feesaeaagsËe ffierigten.
merniet zeer gelukkig, cn velen denken met grond, dat
lij zich niet lang meer zullen kunnen staande houden. Het
is ook onbegrijpelijk, hoe een man als D. Donker Cürtiüs
vroeger zoo liberaal in zoo korlen tijd zoo verbazend kon
veranderen, en onbegrijpelijk vooral, hoe hij eene wet als
die op Yereeniging en Vergadering heeft kunnen en durven
voordragen."
Naar men verneemt, vindt het denkbeeld, om hel te
kort te dekken door verkoop van gronden op Java meer dan
gewonen bijval bij onze volksvertegenwoordigers, en zal het
nader aan 't oordeel der regering onderworpen worden bij
de minste toenadering van die zijde, zou die groote maatregel
waarschijnlijk tot stand komendaar vele leden der Kamer
eene herziening der Oostindische huishouding dringend noodig
achten en andere elk middel tot schulddelging willen aangrij
pen. Algemeen oordeelt men, dat alleen door verkoop van
gronden op Java de fondsen te vinden zijn tot herstel van 't
indisch muntwezentot daarstelling van openbare werken
hier te lande en andere nuttige doeleinden. Alleen vreezen
sommigendat men geen koopers tot 't voorgestelde bedrag
zou vinden maar dc voordeelen aan private landgoederen op
Java verbonden, zijn zoo groot, dat men niet veronderstellen
mag, dat onze kapitalisten daardoor niet wakker zouden wor
den en 't is zelfs te wcnschen dat zij zoo spoedig mogelijk
op deze of gene wijze van hunne gezindheid doen blijken om
dezen maatregel te bevorderen.
De Britsche regering deelde het nu bij 't Lagerhuis aan-
hangig ontwerp tot opheffing van de aloude begunstigingen
der Britsche boven de vreemde scheepvaartvooraf aan an
dere regeringen me Je, om te vernemen of deze wederkeerig
de Britsche met de nationale scheepvaart zouden willen ge
lijkstellen. Daarop zijn meer of min gunstige antwoorden
ontvangen, 't Antwoord der Nedcrlandsche regering, zegt
de Londensche Times, was zoo als men verwachten kon,
hoogst voldoende en leverde een treffend bewijs van de ver
lichte en vrijzinnige staatkunde, die thans zoo krachtdadig
door den koning wordt gevolgd: zij verklaarde dat zij niet
zou aarzelen den Staten-geueraal de noodige wijzigingen in de
bestaande handelsverordeningen voor te stellen, ten einde
aan Britsche schepen dezelfde voordeelen als aan inlandsche
te verzekeren."
(Met smart zien wij hieruit dat er bij onze Regering nog
geen voornemen schijnt te bestaan om het voorbeeld van En
geland in hel geheel na te volgen en algemeene vrijheid van
handel en scheepvaart in te voeren.)
De landverhuizing van behoeftigen wordt in Groot-
Brittannie door de regering meer en meer bevorderd en
neemt aanmerkelijk toe. Dc regering heeft de armbesturen
gemagtigdom zekére bepaalde sommen uit te geven voor
kleeding, uitrusting en transport van alle behoeftigen, die
met daartoe van regeringswege bestemde vaartuigen of op an
dere wijze naar eene niet tusschen de keerkringen gelegene
Britsche kolonie overgebragt willen worden. Te Plijmouth
liggen verscheidene schepen met behoeftige landverhuizers zeil
ree, bijna alle naar Australië.
(Zou het voor onze Regering ook niet wensthelijk zijn de
landverhuizing van behoeftigen te bevorderen zoowel in het
welbegrepen belang des lands zelf als om het lot der onge-
lukkigen die hoe langer hoe meer een verpletterende last worden?)
