NIEUWS- Ei
«SHk fti¥IITE!T!E-BLM.
October 1848.
W 41.
ISc Ministers'ok.
KALEIDOSKOOP.
SWOLIE, BEVER11ER,
Dit blad verschijnt geregeld alle Zaturdagen. De
prijs van het abonnement is voor Zwolle, Deventer,
Zutphen en Apeldoorn 75 cent in de drie maanden
overal elders franco per post87'/2cent. Alle post
kantoren nemen bestellingen aan.
De prijs der Advertentiën is van dén tot vijf regels
50 cent, en 10 cent voor eiken meerderen regel, be
halve 55cent zegelregt bij iedere plaatsing.
ZUTPHENAPE1DOOM*
De AdvertentiCn moeten vóór Vrijdag middag vier
uur ter Drukkerij te Deventer zijn ingezonden.
Alle toezendingen voor dit blad bestemd moeten
franco geschiedenhetzij door bemiddeling der Post
kantoren, of te Zwolle bij W. E. J. Tjeenk Willink;
Deventer, ATer Gunne; ZutphenJ. H. Melurk;
ApeldoornB. Gunni&g.
Kan v er keer enzegt Brederoo.
Wij liebben reeds meermalen gelegenheid gehad op te mer-
kenwelk een invloed de ministerrok op de helden onzer
vroegere oppositie tegen het behoud heeft uitgeoelend. De
wonderdadige werking van het met gif doortrokken kleed van
.Hercules was er niets bij. Dit doodde den menschmaar de
ministerrok keert den menscb gebeel en al om maakt er een
"eheel nieuwen mensch van. Het spreekwoord: dat de klec-
Jeren den man maken, moet, zoo als ieder weet, figuurlijk
opgevat worden maar met den ministerrok is dit het geval
niet, die verandert geest en bloed, die maakt werkelijk van
een 'liberaal en zuinig opposant, een vasthoudend en roijaal
regeringsman.
Zoodra de ministerrok is aangetrokken, wordt men over
stelpt door een vloed van nieuwe denkbeeldenterwijl men
het helderste begrip krijgt van zijne vroegere dwalingen en
verkeerdhedenof ookze volkomen vergeet. Zoodi a die rok
den opposant op het hooge standpunt der ministerbanken ge
plaatst heeftkrijgt hij gansch andere inzigten en het wordt
hem klaar, dat eene zaak lang niet dezelfde blijft, of men van
onderen naar boven of van boven naar beneden kijkt. Gc-
lukkriwanneer men daarbij bedreven advokaat is, geoefend
in het'bespreken eencr zaak uit het oogpunt, zoo als dc om
standigheden het aangeven.
Vroeger stond men vermindering van provinciale gouverne
menten0 voor, thans zal dit nog in langen tijd niet raadzaam
zijn. Vroeger was eene Eerste Earner eene aristocratische in
stelling, eene hindernis in de staatsmichineeene ongerijmdheid
in Nederland; thans is zij he* eveawigt van den staat. Vroe
ger heette de Raad van State eene overtolligheid, een onding
bij ministeriele verantwoordelijkheid; thans volstrekt onmis
baar: de Ministers zouden niet weten wat aan te vangen,
ais zij geen Raad van State hauden. Dc kolonies moesten
onder de autocratie van daan gehaald, cn onder de controle
der vertegenwoordiging gebragt wórden; nu heeft de verte
genwoordiging geen verstand van de kolonies, cn moet ei
ook zoo weinig mogelijk verstand van krijgen. Vroeger was
centralisatie geestverdoovend thans het vereischte cencr krach
tige regering. Vroeger was het bedenkelijk, hij de afneming
van welvaart, welke allerwege in het vaderland werd waar
genomen, en. bij de schrikbarende toeneming der armoede,
dat een aanzienlijk gedeelte vqd s lands inkomsten ten goede
kwam aan het Koninklijk Huis; thans heet het: die het trac-
tcment des Konings zou willen beknibbelen, slaat schendende
handen aan den luister der kroon. Vroeger was het: 't is
erbarmelijk te zien, hoe 's lands gelden verkwist worden met
soldaatje spelen; thans: die op het naar huis zenden eener
ligting aandringen, willen den staat verraden en aan den vij
and in handen geven.
