eh plaatselijk beheer, cn voelt te zeer den druk der provincie*
en gemeentelasten, ziet diénsvolgens te duidelijk de behoefte
in, dat hij ook daar, door het kiezen van zijne vertegenwoor
digerseenigen waarborg voor oenen beteren gang-en meerder
inzigt bekome, dat wij het onnoodig achten het onverant
woordelijke van dit uitstel nader uit een te zetten. Van alles
bad ieder ongetwijfeld het eerste de voordragt eener pro
vinciale cn gemeente-wet verwacht, en wij gelooven niet,
dat de natie deze teleurstelling zonder protest zal willen on
dergaan. Reeds is men in Vriesland met ccne petitie voorge
gaan wij verwachten dat weidra vele zullen volgen.
Het achterblijven der Staatscourant met haar vei slag van
de beraadslagingen der Tweede Kamer over het adres van
antwoord stellen ons buiten de mogelijkheid om onze beschou
wingen die wij niet op onzekere berigten willen vestigen
in dit nomrner voort te zetten.
Bc ISegers2i£ co de PBiarniacopoca IVeerSasiïISca
(JÜirederlaradscIie Apotheek)*^
Wij willen hiermede geenszins zeggen, dat wij de Regering
voor den Apotheek houden, die de middelen zal verschaffen
om den zieken staat te genezen integendeel gelooven wij dat
hare receptjes den dood des armen lijders onvermijdelijk." zou
den verhaasten, zoo de s taats-genees kundige commissie niet
zorgde, dat hare drankjes cn pillen niet wierden toegediend.
Wij willen slechts een enkel woord zeggen over het voorstel
der regering om het kopijregt der Pharmacopoea Neerlandica
en Nederlandsche Apotheek aan het Rijk voor te behouden.
Zoo wij niet reeds aan de grootste verrassingen eri oube-
grijpeiijkste vreemdheden onzer zoogenaamde liberale ministers
gewend warenzouden wij het voor eene Aprilgrap houden
maar het schijnt inderdaad ernst. Terwijl nu alles naar milde
beginselen, naar vrije ontwikkeling en concurrentie streeft,
en alle monopolies en privilegiën en bijzondere begunstiging
wil afgeschaft hebben, schijnt onze Regering ons weer eenige
eeuwen terug te willen brengen en de middeleeuwen te wil
len doen herleven. Zoo lazen wij voor eenige dagen van een
octrooi aan den Heer Binger op de uitoefening der glypho-
graphie gegeven! Eene zaak die, in Engeland uitgevonden,
thans algemeen bekend is en ook hier te lande onder anderen
door de Heeren van Emden en de Vries reeds lang in wer
king gebragt! waarvan lang vóór het aan den Heer Binger
verleende Octrooi gedrukte boekjes bestonden voor ieder die
lust heeft, dit na te doen. En voor deze zaak (eene kunst
is het niet meer) is den Heer Binger nu een uitsluitend oc
trooi verleend!! Wij begrijpen het waarlijk niet! kan men
zoo morgen ook niet iemand een octrooi geven om uitsluitend
te mogen bakken, schoenmaken enz.?
Maar, wat meer is, zoo wil nu het Rijk zich het kopijregt
van bovengenoemde werken voorbehouden. Het Rijk wil dus
Uitgever en Boekverkooper wordenen dat nog wel onder be
gunstiging van monopolie (f). Zijn alle staathuishoudkundigen
het daarover eens dat er niets verderfelijkere voor de nijver
heid is, dan monopolies; wij zouden niets onbehoorlijkere
weten te bedenken dan dat 1°. het Rijk zich zulke monopo
lies toeeigent, en 2J. nog wel van Boekwerken. Immers, vol
gens art. 1 der wet van 25 Januari] 1817, is het' kopijregt
het uitsluitend i egt om letter- en kunstwerkengeheel of
gedeeltelijkverkort of verkleindzonder onderscheid van vorm
of inkleedingin eene of meer talen met of zonder hulp der
graveerkunst, of eenige andere tusschenkomende kunst, door
den druk gemeen te makente verkoopen en te doen ver-
koopenterwijl art. 8 der 'wet van 24 Januarij 1814
ook uitdrukkelijk de uitbreiding van eenig werkwaarvan
copijregt bestaat, verbiedt.
Ziedaar dus het Rijk de eenige uitsluitende debitarit van
pharmaceutische kennis. Geen ander mag die handboeken
voor alle geneeskundigen en pharmaceuten niet alleen in een
anderen vorm breDgenmaar zelfs geheel of gedeeltelijk ver
klaren, uitleggen, ophelderen, commentariëren of meer voor
de belanghebbenden toegankelijk maken. In plaats van de
pogingen tot meerdere kennis en wetenschap te bevorderen
wordt dit dus uitdrukkelijk verboden en tegengegaan. Wat
denken onze lezers van zulk een stelsel bij een beschaafd volk
in de verlichte 19 eeuw? Gelukkig dat wij eene Vertegen
woordiging hebbendie reeds getoond heeft niet tot het
uilengeslacht te willen behooren!
Moogc uudiglicdeu v.nu eest Siof.
1.) Daar kunnen de leden der wetgevende kamers dineren,
ten einde zich te laven aan den hoogen en hemelschen blik
de grondelooze wijsheid, de kunde en ervarenheid, dc hel
denkracht, de zedelijke grootheid en het schandekoop enge
lengemoed der echte soort uit de commanderende familie; ten
einde, beter ingelicht, en ingevreten dankbaar voor nog on
eindig meer eer dan lekkers, den volgenden dag, met des te
ruimer en milder vrijheid, mannentaal te spreken.
(t) Zeker bovendien vrij van patent!
