NIEUWS- EN ADVERTENTIE-BLAD. 28 April 1848. nr. 17. doze goede tiaaaia. KALEIDOSKOOP. ZWOLLE. DEVENTER. Dit blad verschijnt geregeld alle Zaturdagen. De Prijs van bet obonnement is voor Zwolle, Deventer, Zulphen en Apeldoorn 73 cent in de drie maanden; overal elders franco per post8T/2cent. Alle post kantoren nemen bestellingen aan. De prijs dor AdvertentUn is van één tot vijf regels gO cent, en 10 cent voor eiken meerderen regel, be halve 53cent zegelregt bij iedere plaatsing. 7.1 S PHEN, APELDOORN. De AdverteDtiSn moeten vóór Vrijdag middag vier uur ter Drukkerij te Deventer zijn ingezonden. Alle toezendingen Yoor dit blad bestemd moeten franco geschieden, hetzij door bemfddeling der Post kantoren, of te Zwolle bij W. E. J. Tjeenk Willink; Deventer, ATer GukneZulphen, J. H. Mellink; ApeldoornB. Gunning. Het Nederlandsche volk dat zoo gelukkig had kunnen zijn met Oranje, wanneer het, gedachtig aan de waardigheid en den p'igt van een vrij volk zich in zaken van regering steeds had op de hoogte gehouden en waar het noodig was, zich had doen gelden, is er nu regt ongelukkig mede, daar het alles aan de Regering overliet, en met het regt van mede te spreken zelfs dat van inzage en kennis der staatsbelangen uit de handen liet glijden'. Wij willen hier al het leed niet uit eenzetten 't welk wij ten gevolge van ons laakbaar vertrou wen ondergaan hebben of nog dagelijks gevoelen de rampen en opofferingen voor eene zaak, wel van het regerend stam huis, maar lijnregt inloopcnde tegen de belangen van Neder land, van 1830 tot 1840 geleden, de schuldenlast, die ons drukt, en een belastingstelsel dat ons te gronde rigtde slechte inrigting van ons binnenlandsch bestuurdat door eene kost bare en omslagtige centralisatie alle zelfstandigheid uit gewes telijke en gemeentebesturen gebannen heeft; de belemmeringen en knevelarijen, welke de nijverheid bezwaren en kwellen, de concentratie van'den handel in de handelmaatschappijom de winsten voor eenige weinigen zoo groot, voor de natie zoo klein mogelijk te maken, en zooveel andere kwalen, die ons kwijnen doen; wij willen thans slechts herinneren hoe het ons ook schade heeft doen lijden aan onzen goeden naam en de indirektc voordeelen doet missen welke een goede dunk bij andere natiën verschaft. Want, hoezeer wij van onnadenkendheid en van nalatigheid omtrent de handelingen der Regering en 's lands hooge be langen niet zijn vrij te spreken, zoo is toch onze natie zoo ver Diet van ons voorgeslacht verbasterd, dat zij onverschillig zijn zou voor staatkundige vrijheid geen afkeer meer zou hebben voor onderdrukking, voor bevoorregting van enkelen, voor onbillijke aanmatigingen van vorsten cn magthebbenden dat zij geene sympathie gevoelen zou voor de pogingen van ten dien opzigte verongelijkte volken om hunnen toestand te verbeterendat zij niet met welgevallen het streven naar vooruitgang in staatkundige en verstandelijke vrijheid en ont wikkeling zou beschouwen. Hoe waar dit zijn moge, toch staan wij overal te boek als voorstanders van absolutisme en obscurantisme. Het huis van Oranje, behalve den behouds- zindie elk regerend huis van nature eigen is, daarenboven naauw verwant aan den representant van het absolutisme, den Russischen Czaar, en aan den aartsbehoudenden koning van Pruisen, sloot zich al spoedig aan bij die regeringen, welke het tot hare staatkunde maakten om Europazoo ver het mogelijk wasterug te voeren naar de middeleeuwen en elke poging tot vooruitgang met alle ten dienste staande middelen te onderdrukken. De natie liet der Regering vrij spel, en zoo doordrong deze hare diplomatie nget denzelfden geest, die haar bezielde, en steeds zag men de vertegenwoor digers van den Nederlandschen. staat, boe