Eeu §4eI§eS Tan voorheen.
den vorigen spreker eens. Doch hij nam deze gelegen-
paar om de Ministers van koloniën en van Binnenland-
s<SS3^1st\en te vragen, hoe de Engclschen huishouden op Bor-
ffl '^ne°£\^i eiland dat sedert *200 jaren ons toekomt. Dc Min.
v ^van ÏB-iiïitfenl. Z. zeule, dat hij daar nog niet op antwoorden
koü>'y mogtmaar dat de regering de zaak niet de meeste
en naauwgczette aandacht zou behandelen.
de^órige -Minister Baud ook, en liet, met al die
ci^tidachtèvde Engclschen doen, wat zij wilden. De tegen-
woordje Miri; van -Koloniën zeide, dat cr onderzocht zou
■worden, pf er eené kolonisatie in die gewesten zou kunnen
beproefd worden. Eindelijk danmaar nu dc stroom
reeds lang ojv Nóórtl^Amerika gengt is, cn tic beste men-
schen om-volkplantingen aan te leggen, derwaarts stevenen,
en voor Nederland' verloren zijn. Wij weten daarenboven,
wat het zeggen wil, wanneer onze Ministers zullen onderzoeken.
De heer van Dam van Isselt hield eene redevoering over
de betrekkig tusschen het Ministerie en de Kamer, en hoe
deze het eerste in de magt heeft, doordien zij liet budget
kan weigeren. Hij was echter begonnen met te zeggenf dat
de uitdrukking: 'kennis te nemen van de huishouding der
overzeeschc gewestenwel zeer oversehillig zijn kon, maar
dat hij er toch voor terugdeinsde. Ook de heer Donker
Cürtiüs voedde vrees over die uitdrukking, die weder tot
eene dubbele beteekenis cn uitlegging aanleiding kon geven.
De heer Thorbecke beklaagde zich over het onparlementaire
van sommige leden, die zijne persoonlijk, elders medegedeelde
gevoelens, in de beraadslagingen haalden. Wat aanging de
bewering dat de paragraaf eene onschuldige beteekenis kon
hebben, zeide spreker: neen, M. H. neen, de zinsnede heeft
niet eene onschuldige, zij heeft eene zeer ernstige, stellige,
stoute beteekenis. Doch die stoutheid is, geene aanmatiging
zij is een grondwettige pligt. Zorgvuldige kennisneming is
de eerste voorwaarde van de medewerking, welke do grond
wet ten aanzien van het koloniewezen aan de Staten Gene
raal opdraagt. De vertegenwoordiging zal willenzij zal
moeten kennis nemen, opdat zij in staat zij zich van hare
taak te kwijten. Zij zal niet afwachtenwat men gelieve
haar voor te leggen; zij zal, des noods, het initiatief van
het gevorderde onderzoek aanvaarden. Zij zal niet berusten
zij zal uit eigen beweging handelen. Na dat nog de heer
Donker Curtiüs en de Minister van Koloniën een les gekregen
haddensloot de redenaar met deze behartigenswaardige
woorden: «Naar het denkbeeld uwer Commissie moet bier,
»in deze vergadering, uit onze kennisneming het licht op-
»gaan, dat de nationale belangstelling op de Nederl. ko-
xloniën zal rigteneene belangstelling, die, gelijk de deel-
neming der vertegenwoordiging, de overzeesche kracht en
vmiddelgn der Regering niet, zoo als meri ducht, zal ver-
zwakken, maar oneindig zal verhoogen."
Na deze rede werd het amandement van den heer Groen
v. Pr. met 50 tegen 14 stemmen verworpen. Yan de Over-
ijselsche afgevaardigden stemde alleen de heer Dónker C.
tegen, even als tegen de paragraaf, gelijk zij door de Com
missie was voorgesteld. De heer Duijmaer van Twist wilde
den aanvang: «De natie, Sire! kan niet vergeten, dat Gij
»het zijt, die haar roept tot uitoefening van het regt, waar
buit wij onzen oorsprong ontleenen," dus veranderd hebben:
»De natie, Sire! kan niet vergeten, dat gij het zijt, die
haar riept tot uitoefening van onderscheidene regten, bij
»de gewijzigde grondwet gewaarborgd." Maar zulks werd
met 46 tegen 17 stemmen verworpen, even als de overige
amandemententen gevolge waarvan de paragraaf volgens
het ontwerp der Commissie zonder hoofdelijke stemming werd
goedgekeurd.
Hierna werd het geheele adres in hoofdelijke omvraag ge-
bragt, en met 64 tegen 2 stemmen aangenomen. De tegen
stemmers waren de hoeren van Randwuck en Sloet tot Old-
hujs. Zonderlinge combinatie!
Toen de belgen in opstand kwamen tegen koning Willem
I, noemden zij het stelsel zijner regering le système dc de
ception, het stelsel van misleiding, van valschen^schijn. In
dien tijd kon het goedgeloovig slakken-inzigt van het noorden
dat niet gnders beschouwen dan als lastertaal van het zuiden.