2.) Daar vereenigen zich de zijden draadjes der chineesche-
schimmen-tragedie Onschendbaarheid en verantwoordelijkheid.
Het is verwonderlijkhoe het meestbelovende deeg daar met.
zachte hand wordt omgekneed tot gereede verantwoording
van alwat geurig is in de neusgaten der onschendbaarheid.
3.) Daar vindt men het theater der kunst-eer, gelijk in
de kerk dat der kunst-zonde. Beide theaters werpen bijko
mende emolumentjes en uitwinst af.
4.) Daar fungeert n°. 1 van de trechters door welkemet
winsten en toebaten, naar 's Gravenhage terugstroomt wat
door "s Gravenhage in de nationale schatzeef wordt geplengd.
5.) Daar kunnen die uitstekende mannen, vrouwen "en
kinderen ecnen hunner waardigen werkkring vinden, welke
daarbuiten in dc wijde en ruwe wereld misplaatst zouden zijn.
6.) Daar zetelt de hoop van Utrecht. Waartoe zou de
schaal der hoogste geregtigheid niet overslaan indien zij niet
gewiegd en gekoesterd wierd door de klapwieken-zephyrs van
het hof? Zoolang de hofstad den Hoogen raad niet kan laten
vlotten en drijven,' kan deze niet aan Utrecht worden gege-
vCn tot vertroosting voor wettige en betere inrigting van ons
academie-wezen.
7.) Ja, daar zetelt de hoop van geheel Nederland. De
ondervinding leert, dat niets geschikter is dan nieuwe wet
ten, nieuwe mannen en nieuwe beloften, om ons ongemerkt
eencti dag tot een jaar te maken en ons den grootsteo schat
te verwerven die denkbaar is, namelijk uitdijing, en uitrek
king van den tijd. Bij dc fijne bedrevenheid van het hof te
dien opzigte staat alles achter. Niets, ook het beste uit de
natie niet, kan daartegen opzeilen. Het goedhartig Nederland
heeft driemaal zooveel tijd noodig om eene ondervinding op
te doen, als andere natiën. Maar des te meer liggen in het
hof de elementen voor de hoop, dat eeumaal Nederland wijde
oogen zal openen, en schoon schip zal maken.
Sedert wij gebenedijd zijn met ontwikkeling van milde
beginselen, schijnen het op Java geene boekdrukkerijen meer
te kunnen uithouden, 't Is niet te verwonderen, als onze
landverhuizers liever naar America gaan. Daar worden zij
niet gedrild door koppige en inhalige domper-grillen van twee
of drie despoten. Daar is de drukpers niet eene nachtmerrie
die de geheimen" der dierbaarste profijtjes zou kunnen uit
bazuinen.
Mijnheer van Hoövell van-Java blijft ons veel te lang
in den Haag. Zou men hem daar aan de praat houdenen
met zoete zoetigheid trachten vatbaar te makenom eenmaal
bereikbaar tc zijn voor eenen gouden lichtstraal, die zijn
hoofd en hart tot vaderlijker inzigt kon brengen? Het komt
ons voor, dat de wrijving van denkbeelden tusschen den
heer van Hokvell en den Haag liever aan de openbare druk
pers moest worden toevertrouwddan aan vier haagsche mu
ren zoo het niet reeds te laat is om dit in bedenking te geven.
Nopens het waarschijnlijke lot van eenige der in de
Tweede Kamer voorgestelde wetten: als die van belasting op
de inkomstenenz.kunnen wij het volgende mededeelen
als afkomstig uit eene doorgaans goed onderrigte bron:
In alle sectiën moet men gemeend hebbende Nederlandsche
natie geene zwaardere iasten te kunnen en te mogen opleggen
en zoude men duszonder in specialiteiten te tredenvrij
algemeen de wet afgekeurd hebben. Men moet n.l. vrij al
gemeen eerst hebben willen leeren kennen het stelsel van ver
eenvoudiging en bezuinigingnaar hetwelk men voortaan wil
regeren. Vóór en aleer men niet ziej, dat het der Regering
regt ernst is om te vereenvoudigen en te bezuinigen, zoude
men'geene belastingen, van welken aard ookwillen toestaan.
Bezuinigingen als de voorgestelde, en vooral die op het onder
wijs, moeten vele leden belagcheiijk en bespottelijk gevonden
hebben. Men heeft in het plan van bezuiniging tot nu toe
geene de minste stelselmatigheid kunnen ontdekkenalleen
weiligt ecnigermate in het regterlijke, en als bij de greep
heeft men hier en daar wat uitgenomen, waarop men wil,
en zoo men voorgeeft kan bezuinigen en daaronder belagche-
iijke postenzoo als onder anderen de f 4000 voor school
onderwijzersgezel schappen. In de afdeelingen moet de be
lastingswet in 't geheel niet in bijzonderheden behandeld zijn
omdat zij toch bij de algemeene beschouwing algemeen afge
keurd was geworden. Dit schijnt nagenoeg zeker, dat de
wet, zoo als zij thans is liggende, door de Kamer niet zal
worden aangenomen. Vele leden der Kamer moeten nog al
gestemd zijn voorde uitgifte van renteloospapier van fb tot ƒ25.
De wet op de Vereenigingen en Vergaderingen moet in de
afdeelingen eveneens een allerslechtst onthaal gevonden heb
ben. D.oor sommige afdeelingen moet dezelve zoodanig uit
gemonsterd zijn dat er niets goeds ja niets bruikbaars van
is overgebleven. Het wet-ontwerp zou daarom ook wel stel
lig weer ingetrokken worden.
«De ministers" zoo berigt men ons verder uit's Graven
hage, «zijn alzoo tot dus ver, tegenover de nieuwe Ka-