mps ps Sfc
»Bti de hooggespannen verwachting, Sire! (zeggen zij onder
gVV hndere) waarin zoo niet de geheele natie, althans de supph-
C.-, antêo-Verkeerdenomtrent den uitslag van c aan wei a
jeïteits tijdelijke ministers opgedragen a eigtwigiös e aa
W 'het, wij-ontkennen het in gcenen deele een allersmar-
,K<^idjist gevoel; dat bij het lezen van dat vei slag ontstond en
wij ontkennen
daarom niet openhartig tegen den Kornng gesproken?) door
Uwer Majesteits goedkeuring oP dat werk werd gewettigd.
Immers blijkt uit hetzelve, dat er zoo groot verschil van ge
voelen tuschen de natie en hare bestuurders bestaaten voort
durend za4 blijven bestaan, dat zelfs het uitzigt op wederzijd-
sche toenadering voor hoogst onwaarschijnlijk, zoo metten
eenenmale onmogelijk te houden is.
Met de meeste cordaatheid willen zij zelis het inkomen dei-
kroon verminderd hebben. »Zij zijn bekend Sire! (zeggen zij)
met al hetgene omtrent het inkomen der Kroon tusschen de Rege
ring en de Kamers der Staten Generaal is gewisselden ontvein
zen zich, uit de hardnekkigheid, waarmede dit hpoge cijferis
vastgehouden en de betoonde vrees der ministers, om daarop
bij eene algemeene hervorming en bezuiniging terug te durven
komen, niet, dat zij eene zeer gevoelige snaar aanroeren
en echter schromen zij niet Uwer Majesteits aandacht daarop
te vestigen.
Zij vermcenen dit te moeten doen, omdat zij hierdoor niet
hun individueel gevoelen aan Uwe Majesteit kenbaar maiten
maar zich overtuigd houdendat de geheele natiehoewel
velen het niet durven zeggen, hierin eenstemmig met hen
denkt, en het aan geenen twijfel kan onderhevig zijn, dat,
indien Uwe Majesteit de uitvoering van die bepaling der
Grondwet zal verkiezen te blijven vorderen,, waartoe het regt
voor het oogenblik aan de zijde van U. M. berust, Lwer Ma
jesteits impopulariteit met den dag zal toenemen, vooral in
eenen tijdwaarin van de werkzaamheden der nieuw te con
stitueren Kamers ontheffing van lasten verwacht wordt, en
de natie overtuigd is, dat, wel niet Uwer Majesteits bestuur
alleen, echter te zamen met dat van Uwer Majesteits Stam
vaders het Vaderland doet zuchten onder eenen schuldenlast
noch uitsluitend voor noch door de natie in het aanzijn ge
roepen doch waarvan thans alleen de betaling van haar ge
vorderd wordt, Sire! Uwe Majesteit gelieve in deze rond
borstige verklaring, die welligt nimmer zoo onbewimpeld tot
U. M. is doorgedrongen, niets anders te zien, dan de zuiver
ste bedoelingen, om den band te bevestigen, die de dynastie
van Uwe Majesteit aan het Nederlandsche volk verbindt en
den constitutionelen regeringsvorm onder hetzelve te besten
digen, waaronder Supplianten zich overtuigd houden, dat
alléén rust en orde, welvaart en ,bloei in het dierbaar Vader
land kunnen worden tegemoet gezien, terwijl Supplianten hen
verdacht houden van eigenbelang zoekende oogmerken en ge
heel met Suppliantens beginselen strijdende gevoelens, die U.
M. zullen durven afradenten dezen aanzien eenaan de be
hoefte van het oogenblik geëvenredigdgroot offer op het al
taar des Vaderland te brengen. -
Bezuiniging in het beheer van den Staat moet gepaard gaan
met opbeuring en verlevendiging der middelen van bestaan
der ingezetenen, en zoo het der natie blijkt, dat het eerste
der Regering wezenlijk ernst is, zoo zij ondervindt, dat de
tijd van gunsten en privilegiën onherroepelijk tot het verledene
is terug gebragt, verdiensten in alle takken van bestuur alleen
worden gewaardeerd, en zij daarbij in de aanwending en
ontwikkeling van hare nijverheid, ondernemingszucht en vlijt
op medewerking en ondersteuning gerust zich kan verlaten en
onvoorwaardelijk vertrouwen, dan, Sire! zal geene klagt
over den druk van lasten de thans geprangde borst ontglip
pendan zal de altijd noodzakelijke afstand van een ge
deelte zijner verdiensten en opkomsten ten behoeve van de
schatkist, door geen ingezeten van Nederland als een bezwaar
■worden beschouwd; want de ondervinding zal hem hebben
geleerd, dat er geen penning van zijn zuur verdiend loon onnut
wordt uitgegeven, onhandig of stelselloos misbruikt, maar
alles met de striktste naauwgezetheid alleen aangewend tot
het doel, waarvoor het alléén bestemd behoort te zijn tot
het waarachtig nut en belang van Land en Volk."
Het doet het vaderlandsch gevoel gewis goed te zien dat
de rampzalige onverschilligheid en flaauwhartigheiddie het
land ten verderve geleid hebben door opgewektheid en pu-
blieken geest vervangen wordt, en deze zich hier en daar
krachtig en onbewimpeld durven uiten. Inderdaad, wij hou
den dit voor den eenigen weg om iets goeds te verkrijgen.