werkeloos en passief overigens, partij trekken tegen allen vooruitgang. Was het wonder, dat men dit der gansche natie aanrekende, en ze doodverwde als een troep effectenmakelaars, ongevoelig voor alle gewaarwordingen en neigingen die den menschelijken geest versieren en veredelen. Die rol, welke men onze diplomatie in onzen naam liet spelen, bleef zelfs niet altoos bepaald tot de schermenwaarachter in den regel de diplomatie hare kunststukken afspeelt, maar vaak kwam men er openlijk voor uit. Bij voorbeeld onder Willem Itoen Don Caelos de ont waakte zucht naar vrijheid en verlichting in Spanje zocht uit te delgen jmet kogels, die in het vrijzinnige en verlichte Ne derland gegoten waren; (en het geld?.... Don Caelos had geen geld!) of de ongevergde maar zoo sterk uitkomende officiële toejuiching van de vernietiging van den vrijstaat Krakauon der Willem II. Want waarlijk, de regering van dezen ver schilde van die zijns vaders, noch in ditnoch in andere op- zigten. Dezelfde onderworpenheid aan de bevriende mogend heden dezelfde verwaarloozing van 's lands belangen voor die der dynastie, dezelfde onvrijzinnige strekking en ingenomen heid tegen verbeteringendezelfde kortzigtigheid en onver schilligheid omtrent de ware belangen onzer buitenjandsche bezittingen onder Willem I namen de Engelschen Sin gapore, onder Willem II Laboeang dezelfde gezetheid op ruime inkomsten, zoowel voor 's lands, als voor eigen kas de nationale schuld en de te korten gingen on der Willem 11 voort aan te groeijen en terug te komen zoo als zij zulks onder Willem I gedaan hadden. Slechts daarin verschilde de tweede van den eerstedat hijook met zijn eigene gelden, spilzieker omging, en dat, terwijl zijn vader hardnekkig elke toenadering aan de Belgen wei gerde tot toen het te laat was en toen wel alles had wil len geven, Willem II bij tijds het hoofd voor de noodzake lijkheid boog, en door de grondwets-herziening toe te staan den storm bezwoer, die gereed was los te breken, en toen het gevaar van de lucht was, met den minister ScuimmelpEn- ninck wel alles weder had willen terug nemen. Teregt werd den koning voor dat toegeven lof en dank toegebragt.. Wanneer hij stijfhoofdig het uiterste had afge wacht, wie kan zeggen, welke rampen hierdoor over zijn huis zouden gekomenin welke slingeringen het land hier door zoude geraakt zijn? Nog eens lof en dank. kwam hem voor zijne zelfoverwinning toe, maar dwaze overdrijving is het, hem daarom den lof van vrijzinnigheid toe te kennen, en deze al mede onder de eensklaps ontdekte deugden des overledenen op te geven waarmede men het nu eenmaal ge opperde denkbeeld om een standbeeld op te rigten tracht te vergoelijken. De vijanden van vooruitgang of dus genoemde reaction na rissenbekomen van den schrik der gewelddadige omwente lingen van het vorige jaar, vatten nieuwen moed door de voordeelen die zij sedert eenigen tijd op hunne tegenpartij behalen. Het behoeft geene vermelding welk eene deelne ming zij vinden bij onze aristocratie en hooge ambtenaren die °reeds met smart de grondwetsherziening en de direkte verkiezingen hebben zien tot stand komen, maar met nog banger hart de verbeteringen te gemoet ziendie zij tot hiertoe nog wel hebben weten te verschuiven maar waartoe de weg toch door de nieuwe grondwet open is voor hem die moeds genoeg heeft denzelve te betreden. Deze vrienden van stilstand cn 'teruggang, tegelijk flikvlooijers der dynastie en vol ijver om een wit voetje te krijgen bij den nieuwen ko ning, zullen het Nederlandsche volk weder misbruiken tot het geven van eene vertooning, ter vroming eu stichting van

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

De Kaleidoskoop (1846-1851) | 1849 | | pagina 1