveel katoen kan gedrukt worden als noodig is om 30,000 dames
van bleeding te voorzien. Of nu de bontjes ook goedkoop zullen wot-
den. Men zegt dat de 25,000, vroeger aan het Journal de la Have
ten koste gelegd, thans besteed worden om de groote Nederlandsche
bladen te helooncn voor hun onvermoeiden ijver om het Nederlandsche
volk in eene goede stemming te brengen en te houden. In de Socië
teit Thalia te 's üage is bij de opvoering van la Reine de Chypre her
dacht aan wijlen Z. M. Willem II, gevolgd door Robert le biablela
Juive enz. Welk cene combinatie! In Wurtemberg zijn de zakeri
ook deerlijk in de war. Er zou zelfs op den koning geschoten zijn, en
deze zijn heil in de vlugt gezocht hebben. De koningen schijnen maar
niet te kunnen begrijpen, dat het volk niet langer gezind is zich voor
de gratie Gods te laten opofferen. De Dresdensche dames schijnen het
principe der democratie (volksheerschappij) meer te huldigen, en zijn
bezig eene democratische vereeniging te vormen. Te Rotterdam is
cene nieuwe gereformeerde kerk ingewijd. De koning van Pruissen
heeft nog ecnige dagen uitstel verzocht om bepaald omtrent de keizers
kroon te antwoorden. Te Berlijn liep het gerucht dat hij van den
Pi uissischen troon afstand wilde doen. Een batailjon van het Luxem-
burgsche contingent heeft bevel gekregen naar Sleeswijk-Holstein op te
rukken Dc Nederlandsche betrekkingen met Duitsctiland worden met
den dag ingewikkelder en duisterder. Ol zelfs onze Ministers er een
goed einde aan zien, zouden wij durven betwijfelen. Mogten ook in dit
opzigt de leden der 2e kamer niet vergeten, dat zij niet naar 's lands
vergadering zijn gezonden als aspirant ridders, commandeurs, groot
kruizen, noch boodsch'aploopersmaar als moedige ca eerlijke mannen
om het heil des lands te verwerven. De Oostenrijkers krijgenniette
genstaande hunne snorkende legerberigtenongemakkelijk slaag van de
Hongaren. De Tvomcinsche republiek verkeert in een waggelenden toe
stand; de Toskaansche is overleden. Te Hasselt is een zoo vette os
geslagt, als bij nienschengeheugen. De uitzigten op den oogst zijn
niet gunstig. Men voorspelt reeds een misgewas der boomvruchten.
Het schadelijk-gedierte heeft veel te lijden gehad. Ook het getal con
troleurs staat verminderd te worden. Het verbod om rood te dragen
wordt te Weeneo zoo streng gehandhaafddat zelfs dienstmeiden worden
aangehouden, omdat zij roode kralen of roode doeken dragen. De En-
gelsche bezoekers in Frankrijk hebben op een bezoek bij den prefect der
Seine ziel. als kordate gasten- betoond. Met l.un 300 bobben ze 8000
glazen punch en 800 flesscticn champagne gedronken. Ons ministerie
beeft weer een schitterend nederlaagje behaald, ten opzigle van liet regt
der 2e kamer om haren griffier enz. le benoemen. Het raakt er zoo
allengskens aan gewoon; dit verhindert cchler niet zich aan de porte
feuilles te cramponneren. - De stad Goes trekt juist zooveel geld van
de leenbank als zij uilgeeft voor de Latijnsche school. Dc heerenzoons
leeren er dus latijn op bosten der armen. Te Rotterdam zijn valsche
vijfguldenstukjes in omloop.
WATERHOOGTE te DEVENTER, 's morgens 8 ure.
22 April 27 palm 9 duim.
23 - 28 2
24 28 3
25 28 0
26 April 27 palm 5 duim.
27 27 5
MARKTPRIJZEN te ZWOLLE, 27 April 1849.
TARWE f 8.00 4 f 8.75. ROGGE f 4.00 4 f 4.65. BOEK
WEIT f 4.00 4 f 4.60. GERST f 3.70 4 f 4.10. HAVER f 2.70
4 f 3.10. AARDAPPELEN f 1.50 a 2.40. BOONEN f 5.25 a
f 5.60. BOTER n. p. f 0.50 4 f 0.70, Va 1™ f 12.25 a f 12.75.