De algemeene wenschen des volks kunnen door geen verstandig
of eerlijk mensch gewraakt of veroordeeld worden, hoe on
aangenaam ze de behoudskliek ook zijn moge; waarom zou
men die dan ook niet openlijk durven belijden? Eere den
Groningersdie ze zelfs aan den Koning in persoon durven rigten
Over de bekende en zooveel gerucht makende circulaire
van Mr. Dirk Donker Curtios sprekende, zegt het weekblad
v. d. Helder: »De regtstreeksche verkiezing, die band dei-
liefde, die nieuwe toestand onzer maatschappij, lc^t dus aan
de dienders en nachtwachts de verpligting op, om door Ge
matigdheid en zachtzinnigheid den geest der burgers tot mede
werking te stemmen.
f> Wij stellen voor, een request te presenteren aan den minis
ter van justitie, om van zijn stuk communicatie te geven aan
zijn collega van finaptiën, en in consideratie te "even of
die invloed ook bij cle ambtenaren van zijn departement
hoe hoog of hoe laag ook geplaatst, zal kunnen werken. Wij
zullen dan niet alleen zeer bescheiden dienders, maar ook
zeer bescheiden controleurs, commiezen enz. krijgen."
Waarlijk, hieraan bestaat wel hoofdzakelijk behoefte.
De staat der opbrengst van de rijksmiddelen over 1848,
is weder niet gunstig. Er is ruim een millioen guldens min
der ontvangen dan in 1847, en een half millioen minder dan
in 1848 geraamd was (zijnde in 1847 reeds f 524,281 minder
dan in 184Ö ontvangen). De mindere opbrengst over 1848
komt 1" van den minderen omvang des handels, waaraan de
vermindering op de in- en uitgaande regten is toeteschrijven
2'* van de daling der prijzen van onroerende goederen en ef
fecten, welke op t registratie- en succcssieregt ongunstig
werkte. Ziedaar onwedersprekelijke bewijzen voor den toene-
meriden kreeftengang onzer stelselmatig onderdrukte en ver
moorde welvaart.
In de gemeente Avercest is alles zeer betrekkelijk
rustig (de gemoederen der ingezetenen over den opbrengst
van onbegrijpelijke buitengewone Gemeentelasten, tot dek
king van verzwegene schuld, daargelaten), want er hadden
aldaar zeer onlangs successivelijk drie branden plaats, en
men zocht daarbij te vergeefs het Hoofd der Gemeente of
een der Assessoren, zoo ook het geheele korps Veldwachters,
drie in getal, terwijl geen enkel bluschiniddel(de Giazenwas-
schersspuit van den Logementhouder Ar niet medëgerckend)
in activiteit is gebragt, om de eenvoudige reden, dat de Ge
meente er geen enkel op na houdt. Getrouwe opvolging
voorwaar van Art. 59, Reglement bestuur ten platte lande.
Zie ook Art. 23, laatste gedeelte speciaal. Het huishouden
gaat daar fraai toe.
Januarij 1849. Een man uit Overijssel.
Het door de nationale Vergadering genomen besluit, be
treffende de afschaffing der openbare speelbanken, is voor als
nog niet gepubliceerd geworden. Naar men verneemt, zou
den de daarbij belanghebbende regeringen tegen dit besluit
geprotesteerd hebben, als houdende deze Vergadering voor niet
bevoegd hetzelve te nemen. Deze oppositie heeft echter haren
waren grond in de vrees, dat de pachters dezer speelbanken
van de regering eene belangrijke schadevergoeding voor het
breken der bestaande contracten zullen eischen. De landgraaf
van Hessen Homburg had des betreffende eene bijeenkomst
met den Rijksbestuurder.
- Het Oostenrijksch ministerie van binnenlandsche zaken
volgt voortgaande den reactionairen weg. Het heeft nu de
verordening van de maand julij 1846 tegen de Duitseh-Katho-
1 ij kenwelke opgeheven was, weder van kracht verklaard.
Volgens dezelve behooren zij nu weder tot de vereenigingen
die in Oostenrijk verboden waren.
Sommige lieden vermoeden, dat vorst Metternicr nog een
geheimen invloed op sommige Duitsche kabinetten uitoefent,
en dat daaraan de wederstand van Oostenrijk cn Beijeren tegen
de Duilsche éénheid zou zijn toe te schrijven. ja zelfs be
weert men dat de genoemde staatsman in Londen eene volle
dige kanselarij heeft, cn van daar even goed Oostenrijk be
stuurt, als hij vroeger te Weenen deed.
Uit Berlijn schrijft men, dat ondanks de adhaesie van
vele Kamers en Prinsen van Duitschland, in wel onderrigte
kringen het gevoelen heerschte, dat de Koning van Pruissen
de keizerskroon niet zoude aannemen. [Tot nog toe is nog
niet bekend of die kroon erfelijk of slechts tijdelijk zal opge
dragen worden.]
De Achener Zeitung zegt dat er eene overeenkomst zou
de gesloten zijn tusschen Frankrijk, Pruissen en Belgie tot
vereenvoudiging der maatregelen van de Douanen op de spoor
wegen, met het kennelijk doel om de handels-relatien dezer
Janden onderling te begunstigen. Naar het extract dat de
Achener Zeitung van deze overeenkomst geeft, te oordeelen,
heeft zij niet alleen betrekking op het goederen-vervoermaar
ook op dat der reizigers. Nederland schijnt hoe langer hoe
meer de polka te dansen.