NIEUWS" Ei I 24 «1 u11ij UUii. B8e I®oi*tefeiïiIIe van Moloaiëu. KALEIBOSKOOP. ZWOLLE, DEVENTER, Dit blad verschijnt gerepeld alle Zatiirdagen. De prijs van het abonnement is voor Zwotie, Deventer, Zutphen en Apeldoorn Tó cent in de drie maanden; •veral elder» franco per poatST/jcent. Alle post kantoren nemen bestellingen aan. De prijs der Advèrtèntiën is van éóri tot vijf regels 50 cent, en 10 cent voor eiken meerderen regel, be halve 5ücent zegelregt bij iedere plaatsing. ZUTPHENAPELDOORN. De Advertentiën moeten vóór Vrijdag middag vier* uur ter Drukkerij te Deventer rijn ingezonden. Alle toezendingen voor dit blad bestemd moeten franco geschieden, betzij door bemiddeling der Post kantoren, of te Zwolle bij VV. E. J- Tjsenk Willink; Deventer, A. Ten Gunnb; Zutphen, J. II. Mellink; Apeldoorn, B. Gunning. Wij lijn wel eene ellendige natie! Reeds is het meet' dan drie maanden sedert wijzoo men ons vertelt, van den weg des-Behouds en bekrompenheid al', en op dien van vooruitgang en vrijzinnigheid zijnen nog is het niet mo gen gelukken negen mannen te vinden, die bij hunne liberale denkwijze genoegzame kunde bezitten om den tijdelijken mi nisterraad voltallig te maken. Er is nog niet eens een tijdelijk minister van koloniën te vinden. Niettegenstaande het veel omvattende en uiteenloopende van dit departementniettegen staande het hooge belang onzer bezittingen in Oost en West, in weerwil van de overtuiging, zoo dikwijls ook van regerings wege geuit, dat die gewesten eene vaste hand eischen tot besturing, en het Behoud op grond daarvan niets van de au tocratie meende te moeten opgeven, blijft nog altijd deze por tefeuille als een aanhangsel tot zijn eigenlijk ministerie in han den van den minister van marine. Zoo arm is de liberale partij aan kundige personendat in 3 maanden onder hare rijen geen man te vinden is, om tijdelijk dit ministerie waar te nemen. Maar dit is immers te dwaas? Wij mogen al geen overvloed van uitstekende mannen hebben, zoo erg zal het nog niet ge steld zijn, wanneer het zoeken ernst ware. Niet allen, die zich na het bekleeden van hooge betrekkingen in Indie thans in 't moederland bevindenzijn doorbrengers of intriganten in tegendeel, zijn er al een paar zoodanige onder, verre de moesten zijn mannen van onbesproken wandel en opgeklaard versland. En waarom zou er onder de mannen die lndië wel niet gezien, doch dos te meer bestudeerd hebben, geen gevonden worden, geschikt om tijdelijk dit ministerie te aan vaarden Er moet iets anders achter zilten, en wanneer men zekere redeneringen en geruchten en vertrouwelijke gesprekken -en op gaven van persoonlijke gevoelens met elkander vergelijkt, is het niet moeijelijk te raden, wat dit zij? De lieer Baud moet de eerrig mogelijke persoon voor dat. ministerie zijn en blijven. Er is onder 3 millioen Nederlanders maar één man, aan wien dit zoo gewigtig departement van algemeen bestuur kan wor den opgedragen; kan de heer Baud het niet zijn, dan niemand. En welke zijn de eigenschappen, die dun heer Baud zoo onmisbaar maken, dat niemand in staat is de plaats te be kleeden, welke hij ledig laat? Hij is kundig en een eerlijk man! Ziedaar onze ellendigheid ten top! Een tweede, die eerlijk en kundig is, weet men niet te vinden, om zelfs maar tijde lijk als minister van koloniën te fungeren. Niemand die den gewezen minister kent, of zijn bestuur heeft gadegeslagen, zal het in twijfel trekken, of zijn karak ter is onvatbaar voor elke laagheid en oneerlijkheid in zaken van administratie, en hij bezit daarbij de kunde, welke een veeljarig beleid van zakengepaard aan eene buitengewone werkzaamheid, kan geven. Dit neemt echter niet weg, dat er in lndië menigvuldige klagten rijzen over terugzetting van oude en beproefde ambtenaren voor jeugdige en nieuwelings uit Europa aangekomen beschermelingen van den heer Baud, behoorende tot zijne magen en vrienden, die bezit nemen van bestaande of opzettelijk gecreëerde posten, waarop anderen regt- matige aanspraak hadden. 