fis
NIEUWS- Ei
aii
ADVERTENTIE-BLAD.
5 Junij 1848.
IV0. 25.
lijp
WmBÊéx *mL\v
mmiïm
ÜEVENiTEit Vrijdag 2 Junij.
IS oofaS staak 1 «lea* BSegrootiug.
RALEIDÖSKOOP.
ZWOLLE 5H.VI.V5 TI*.
Dit blad verschijnt geregeld alle Zaturdagcn. De
prijs van bet abonnement is voor Zwolle, Deventer.
ZtUphen en Apeldoorn 75 cent in de drie maanden
overal elders franco per posl87l/jCenl. Alle post-
kautoren nemeo bestellingen aan.
De prijs der Adverlentién is van één tot vijf regels
50 cent, en 10 cent voor eiken meerderen regel, be
halve 53cent zegelregt bij iedere plaatsing.
ZUTPDENAPElöOORN.
De A;dvertentiCn moeten vóór Vrijdag middag vief
uur ter Drukkerij ie Deventer zijn ingezonden.
Alle toezendingen voor dit blad bestemd moeten
franco geschieden hetzij door bemiddeling der Post
kantoren of te Zwolle bij W. E. J. Tjeenk Willink
DeventerA. Teb Gunne; ZulphenJ. H. Mellink;
ApeldoornB. Gunning.
(HülS des Konings.)
Alzoovolgens de woorden des ministers, moet het huis
houden van Staat overeenkomstig gemaakt worden met den
Nederlandschen volksaard, dat is, het moet eenvoudig en bur
gerlijk worden ingerigt. Thans leeft de Staat op eenen grop-
ten voet; er zal dus niet weinig vereenvoudigd en bezuinigd
moeten worden.
Dat geeft de heer Donker Curtius clan ook op als het ge
voelen der Ministers, en loopt eenige hoofdstukken van het
budget door, waarin de bezuinigingen zullen moeten geschie
den. Maar de beide eerste hoofdstukken slaat hij over; neen
dat juist niet want van het eerste zegt hij bepaald, dat
het zoo blijven moet. Zoo blijven moet! Het appointement
des konings ad: tien tonnen gouds in baargeld, benevens het
inkomen uit de domeinen, vóórdat de waarde der gronden in
ons land om een derde en meer is toegenomen geschat op vijf
ton. Vervolgens: vrijdom van grondbelasting voor de vorste
lijke woningen vrijdom van alle personele lasten voor den
Koning de Prinsen en de Prinsessen. Eindelijk twee tonnen
gouds voor den Prins van Oranje. Genoegzaam een vijftiende
deel van 'tgeen het gansche, thans zoo duur toegestelde huis
houden van staat kost.
Wij hebben reeds zoo dikwijls over bezuinigingen in 't alge
meen hooren spreken, die, wanneer het tot een specificeren
komen zou, op niets of op de pensionnering ceniger onderge
schikte ambtenaren neerkwamen, dat het geen wonder is, als
wij een weinig wantrouwend worden. In de reden des Mi
nisters is ook weer veel over bezuinigingen in 't algemeen
maar het eenige punt, dat bepaald genoemd wordt, het inko
men van het koninklijk geslacht, dat moet zoo blijven.
Zou het voor eene huishouding, die zich op eenvoudiger voet
gaat stellen, niet eene valsche bezuiniging zijn zoo die niet van
boven af begint. Wanneer b.v. equipage wordt afgeschaft,
maar het hoold des gezins zijne oude levenswijs aanhoudt en
rijtuig neemt, terwijl het gezin te voet gaat; wanneer voor
het gezin het gebruik van wijn tot enkele feestdagen beperkt
wordt, maar het hoofd voortgaat met dagelijks zijn Chambcrtin
en Lafitte te zwelgen? Zou zulke bezuiniging den teruggang
der huishouding wel stuiten of niet slechts dienen om den
eenvoudiger voet voelbaar en drukkend te maken?
