Zij O Cietleimteerde statera «lam regters
-1.
betaald uit de nieuw ingevoerde of opgedreven belasting.
Neen, vandieir-kant alleen moet Jfet nief. kom#&.. zal het
hout snijden; Dan itioct cene wakkere^ ^el.^ezin<t» en door-
- èèefiWoo'iMieingdie/innfg-óv^tu^xh;^ van de
- -:n„ kloon vereen«oudigr.ng voor
P 1-' ■ir£>'Yu J&'*n: - V u j»v.r
driivendjé vertegeöw'oördieing
noodzaMjjtêheidU daf JpWuiniging fcloer «iw—gLng voor
alles Ifelïoort'té,gaahs: het ministóne fettJlMW^en j of
wanneWfxtit'"nie(?;v.0C!i4i;^'ilzeil hetxim .ia ^nefitej,
DocnvM wordt-erh%zuinigd, er .s al weer!maal zoo
veel te Voifi da^^fc^rondwct had kunW-hezfdimgen min-
stens tw^f^eel, als de meest mogelijk rad,kale bc
zuiniging op alle. departementen van bestuur zou kunnen uit
winnen. Zoo helpt bezuiniging alleen mct_ meer. Blijkens
alleen niet meer.
1 Co,,* ineliehtin" der Regering op haar voorstel van
de memorie van toeuuuiu-, g, o i /,lA nnn nnn
wet om het te kort, vooreerst ten bedrage van f 10^39,800.71^
on de dienst van het loopende jaarvoorloopig door het uit
geven van schatkistbiljetten te voorzien, gaat zij er hoogst
ongaarne toe over om den nood van het .oogenblik op de
toekomst te verschuiven, doch de omstandigheden, bij het
uitziet on de aanstaande verkiezingen en het bijeenkomen van
de Nieuwe Kamers der Statengeneraa!hebben haar genoopt
om het uitschrijven eener buitengewone belasting in liet tegen
woordig oogenblik nog te vermijden. Ziedaar dus het intree-
oothaalhetwelk onze nieuwe vertegenwoordigers wacht;
eene buitengewone belasting van een twintig millioen. De
burgerij intusschen kan niet alleen niet meer betalen, doch
zij kan bij de tegenwoordige belastingen cn het stelsel van
heffinCT reeds niet meer bestaan. Er moet eene aigeheele her
vorming van dat belastingstelsel plaats hebben; al wat den
onvermogende, den werkman, den nljveren burger den land
bouw, den handel drukt, moet verlegd worden op de schou
ders der vermogenden. Wij moeten geen patenten, geene
accijnsengeene in- en uitgaande regten meer op onze be-
grootingen kennen'. Het heir van rijdende, van varende,
van gaande, van zittende, en van sluipende kommiezen moet
van Nederlandsch grond verdwijnen.
Kent gij mannen die doordrongen zijn van deze waarhe
den, die niet eer heil voor Nederland kennen clan voor er be
zuinigd en vereenvoudigd, en voor het stelsel van belasting
veranderd is, zoo hebt gij waarlijk volksgezinde mannen ge
vonden. Bezitten zij daarbij moed en vastheid van karakter
cm een beginsel vol te houden en bekwaamheid om het door
te zetten kiest hen cn gij zult de ware volksvertegenwoor
digers gekozen hebben.-
Bij besluit van Gedeputeerde Staten van Overijssel van
24 dezer, wordt genoemde provincie in 5 hoofdkiesdistrikten
verdeeld: Zwolle, Kampen, Deventer Almelo en Enschede;
welke weder in de volgende-TlO onderkiesdistricten verdeeld zijn
Zwolle, AvercestDalfsen HasseltStaphorstKampen,
Stad Yollenhove, Zwartsluis, Kuinre, Oldemarkt, Steenwijk
Deventer, Bathmen Raalte Hcjlendoorn Olst, Wijhe; Stad
Almelo, Borne, Rijssen Ootmarssum Tubbergen Stad Om
men, Stad Hardenberg; Enschede, Oldenzaai, Haaksbergen,
VVeerseloStad Delden, Goor.
