Li Lïï dt.«w'*n onvermengd te vereenigen om het als eene afzonderlijke magt in den Slaat te laten handelen, zal, op welk eene wijze ook daargesteldaltijd eene anomalie zijn. Maar nog meer clan eene anomalie, het zal altijd eene grove onregtvaardigheid zijn. Wij hebben geene privilegies, gecnfc bevoorregting van per sonen of standen, wij hebben volkomen gelijkheid voor de wet; yvij zijn hier zoo naijverig op, dat men zélfs niet dulden kan, dat gepromoveerden, alleen om haren doctoralen graad, het steuiregt zouden mogen uitoefenen, uit vrees dat men het als een voorregt zou kunnen beschouwen. Maar welk een privilegie wil men moedwillig aan de weinigen, ver boven anderen met goederen bedeelden in den .staat geven. Wat de Regering en de gansche natie door hare vertegenwoordiging goedkeurten heilzaam acht voor het algemeen, zal, met het belang dier weinigen niet strookende, door dezen worden af gewezen. Dit zal niet dikwijls gebeuren, maar juist in levcns- kwestiën. Vergeefsch zullen de pogingen zijn om het brood der armen, de nijverheid en den handel van de drukkende belastingen te ontheffen, en deze op de schouderen der ver- mogenden over te brengen. Een veertigtal vermogenden zal voor de belangen der rijken waken en met de noodige magt zijn toegerust om die belangen tegen allen te handhaven. Het is meermalen aangemerkt, dat het van groot nut kan zijn te weten wat andere volken van ons zeggen en den ken. Er is zooveel gebluft van de eer en achting en 't aan zien, waarin wij bij vreemden stonden, dat het wel dubbel treffend moet zijn te zien hoe die hekken nu verhangen zijn. Wat waarheid is?.... wij beslissen niet, wij deelen slechts mede. Zoo bevat de Courrier Francais van 6 dezer een uitgebreid stuk Affaires de Hollandgetiteld, waaruit wij 't onderstaande overnemen. Daar wij echter allen schijn van kwaadwillig heid willen vermijden, en niet weten in hoe verre dergelijke mededeeling voor geoorloofd zou beschouwd wordenzullen wij de hevigste uitdrukkingen verzachten of geheel achter wege laten. «Daar de Limburgsche kwestie," zoo begint het, welke gewigtige gevolgen kan hebben thans de algemeene aandacht op Holland gevestigd heeft, is het welligt niet onbelangrijk een blik op den tegenwoordigen toestand van dit land. te slaan. »Zie hier hoofdzakelijk, en volgens berigten die wij alle reden hebben voor naauwkeurig te houden de staat van za- ken in Holland «Eene kamer van afg.evaardigen hoofdzakelijk bestaande uit mannen van verjaarde en teruggaande begrippen, verklaarde vijanden van alle hervorming, allen vooruitgang; en in deze1 kamer geen enkele individualiteit met "zooveel bekwaamheid en vooral geestkracht om de enkele liberalen, die er in mog- ten zijn, om zich te verzamelen. Eene kamer van senateurs voor hun leven, reeds sinds lang uitgezocht onder al wat de geldaristocratie en adel doms en vooral stijfzinnigs hebben. Geen één uitstekendverlicht persoongeen een geacht letterkun- dige, geleerde of kunstenaar heeft zitting in deze noodlottige vergadering, de onvermijdelijke steen des aanstoots voor alle soort van vooruitgang ■p O O 'iJtene magistratuur vijandig aan den democrati- schen geest en dus aan het volk, omdat dit, als met regt, den olïgargischen geest dreigt te verdringen, waarmede de hollandsche magistratuur, die als eene erfelijke betrekking ten dienste van sommige bevoorregte familiën is, zich sinds eeuwen heeft doorzuid-getoond »Eene uitgeputte s'atkist, een wezenlijk vat der Danaïden onophoudelijk weder gevuld door eene natie, die de zelfver loochening der opoffering teft het onmogelijke drijft; en im mer weder geledigd door een bestuur(jp 't oogep- blik weder een te kort van 25 millioenen francs; "Belastingen, tot eene ongehoorde, ongeloofelijke hoogte opgedreven, cn op 't punt van no'g vermeerderd te worden door eene drukkende belasting op de bezittingen en op de inkomsten van posten "Eene oorlogsvloot, zeer voldoende op het papier: maar niets beteekenenck in der daad; niettegenstaande de 8ü[) mil lioenen francs voor de marine, ol' liever onder voorwendsel van de marine, verspild sinds meer dan 30 jaar; "Eene drukpers, aan de joden, aan de onedelste speculanten overgeleverd, zonder eenheid, zonder invloed ten minsle wat de groote dagbladen betreft. De kleine zijn beter en zeer door 't volk gezocht. J e "Een zieltoogende handel; een ten ondergebragte en uit-ge lcleede buigerstand; een ontzenuwd, verbasterd volk van honger stervende zonder zich te durven beklagen en'blind voor zijne regten zijne kracht en zijne stoffelijke- waarde een reeds ontzettend en dagelijks schnkbaarlijk aanwinnend pauperisme; eene toenemende landverhuizing; eene betreu renswaardige verdeeldheid tusschen protestanten en kathoiij- »Tcn slotte: bovenaan, liet steeds oligarchisch bestuur, in 't midden een uitgeputte burgerstand, tot voettrede