Wij vinden van deze opklaring van 't verstand, en toene
ming bij den dag van ministeriele wijsheid en aflegging van
burgerlijke vooroordeelen in onze tegenwoordige regerings
mannen weer een veel beloovend bewijs in de Memorie van
Beantwoording van het Verslag der Commissie van Rappor
teurs over de herzienings-ontwevpen. De oppositie beweerde
stout weg, dat onze Kamers, bij eene inrigting, zoo als de
grondwet die voorschrijft, niets minder konden gezegd wor
den dan de natie te vertegenwoordigenen nog onlangs wa
ren onze ministers van burgerlijken zin, daar zoo zeer van
overtuigd, dat een hunner de Tweede Kamer dood eenvoudig
kwam vertellen, dat zij als vertegenwoordiging eener fictie
was. Maar 't kan verkeeren! In hunne Memorie van Beant
woording zeggen de Ministers dat het door de bepalingen on
zer grondwet zoo zeer bemoeijelijkt werk, om tot eene her
ziening der grondwet te komen, thans, door zamenwerking
van den Koning en de Vertegenwoordiging, zoover gevorderd
is, dat de Tweede Kamer 111 dubbelen getale haar oordeel
daarover moet uitspreken. Wanneer dit oordeel strekken zal
tot de aanneming der herziening, dan zal daardoor inderdaad
het zegel door da Natie op die herziening gedrukt worden. Want
er zoude zeker geene mogelijkheid zijn, dat drie vierden dei-
leden zich daarvoor verkaardenindien de overgroole meerder
heid der natie dit gevoelen niet deelde.
O wonder vermogen van den ministerrokEerst was
het: «ziet, Ed. Mog. Heerengij beschouwt ons met een wan
trouwend oogen verwacht, dat wij, liberalen en mannen
van burgerlijken zin eene vrijzinnige en op zuinige leest ge
schoeide constitutie zullen voorstellenen gij maakt u gereed
om tegen ons op uwe achterste bcenen te gaan staan maar
wij geven cr zie' dat niet orn. Wij hebben dien Koning ach
ter ons, en de Koning heeft het gansche Nederlandséhe volk
achter zich, dus zijn wij sterk; cn gijdie u laat verluiden
de vertegenwoordiging der natie te zijn, gij zijt niets dan eene
fictie.1' Maar nu zijn de omstandigheden veranderd. Met lo
ven cn bicden zijn de Ministers cn de fictieve vertegenwoor
diging over het knutselwerkje van eene grondwet eens ge
worden de Dubbele Kamer moet het nog maar goedkeuren,
en nu zijn ccnklaps de Edel Mogende Heeren de ware verte
genwoordiging der natie geworden, zoodat de goedkeuring
van drie vierden hunner hetzelfde is als de goedkeuring van
de overerootc meerderheid der Natie.
Maar de gewone leden der Tweede Kamer zijn dezelfde ge
bleven en dp buitengewone zijn evenmin door het volk ge
kozen als de gewone. Zij zijn het gewrocht van dezelfde stelsel
looze cn ligtzinnige verkiezingswijze der Provinciale btatende
natie heeft aan de dubbele leden evenmin eene volmagt gege
ven, als aan de enkelen; zij weet van den een even weinig
als van den ander.
Dat maakt niet uit. Thans hebben zij ons werk goed te
keuren, en als 87 Ed. Mog. Heeren goedkeuren, dan is dit
een bewijs dat drie vierden der natie goedkeurt. Die dit
niet begrijpt, heeft geen verstand.
Welk ecu diep inzigt en wat scherp verstand geeft de mi
nisterrok.