Tevens is de naamlijst der hoogst aangeslagenen in :s Rijks
directe belastingen in Overijsselwelke tevens de overige ver-
eischten voor het lidmaatschap der eerste kamer bezitten be
iend gemaakt. Daarop komen uit Deventer voor naar volg
orde der belasting: G. Schimznefpenninck IV.zIV. 11. Te
lling van BerkhoutJVm. IlulscherN. A. Lamberts, L.
IVerndlijD. J. van DoorninckII. E. Ilouck, D. J. R. Jor-
rlensJan BussemakerG. AlbertsA. G. P. Fetmenger
H. J. Jordens, W. IT. Cost Jor densIsak Bussemaker, J. L.
Nering BógelP. 11. J. IJssel de SchepperC. J. Themmen
C. Sandt van Nooten, TV. A. van de GraaffII. van Log hém
Jr., V. IF. Cock, P. F. Besier.
De Heer Bkeijinck te Zwolle roept tegen 4 November e.k,
alle stemgeregligde burgers op, om te zijnen huize eene ver
gadering te houden ten einde te beraadslagen over de ke.uze
van een lid voor de tweede kamer.
Moge dit ook spoedig hier en elders plaats hebbenten
einde zich onderling wel te beradenen niet weder in de
strikken der behoudslieden te vallen
Een Nederlander laat zich al heelwat welgevallen, en be
wierookt daarbij de «wijsheid" die het zoo stuurde of zoo
aanzag. Men kan niet weten, denkt hij, waar t goed voor is.
(»Om der minne van tiet smeer" enz.)
't Is niet te verwonderen als drieste egoïsten er niets in zien
om zulk volk te trappen. Een toonbeeld van hetgeen de
Nederlander al verduurt, zien wij in de zoogenaamde regt-
spraak over belastingzaken, welke, ja misschien, het geheele
volk zich laat aanleunen. Ieder laat zich wijsmakendat ge
deputeerde staten (de gouverneur meegerekend) regters, en
wel de hoogste regters zijn over hetgeen een Nederlander voor
belasting zal betalen. De geloovige lezer denkt zeker, dat wij
hier spreken van hetgeen wettig zijn moest: oneen, wij spre
ken van hetgeen wettig is, maar evenwel buiten alle praktijk
wordt gehouden. Ja, voor vei e weg de meeste rcgtsgeleerden
zeggen wij hier zeker iets nieuws cn vreemds. Zoover gaat
de kunst der haagsche heeren. Met die zelfde leepheid waar
mede diplomatische en jesuitischc zaken worden behandeld
weten onze lalleyrands ons te stichten en te zetten als het
de beurzen maar geldt. Voor het overige zijn wij dikwijls zoo
veel complimenten niet waard. Het is opperbest, dat de
collegiën van gedeputeerde staten door de wetten zooveel als
verzocht zijn om aanslagen na te zien waarbij iemand zich
bezwaard acht (want tot zoodanig werk worden die collegiëm
niet gekozen). Hierdoor knnnen vele verkeerde aanslagen in
tijds en onkostbaar worden verholpen. Dit verhelpen wordt
doorgaans uitspraak of beoordeeling genoemd. En hiermede
was men in den Haag reeds halfweg, om het voor vonnissen
te laten doorgaan en alzoo de belastingzaken te brengen
boven de wet en builen toevlugt tot de regterlijke magt. Even
wel art. 185 der Grondwet op 't nijpen, eischt voor alle be
lastingen eene judicature, door cle wet te regelen. Dat art.