In Overijssel zijn weer verscheiden huisgezinnen, uit
den burger- en grootendeels uit den boerenstand reisvaardig
naar N.-Amerika. Dc meesten zijn afgescheidenen en gegoed"
Dc bezittingen zijn reeds te gelde gemaakt; naar men kan
nagaan, bedraagt 't aantal vertrekkenden dusver 172, waar
van de oudste 67 jaar en de jongste 5 maand is. Zij nemen
f 30,000 mede.
Ingezonden
Het Zwolsche Kantongeregt heeft j.l. dingsdag eene curieuse
bijdrage geleverd tot den toestand onzer gezegende re°tsbedee-
ling, en tot de gegrondheid van den panischen schrik" die alle
justiciabelen beving, toen zij, in het bezumigings-verslag van
ons tegenwoordig Ministerie, eene verbazende uitbreiding za
gen voorstellen van de magt der Kantonregters. De Maat
schappij tot verbetering van het vaarwater over het Zwolsche
Diep, ten gevolge van de zamenzwering van den Drentschen
naijver, met diegenen uit de Overijsselsche schipperij, die
liever niet dan al voor eenig genot betalen bemoeijelijkt zijnde
m de sints 1 Januarij aangevangene tolheffing, én liever de
eindelooze procedures willende voorkomen, die men voorbe
reidt, ten einde te beproeven haar af te matten, en ten einde
ae regelmatige heffing in een ver verschiet te verschuiven
naa een der schippers die den tol geweigerd haddentot vol
doening daarvan c. a. voor den Zwolschen Kantonreater ge-
agvaai Deze, Mr. J. N. J. Heerkens, zelf aandeelhouder
in de Maatschappij zijnde, verschoonde zich van de kennisne
ming dier zaak, hetgeen ook allezins te eerbiedigen was, en
analoog aan de bekende kieschheid van dien achtenswaardige!!
regter. Vooraf van de behandeling dezer zaak op die zittin»
onderrigt, was de eerste plaatsvervanger-kantonregterMi°
G. D. Jordens, ter audiëntie aanwezigten.einde, in de plaats
van den zich verschoonendcn regter in dezen te zitten. Hij
plaatste zich dan ook in den regterstoelliet de zaak over en
weder bepleitensloot de debattenen stelde toen de uit
spraak op vier weken later. Dit reeds was geheel in strijd
met de algemeene beginselen van de regtspraak der Kanton-
geregten, die snel en eenvoudig behoort te zijn: men moest
er zich echter aan onderwerpen, want dit is bij de wet over
gelaten aan den minderen of meerderen ijver der individu's
aan hun minder of meerder besef van pligt, wegens het be
lang eener spoedige beslissing. Hoe hoogst dringend dat be-
languit den aard der zaak, in dezen was, zal wel geen
betoog behoeven. De vier wekengedurende welke weder een
steeds voortgaand verlies, door algemeene tol-weigering aan
de eisehende partij werd berokkend, waren eindelijk om, en
de Maatschappij gevoelde zich gelukkig eindelijk het eerste
stadium der zoo beruchte procedure tc hebben bereikt. De
Heer Jordens zette zich weder in pontificaal in den Regter
stoel enverklaarde zich van de kennisneming der onder-
werpelijke zaak te verpphoonenomdat hij, niel in dit geschil,
niet door een dezer partijen, niet hangende deze procedure,'
maar door andere schippers, vroeger dan deze dagvaarding
was afgegaan, als procureur ad vijs had gegeven ovei" de wet"
tigheid der bewuste tol-heffing. Inderdaadwanneer men
al de omstandigheden dezer zaak in aanmerking neemt, en
vooral wanneer men bedenkt welk hoog belang de eisehende
partij had bij de grootste bespoediging, en hoe zij, die heb
ben zaamgezworen om de zaak van het Zwolsche Diep tegen
te weiken, er op uit zijn om de beslissing tc verschuiven en
duizenden van guldens bijeenzamelen om toch langdurige pro
cessen te kunnen voerendan moet men wel doordrongen
zijn van de overtuiging van eerlijkheid en goede trouw, °die
men regt heeft te vooronderstellen in ieder, die regterlijke
lunctien op zich neemt, om niet in verzoeking te geraken
te vermoeden dat men de tegenpartij, door de zaak gedurende
een vier weken te adjóurneren heeft willen in de hand wer
ken. Wij die d en bedoelden regter kennenkunnen dit
laatste niet getoovendoch kunnen ons evenmin verklaren
waarom die verschootiingwaarvoor de reden reeds vroeger
bestond, niet dadelijk is aangevoerd, te meer daar hij ten
dienenden dage vooraf met de te behandelen zaak bekend
was, en door de verschooning van den Hr. Heerkens, op de
aanleidingen, die daartoe voor elk regter kunnen bestaan,
was opmerkzaam gemaakt.
