fcyr V -t Maar wat aangaat het bestaande ministerie, en den tijd, jftdien hot zou nondig hebben »om te toonen wat het wil en wat "bet tón,,s|de linde en -de andere bladen die met de tcgen- iX5ab*6rdige ministers in-gdnrtmen zijn, doen vergcefsche moeite met aante spor®n*ont\j/SJ!ger op de ontwikkeling van de ca paciteiten en talenten' der tegenwoordige ministers te wach ten; er is tijd genoeg voorbijgegaan om hun wil én hun ver mogen naauwkeurig te leeren kennen. Wij weten, dat zij wil len vooreerst: minister zijn, ten tweeden: ridders-grootkrui zen ten derde: zich aangenaam maken bij het hoften vierde: bet zich zoo gemakkelijk, ten vijfde: zoo voordcelig maken, als mogelijk is. Wij weten, dat zij kunnen: redevoeringen maken zonder gezonden zin, verzekeringen geven zonder op- rctheid liberaal spreken en fraai redeneren over de gebre ken in den staat en ze laten bestaan, zoo gemakkelijk van ge voelen verwisselen als de windwijzer van rigtingde verspil- hogen van 's lands gelden en de hooge tractementen en de dure posten en de drukkende belastingen laten voortduren ten gerijve van de nieuwe vrienden en van de familie en van hun zeiven. Onder den titel: Beschouwingen over de Staats-uiigaven naar aanleiding van het verslag vaniien™adff XeflTdc aan Z. M. den Koningvan den 13 November 1848 beeft d heer O W Hora Sicgama eene kleine brochute uitDtgeven waarvan wij de lezing wel durven aanbevelen Ziine hoofdbeschuldiging tegen het ministeis is dat daarin een stelsel, een beginsel ontbreekt It,er en daar heeft men een greep gedaan en naar bijzo,irleie lnzlgte" il1 of dat overbodig verklaard, waarvan het minstens twijle ach- ij* is of de afschaffing niet meer nadeel vooi den Staat zal teweegbrengen, dan er in geld wordt uitgewonnen. De schrijver wil. dat de bezuiniging naar een vast plan „„-chiede en geeft 'daartoe het stelsel van decentralisatie en het 'beginsel aan, dat men uit 's Rijks schatkist geene gunsten m'A|sbeen'voorbeeld van tijd- en geldverspilling deelt de schrij- Ve«TeD geiok^ecme^i'nstructie van den 11 Julij 1826 nopens de comptabiliteit der kleeding- en ligging-stukken van de ge vangenen werden in der tijd b,j het hoofd-bestuur der ge vangenissen telken drie maanden uit de groote strafgevange nissen des Rijks, zware pakken ontvangen, inhoudende meer dan tachtig staten van kleeding en ligging uit ieder gesticht on' groot oliphantspapier gedrukt. Zij werden steeds schier ongeopend in een hoek bijeengegooiden natuurlijk nimmer ingezien. Het stuitte mij," zegt de schrijver «dat zooveel panier druk- en schrijfloon nutteloos verspild werden ik deed dus het voorstel, om het opmaken en inzenden dier sta ten af te schaffen. Neen dit mngt volstrekt met! Er werd toen order gegeven dat die staten zouden worden nagecijferd. Aan die uit déne gevangenis over een kwartaal besteedden daarop twee beambten gedurende drie achtereenvolgende da gen al hifn tijd, en dc staten werden onderling aceoord be vonden en sloten met den laatste» staat «goederen ,n t ma gazijn." Maar dewijl het magazijn te Leeuwarden was kon luist dat, waar 't eigenlijk op aan kwam, met worden ge verifieerd. Het -bleef er bij. De inzendingen gingen hun gano de pakken werden, naarmate z,j inkwamen, b.j die der "voorgaande jaren geworpen, en deze voorraad van vruch ten der centralisatie werd aan de rotten en de verrotting ten F Omtrent^de gunsten uit 's lands kas bewezenmaakt de schrijver belangrijke opmerkingen. De personele consideration hebben ons land altijd zeer veel geld gekost. Het toekennen van gratificatiën, hetzij onder dien naam, hetzii onder dien van toelage, of zooals men onlangs door binnenlandsche zaken heeft bedacht, onder dien van tijdelijke verhooging van jaarweddeis eene schadelijke gewoonte. Is de beambte te slecht bezoldigd, men verhooge zijn jaarwedde maar men geve hem geen aalmoes. Met de gratificatiën wordt zeer ongelijk te werk gegaan. Len voorbeeld. De boden bij de Departementen van algemeen bestuur zijn voor het mate riele werk dat zij verrigten zeer wel beloond bestaat er dus reden om hen telken jare nieuwejaars-giften uittereiken. Maar nog veel meer bestond er reden, om bun uithoofde van de duurte der aardappelen in de laatste jaren gratificatiën uittereiken? Was dit niet een nadeel, waarin de belasting schuldige in het algemeen evenzooveel deelde? Belangrijk is verder wat de schrijver mededeelt, omtrent een andere soort van begunstigingwaarbij men sommige be ambten een zeker getal reizen in het jaar laat doen waardoor hij dan tengevolge van het hooge tarief, eene met onaardige verhooging van tractement geniet; omtrent het uitreiken van medailles, het inteekenen op boekwerken, het aankoopen van kunstvoorwerpen het afzien van schuldvorderingen ten be hoeve van het Rijk bestaande, omtrent de gunsten aan