komt voor in het hoofdstuk Fan de Justitie. Hoe kan nu
judicature, m/fspraak jurisdictie worden opgedragen aan een
administratief collegie? Aan gedeputeerde of uitgelezen voor
standers van eene provincie? Of zijn bij geval de belasting
zaken uilgesloten van de justitie? Ons dunkt, die beslissingen
'van gedeputeerde staten kunnen eenigzins vergeleken worden
met cle middelen tot conciliatie ten overstaan der vrederegters
onder de fransche wet. Het beroep op gedeputeerde staten
is eene ontwikkeling van het regt van petitie, Zoo lang cle
wet geene bijzonderemaar clan toch eigenlijke, regtbanken
voor belastingzaken heeft aangewezen, blijven die zaken aan
cle gewone regtbanken. Opdragt van regis.praak aan nfef-regters
is niet te rijmen met vele arlt. der oude Grondwet (136-,
143, 147, 151, 160, 163, 164, 165, 171, 172, 178, 182,
183 184, 187). Maar desalniettemin en evenwel nogtans
hebben cle onvervalschte discipels van Willem I het zoover
weten te brengen dat de wet van 22 Mei 1845 op de invor
dering -van "s Rijks directe belastingen in art. 15 zegt, dat
het verzet tegen een dwangbevel nimmer tegen de wettigheid
of de hoegrootheid van den aanslag kan gerigt zijn. Bravo!
En zeer naïf. «Van den aanslag"! Het heilige-regt werd ons
zeker buitendien nog niet duur genoeg verkocht. Het staat
met dat al in eene wei. Die wet moet worden nageleefd,
zoover zij maar eenigzins gered kan wordenbehoudens cle
Grondwet. En hiertoe blijft eenige mogelijkheid over. Na
melijk moet er in zulk .geval geprocedeerd worden niet bij
verzetmaar bij gewone dagvaarding, of op zoodanige andere
manier als deskundigen moeten weten aan te wijzen, Hoe
het, daar nu mede zal onder de nieuwe Grondwet, moet de
tijd leeren. De koning had zooveel moois beloofd, en de
haagsche heeren zijn ook hier al weder een stapje verder. Men
leze er maar eens de artt. 137, 148, 150 en 163, alle vier
in het tweede lid. Wij zullen zien, wat de o hoi zoo libe
rale veelbeloover's er 'van zullen maken.
Er zijn weer bezuinigingen beoofd. 't Is mogelijk, dat
er nu ook eens iets van gebeurt. Ja zelfs zouden de ministe-
riën van eeredienst worden ingesmolten bij andere ministeriën.
't Is mogelijk, dat het eene modderpartij geeft. Althans,
wij meenen uit couranten-berigten bespeurd te hebbendat
minister Liciitenvelt zich geroepen heeft geacht, niet om cle
wet te beschermen tegen de kerk, maar de kerk tegen de
wet. 't Is mogelijk, dat het berigt onjuist is geweest, of
dat wij het verkeerd begrepen hebben, 't Is ook mogelijk,
dat minister Liciitenvelt zoo iets heeft te verstaan gegeven als
diplomaat. Wijders is het mogelijk, dat er niet zal gemod
derd worden. Maar 't is ook mogelijk, dat de beloften een
gedenkstuk zullen opleveren even prachtig als de schriftelijke
en parlementaire gedenkstukken, waarvan de goede nederlan-
der getuige heeft mogen zijn op 's konings toezegging van
eene betere grondwet.
«Ofschoon wij de pogingen van het constitutionele
Nederland toejuichen, ofschoon wij de uitstekende diensten
op prijs stellen, die het gouvernement door het invoeren van
wijze verbeteringen aan het volk van Nederland heeft bewe
zen moeten wij echter verklaren dat cle Belgische constitu
tie niets te vreezen heeft, wanneer men eene parallel trekt
tusschen haar en cle nieuwe Nederlandsche Grondwet. Er
bestaat nog een zeker onderscheid tusschen de hoogste staats
wet van de beide landen. Men zou dat verschil in twee