Mijnheer de RedacteurVerzoek UEd. vriendelijk het onder
staande in de Ko.leidoskoop een plaatsje te verleenen.
Wij kunnen niet nalaten den Heer Rosenveldt langs dezen
weg onzen hartelijken dank te betuigen voor de aangename
avonden die ons ZEd. en bijhebbend gezelschap heeft doen
doorbrengendoor het geven van eenige tooneel-voorstellingen
in den schouwburg alhier: en zien reikhalzend de terug
komst in het aanstaande winter-saizoen te gemoet. Wij wen-
sc'nen ZEd. een voordeelig zomer-saizoendaar hij zulks vol
komen waardig is door de inspanning, aangewend tot de
instandhouding van het nationaal tooneel.
Echter kunnen wij niet nalaten indien het ZEd. doenlijk
is (daar er overigens volstrekt op het gezelschap geene aan
merking kan gemaakt worden) den zoogenaamden acteur Do-
mies te ramplacerendaar hij door zijn alsemspel elke ho
nigzoete passage waarin hij voorkwam, vergalde.
Deventer den 15 Maart 1849. Eenige tooneel-lief'hebbers.
In Duilschiand worden de duiven gebruikt om smokkelgoederen over
de grenzen te brengen. Uoe zal men 't mettertijd toch met al die on
natuurlijke belastingwet ten maken? Dc lierlijncrs beginnen ongedul
dig te worden over den voortdurenden staat van beleg. De ministers
hebben echter verklaard dat die nog niet kon opgeheven worden. De
keizer van Oostenrijk iiecft zijnen Pruissischen collega gevolgd en zijne
staten eene gcoetroijeerde zeer liberale grondwet geschonkenmet eene
Tweede kamer bij directe verkiezingen cn een zeer lagen census. V/ie
zou gedacht hebben dat Nederland in staatkundigen vooruitgang zelfs
hij Oostenrijk zou achterblijven? De koning van Lianover blijft ock
nog een ijverig tegenspartelaar van verlichte staatkunde- De beroemde
Mme Catslvni is bij de Italiaansche revolutie ook op de vlugt geraakt
en heeft bij baren zoon te Lyon eene schuilplaats gezocht. In Enge
land is ree-Is eene rijpe aardbezie uit dc openc lucht geplukt. - De
Belgische kamer heeft liet voorstel betrekkelijk de vermindering der brief
porten op 10 centimes (nog geene 5 cent) voor eiken brief door liet ge-
liceie lvijk aangenomen. Hier worden van tijd tot tijd oude Napoleon
tische decreten opgewarmd om de correspondentie te bemoeijelijken oi
schier onmogelijk te maken! Een arme lirusselsche tapper is door al
de goudberigleri uit Californie gek geworden, en graaft den gansclieu
dag in zijn tuin, zich verbeeldende daar goud te zullen vinden. De
minister Donker Curtids heeft zijne circulaire op nieuw aangedrongen
om de brave Nederlanders tot dievenspionncn te maken. Men kan" er
nog niet veel effect van bespeuren. Tusschen Batenburg en Tiel is
een bode geld van de Miris ontroofd. De berigten van stelen, bedrop
cn afzetterijen vermeerderen zich op eene onrustbarende wijze. Te
Scheemda heeft de eene commies den ander bij ongeluk bijna'doodde-