voor de aristocratie dienende en omlaag, een ellendig lijdend volk, maar te zwak of misschien reeds te zeer vertrapt om liet hoofd, en nog minder den arm, te -kunnen verheffen. «Zie daar den tegenwoordigen toestand van Holland "Laat ons, om dit bedroevend tafereel te voltooijen er bijvoegen, dat er thans e<ine soort van comedif gespeeld wordt de herziening der grondwet getiteld - Ongelukkig voor het Hollandsche volk, dat zeker een beter lot verdiende - Wij hebben dezer dagen onder de oogen gekregen de eerste aflevering van een hoogst belangrijk werk, dubbel be lang,-, jk au den tegenwoordigen tijd, namelijk Reis over Java Madura en Bah door WR. van Hoeveel, Theol. ür en Pre- dikant te Batavia. Het is ons doel niet zoo zee,- d;r noeg bekend en geprezen worden); alleen wilden wij onzen lezers doen zicnhoe ongunstig de schrijverdie ten volle geregtigd is deswege te oordeelenover eene kolonisatie naar onze O. Indische bezittingen fwairvm Cr,m beuzelen) denkt. (waai van sommigen nog altijd -De landverhuizing "zégt hij, »is in Nederlandaan de ide van den dag. 1 alrijke familiën verlaten haar vaderland, om in Amerika eene onzekere toekomst te gemoet te gaan. Men wil zoo mogelijk die nutte burgers en nijvere handen met voor de belangen van Nederland verliezen, en rigt daarom nis "Ho 'ljnc p.i;kke,) naar deze gewesten, of hier geene kolo- satie mogelijk zou zijn. Men spreekt van Ceram in de Mo- u s, en eene Maatschappij voor kolonisatie aan de oevers (Ier groote rivieren van Borneo heeft zich zelfs reeds gevormd. s voor mij zou het onverantwoordelijk achten, indien ik deze weinig overlegde plannen toejuichte en bevorderde; de ondervinding,, die ik gedurende elf jaren in Indië heb opge daan, geelt mij de innige overtuiging, dat Europeanen in het gewone klimaat der stranden en lage landen der eilanden van dezen Archipel, 'nimmer zich aan den landbouw zullen kunnen wijden, zonder gevaar te loopen van binnen zeer korten tijd eene prooi te worden van het graf: ik deel die oveiluiging met alle onbevooroordeelde bewoners dezer ge- weslen. Niet gaarne zou ik mijn geweten bezwaren met de aanmoediging eener onderneming, waarvan ik, volgens men- schehjke berekeningen de treurigste gevolgen voorzie." Eene enkele streek (dc vlakte van Bandong) meent hij ech ter, dat in vele opziglen geschikter zou zijn, doch hier treedt het Indische regeringstelsel weder in den 'weg. "Inderdaad, vervolgt hij, »ik ken maar één gegrond be zwaar tegen eene kolonisatie in deze landstreekniet het schrikbeeld, waarmee men in Nederland angst en siddering tracht op te wekken, «dat van zoodanige onderneming het gevolg zal worden dat deze Kolonie zich later onafhankelijk van het moederland zal verklaren;" maar het zekere vooruit- zigt, dat het tegenwoordige regeringssysteem ongetwijfeld een einde zal nemen. Dat systeem van alleenhcerschmg en, zoo als men het noemtautocratiedat systeem van Hoe volo sic jubeo, dat systeem, hetwelk het bestuur over twintig milli oenen zielen aan twee mannen, den Minister van Koloniën en den Gouverneur Generaal in handen geeft, cn hun lot van liet stat pro ralione voluntas van twee menschen afhan kelijk maakt; dat systeem, waardoor een budget van tachtig millioenen zonder'verantwoording aan de administratie van den Minister cn den Gouverffiüi-Generaal is overgelaten ter wijl men in de vergadering der volksvertegenwoordigers'haar klooft over elk onderdeeltje van een budget van vijf en ze ventig millioenen, waarvan bijna de helft de rentebetaling dei- schuld betreft; dat systeem, hetwelk de oorzaak isdat Neêrlandsch-lndië zonder systeem geregeerd wordt, en heden wordt afgebroken, wat gisteren werd opgebouwd, al naar het individueel gevoelen van den tijdelijke» Gouverneur-Gene raal en Minister van Koloniën het medebrengt; dat systeem, hetwelk alleen mogelijk en bestaanbaar is, zoolari" de Neder-'" landsche Natie, ook de Volksvertegenwoordigers ook de Raad van State er onder begrepen, onkundig blijft'van hare hoogste materiëlebelangen van den grondslag van haar be staan van de bron harer herleving en welvaart in de toe komstdat systeem zal, wiskunstig zeker, bij eene kolonisatie vallen; want, in weerwil van alle voortgezette pogingen tot geheimhouding, zal dan de ware toestand van ludtë, zullen dan dc handelingen der Regering niet meer aan het oog dei- natie te^ onttrekken zijn. Dan zullen er oogen wezen, niet met een' gekleurden bril gewapend, onpartijdige oogen, die niet op eenen verren afstandmaar van nabijop de plaats zelve, in het glazen huis der administratie kunnen zien en die zich niet door generale en abstrakte redeneringen of uit de lucht gegrepen paradoxen laten verblinden.Ik bid de Voorzienigheid, dat mijne landgenootcn hunne oogen mogen

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

De Kaleidoskoop (1846-1851) | 1848 | | pagina 2