En na dien tijd is eene lange en bittere ondervinding noodig
geweest om nevels en dampen te doen opwalmen tusschen
den afgod en de aangapers. De napret heeft geduurd tot dat
eindelijk het vaderlijke hart van Willem II begreep, dat de
gapende muil van zekeren draak moest gestopt worden. Er
werd een stuk papier in gegooid. Ja zelfs hebben wij eene
nieuwe manier van verkiezen beleefd. Evenwel, Willem II
had niet alleen wat vroeger van het rijk overgenomen de stoe
terij te Borculo, enz.; de kwade wereld wil, dat hij ook
ater van het rijk had overgenomen een zoet en onderdanig
iansch dagblad, hetwelk zeer kort na hem den geest heelt
gegeven. Er schijnen dus niet zóó veel oude beeren in den
boedel gezeten te hebben of een en ander heeft bestreden
kunnen worden. Maar in die andere ..nalatenschap welke
niet dc erfgenamen alleen, maar ons allen aangaat zit iIOr
een ander beestje, een lammertje zeker dat te^en' Paschen
opgroeidedat van honger was groot geworden Öcn om viif
tien iuillióen schreeuwde. Is 't mogelijk? de nieuwe k
heeft bewijs van het tekort verlangd. 'Bewijs' Niet sl^hT
een blaadje als Kajeidoskoopmaar de kamer h.-r-fi e
verlangd; heeft het verlangd van cenen Oranje-vorst - ofT"
in constitutionele taal uitgedrukt van zijne ministers "ja
zelfs de nieuwe kamer heelt redenen od»p«™„„ 1
ti ir, 1 ncgtven van haren
twijfel, van hare tegenspraak. Zeg ons nu, goede lezer wa
helpen ons «liberale ministers,, indien de reizcrinir t,
geëifile stelsel volhoudt? Indien de ministers grno-" te T""
ven hebben, met hun dagwerk, en dood- moede z?jn als °dê
beurt aan de algemeene belangen des vaderlands komt9 In
dien zij dan al blijde zijn', dat de regeringdie achter dé
schermen zit, hun het werk uit de handen neemt'' Ach al
kjdjgên wij nieuwe ministers, indien de inrigting zoo moet
blijven, wat zou het baten? Doch scheppen wij moed! Heeft
reeds Willem III een ïntriganten-stu/c uit cenen kleinen boe
del geschopt, waarom zou hij óók niet een intriganten-ste/iet
ri.t eenen yroolen boedel schoppen? Hij kan het, zoo hii
maar wil. Daartoe is de koning hoog geplaatst. Moet hi
niet willen waartoe dan die hooge plaats? Wij blijven ho
pende; en vitten ondertusschen niet op voorkomende kleinig
heden, die, onder al het gewemel van het nieuwe, slechts
in blazers- of ministers-weik zullen zijn.
fêS©iB©pö>Sa£ tot Saa
Toen dc goede Nederlanders appelstroop in de karnemelk
gebruikten en honig in de suikela, at Napoleon zoo veel sui-
kcr als hem lustte.
«Iedereen, begrijp-je
«Rookt nu weer zijn pijpje."
En suiker is ook weder voor matigen prijs te koop.
Sedert wij verlost zijn van monopolies, en Oranje ons nog
van andere overtolligheden heeft verlost, komt aan Oranje
het monopolie toe om ons koningen te leverenen om in
eene kerk begraven te worden; terwijl dc vrije rest vrijheid
heeft om naar de vrije lucht uit te dampen.
"Amstels ingezetenen" zijn opgeroepen om den Dam
te versieren met een standbeeld. Als zij nu, bij de onthul
ling, uit den Amslel opkomen, om, glad en groen van
vreugd, met hun lied den nachtegaal te overtreffen, dan zal
het 'waarschijnlijk den volgenden dag mooi wcêr zijn.
-- Men verneemt, dat het onderstaande adres, wegens
het overlijden van Z. M. den Koning eenigen tijd opgehou
den, gisteren, voorzien van ruim tweehonderd handteekenin-
gen van wel gezeten Burgers, is verzonden
Aan de Tweede Kamer der
Staten Generaal.
Mijne Heeren!
De ond ergeteëkendeningezetenen dezer Stad, allen be
zield met vurige liefde voor het welvaren van het land hun
ner inwoning, en doordrongen van het gewigt des oogen-
bliks, hebben, met warme belangstelling, het adres van
antwoord op de Troonrede gelezen, aan welks bondige, echt
vaderlandslievende taal zij geheel hunne adhaesie schenken.
Hulde zij deswege bij dezen gebragt aan U Mijne Heeren!
die bij aanvang getoond hebt, zoo goed den geest uwer zen
ders te kennen door cenen geheel nieuwen weg te bewandelen.
Teleurstellend is het, dat ook het Ministerie niet beter zijne
roeping begrijpt en omtrent hetgene de natie regt had te
verwachten cn wat hare belangen dringend eischen.
In plaats toch van eindelijk gehoor te geven aan "de bil
lijke wensehen van een nog altijd geduldig volk, door de
jaren lang toegezegde bezuiniging en vereenvoudiging, nu,
met het nieuwe staatkundige leven in Nederland, tot stand
te brengen, schijnt het dc wenken, door U, Mijne Heeren,
in het adres van antwoord zoo krachtvol uitgedrukt, - geheel
voorbij te zien. Hoe ware het anders mogelijk, zulk een
even ondoelmatig als bezwarend ontwerp van wet, tot dek
king van het tekort, aan U, Mijne Heeren, te durven aan
bieden.
Ondergeteekenden houden zich overtuigd de tolk der natie
te zijn, met te verklaren, dat dit ontwerp geheel in strijd
is met haar welbegrepen belangdat de moeijelijkheden
waarin het Vaderland gewikkeld is, dringend eischen, dat
cn ons stelsel van uitgaven cn dat van onze belastingen op
eenen anderen voet worden gebragt."
Ondergeteekenden deelen geheel het gevoelen van hunne
vertegenwoordigers, die verlangen, dat de offers, die men