be vriende aannemers toegestaan. De schrijver vreestdat zelfs bij dc sedert meer dan -2a jaren opvolgenderwijs genomen finaiitiële maatregelen het woord gunst ook niet altijd bui ten berekening is gebleven. De strekking van vele dier maatregelen is soms toegeschenen de groote fondsenhoudeis zeer te bevoordeelenmet dit gevolg, dat de weleer bij ons ie lande zoo welgezeten burger zeer is achteruitgegaan, 1 De schrijver is als lid der rekenkamer gewis zeer bevoegd over deze onderwerpen te schrijven cn hij zal zich verdien stelijk kunnen maken door de vermelding van feiten, meer licht te verspreiden over al die noodelooze uitgaven, die als een kanker aan 'de schatkist knagen. -J. Uit het 4e kiesdistrikt der provincie Groningen is eene petitie aan Z. M. gezonden, in denzclfden geest als die uit' het 2e kiesdistrikt, waarvan wij in ons vorig nominer spra ken. «Zal het waarlijk beter worden (zeggen zij onder andere) dan moet door V, Sire! een offer op het altaar des vader lands worden gebragtgepaard met het bevel ter afschafling van een heirleger der hoog cn minder bezoldigde ambtenaren alsmede gcene pensioenen op kosten van den Staat te verlee- nendan in zeer buitengewone gevallen met een woord ccne huishouding van Staat worden ingevoerd, welke met oudvad.rlijke cordaalheidin den regten zin des woords zuinig met overleg worde bestuurd." Men verneemt, dat men zich tegenwoordig bij het minis terie bezig houdt met het ontwei pen der organieke wetten die naar aanleiding van art. 5 der additionele artikelen van de grondwet, aan de Staten-Gencraalin hunne eerste zitting, zullen worden aangeboden. Daartoe behooren 1°. het ont werp van Wetregelende het kiesregt en benoeming van af gevaardigden ter Eerste en Tweede Kamer; 23. dat der pro vinciale en gemeentewet; 3°. dat betreffende de verantwoorde lijkheid der ministers, 4'J. dat tot uitoefening tan het regt van vereeniging en vergadering, enz. Er zijn bovendien een aantal andere ontwerpen van wet in bewerking; zoodat het te ver wachten is, dat de aanstaande vergadering der Sta ten Generaal geruimen tijd zal duren. Na de bekendwording der fameuse circulaire van den minis ter van justitie is men zeer benieuwd hoe er die wetten wel uit zullen zien. In Amsterdam hecrscht sterke oppositie tegen de boter- bclasting (zoo wij meenen in 1830 voor de hulpbehoevende betrekkingen der uitgetrokken schutters ingevoerd), en willen zich verscheiden boterkooperskomenijswinkeliers enz. veree- nigen om deze belasting wettelijk afgeschaft te krijgen. We der een voorbeeld te meer hoe gemakkelijk het is eene belas ting ingevoerd, maar hoe bezwaarlijk ze afgeschaft te krijgen. De Zicrikzeesche Nieuwsbede bevat een brief van den Heer A. v. d. Moer die uit N.-Amerïka in het vaderland is teruggekomen; maar «geenszins om in mijnen vroegere» el- lendigen staat terug te kecren (zoo zegt hij); «alleen mijne zoo naauwe, achtergeblevene betrekkingen hebben mij doen besluiten naar Europa terug te komen en ik zal njij haasten zoo spoedig mogelijk naar Amerika terug te keeren naar een land waar een iegelijk ruim bestaan kan vinden enz. De Amsl, Ct meldt, uit Zwolle 23 Jan.: «Heden zijn «geveild 3 stuks aandeelen a /"5ÜÜ in de Maatschappij tot ver- betering van 't Zwolsche Diep, waarvoor f 350,000 is gene- «gotieerd. Een derzelve is a f 330 gegund, de andere twee «stuks zijn a f 332 en f 3-34 opgehouden." Tot verduidelijking en aanvulling van dit berigtdeelen wij 't volgende mede uit een bij ons van zeer goeder hand ont vangen brief: «Van de drie aandeden in de Maatschappij is er één verkocht; de aandeelen waren van de HH. Schutte- vaertwee werden, zoo men zegt door een vriendingezet op f 340 en /"32Ü, het derde door een speculant de Wolf op 330, waarvoor dit laatste dan ook is afgestaan. De twee eerste werden aangeboden aan den hr de Wolf a /'30Ümaar hij had geen lust. Zoo UE. het plan mogt hebben om een honderdtal optedoenwij gelooven dat ze lang geen 50 pet behoeven te kosten: zij zitten er zoowel mede aan den grond als wij schippers met de kribben." (D. C.) In 't R. C. dagblad de Tijd leest men: Veertien da gen nadat prof. des Amorie van der Hoeven, remonstrantsch ieeraar te Amsterdam, zijne gemeente voorging met eene bede voor den thans verdrukten Pros IXis in 't armzakje dier gemeente eene gift van f 100, in 10 goudstukken, gevonden met de volgende woorden: «Uit hartelijke dankbaarheid dat «ik den tijd heb mogen beleven, waarop in eene prot. kerk, «op eene christelijke wijze gebeden is voor den doorluchtigen i balling dien vele christenen vereeren als hun zigtbaar opper- uhoofd: van een lidmaat der Gereformeerde Kerk, die in eene «heilige algemeeue christelijke Kerk gelooft."

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

De Kaleidoskoop (1846-1851) | 1849 | | pagina 2