01 dat er vergunningen tot het opzetten van ondernemingen aan zoodanige magen cn vrienden zijn toegestaan, die alleen konden gelukken ten koste van het bestaan van den soberen inlander. Op de kunde van den heer Baud of liever op zijne be kwaamheid als regent wordt eene duistere schaduw geworpen door zijne vrees voor openbaarheidwelke zoo verre gaat dat hij, al wat het wezen der koloniën raakt onder een huis zou willen zetten, ten einde er niemand ongenoodigd een blik in zou kunnen werpen. In deze worsteling van den duisterheidszin van den heer Baud met den tijdgeest, die openbaarheid verlangt, ligt hij, zoo als het gaat, nu eens onder, dan weer boven; maar zeker is het, dat hij, hoe meer het hem gelukt geheim te houden des te meer doet zien dat hij niet genoeg met den tijd is meegegaan om lid van een ministerie te worden'twelk volledige openbaarheid tot beginsel hebben zal. liet kenmerk van het bestuur van den lieer Baud is partij te trekken van de iorigtingen en het stelsel van den heer du Bus de Gisignies en van den Bosch; deze, wat de grondslagen aangaat, onveranderd eo onverbeterd bij te houden, maar ze eenig en alleen in de rigtïng van «lirekt geldelijk voordeel, piet te ontwikkelen, maar te persen; de koloniën, neen, Java, waar hij genoemd stelsel ingevoerd vond, productief te maken, zoo als.de heer van Hall de belastingen productief maakte. Yerdrooge er ook de bion om, er uit scheppen, wat er in is; versterve er ook de plant om, drijven om de meest mogelijke vrucht te krijgen. Opofferingen om ergens iets te verbeteren of vooruitzigten op nieuwe voordeden te openen, daar niet het minste van; zelis voor eene behoorlijke bescherming der kusten tegen de zeel'oovers niets over hebben de andere bezittingen verwaarloozen wijl zij voor 't oogenblik zoo veel niet afwerpen alle zorg tot Java bepalen. Eenmaal ga de boel te gronde, of mogen er schatten noodig zijn om het kwaad, 't welk men moedwillig veroorzaakte of liet voort- kankeren, te sluiten en te herstellen; «lie dan leeft, die dan zorgt, als Java nu maar batige saldo s oplevert. Daartoe de bescherming cn uitsluitende handhaving der Han delmaatschappij in al hare misbruiken, er» tot zulk eene mate, dat men haar monopolie op monopolie schenkt, haai de kust vaart door particulieren en de Indische koopvaardijvloot laat vernietigen en allen ondernemingsgeest laat verstikken. De cenige bestemming van Neerlandsch lndië onder het beheer van den heer Baud, moet zijn te produceren voor de schatkist cn de Handelmaatschappij. Van hier een kinderlijke angst en ingenomenheid tegen elke particuliere onderneming. Geen grondbezit van Europeanen op Java, geene kolonisatie in lndië. De heer Baud wilde eens het nemen eener proeve toestaan op Obie cn Howamohelklaarblijkelijk wijl hij dacht, dat zijn toch verloren posten. Staatseigendom zijn de kolo niën en alleen te exploiteren ten bate der schatkist. Den

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

De Kaleidoskoop (1846-1851) | 1848 | | pagina 1