Er is dan ook, behalve de instandhouding der Eerste Kamer
geen punt in het herzieningsontwerp der commissiewaar men
zich in bladen en adressen eenstemmige!- tegen heeft verklaard
dan dit. Slechts het Handelsblad houdt zich in deze aan de
zijde der groote lui, altoos roijaalals het van een ander, of
op algcmcene kosten gaat. «Verre van ons," zegt het, «dat
«wij het inkomen der kroon zouden willen verminderen;"
't welk meer eene poging tot een douceur dan wel een af
doend argument lijkt.
Na de beide hoofdneigingen onzer natie, eene opregte ver
kleefdheid aan het huis van Oranjeen ten andere een eenvou.
dig enburgerlijken zin, aangewezen te hebben als bakens,
waarnaar onze staatkundige instellingen moeten aangelegd wor
den, zegt de Minister, tot de toepassing overgaande: «Het IS
«onder dezen indruk, dat, bij de voorgestelde wijzigingen van
«de Grondwet, een aanzienlijk inkomen aan het koninklijk ge-
slacht verzekerd blijft." Dat is een rare indruk van zul ve
stempels: uithoofde van de gehechtheid aan het huis van
Oranje en den eenvoudigen zin der natie, behoort het konink
lijk geslacht een aanzienlijk inkomen te hebben! Meent men
dat de gehechtheid aan het vorstelijk huis in evenredigheid
staat met de aanzienlijkheid van het bedrag der begrooting
Volstrekt niet; of het mngt wezen in omgekeerde reden; hoe
minder de koning kost, hoe opregter de natie zal verkleefd zijn.
Of denkt men niet, dat het iets grievends voor de natie
heelt, in den waan gebragt te worden dat het voorwerp barer
verkleefdheid aan hetzelfde euvel mank gaat, als hetwelk Louis
PuiLippE vooral de gehechtheid der Franschen ontstal, de znc e
om bij den teruggang van 's lands financiën het inkomen van
zich en zijn huis aanzienlijk te doen zijn? Neen, hoe kleinei
het inkomen des konings is, hoe sterker de gehechtheid ter
natie zal wezen. En al moest hij zich de opoffering van eenige
zijner kostbare genoegens getroosten of zijne huishouding
eenigzins minder wcidsch en schitterend maken eenige hoile-
veranciers mogten het bekrompen en onkoninklijk vinden, de
natie zou het toejuichen, en in hare dankbaarheid en grooteie
gehechtheid vergoeding geven. De zoo drukkende turfaccijns
zal niet meer dan een millioen aan tie schatkist opbrengen.
Wanneer het eerste hoofdstuk der begrooting met dat bedrag
verminderd werd en daarvoor die accijns wierd afgeschafthoe
veel leeds ware er weggenomen, hoe veel arbeidshoe vee!
verdiensten, hoe veel verzachting aan de armoede ware er aan-
gebragt? Hoe vele handen, die thans des wintersverkleumt!
van koude, zich naauwelijks kunnen buigen zoutten dan aan
den warmen haard ontdooid zich dankbaar vouwen voor dcri
eenvoudigen en burgerlijken Koning?
Wat het verder beteekent, dat het inkomen van het konink
lijk geslacht aanzienlijk zijn moet, omdat de natie een eenvou
digen zin heeft, begrijpen wij ook niet; of liet woord eenvow/ig
zou in den zin van onnoozel moeten genomen w-ortlen, zondat
bet zou beteekenende natie is zoo simpel en suf, dat zij
de inrigting harer huishouding op eenen zuiniger voet daar
mede begint, dat zij aan hare vorsten een aanzienlijk inkomen
verzekeit?
Men heeft de Ministers van Louis Philippe ook dikwijls klin
kende redeneringen en fraaije phrases hooren in het midden
breiwen, om verhooging der civiele lijst of goedstemming van
apanages aan de afgevaardigden smakelijk te maken maar ten
slotte hebben zij hunnen koning daar slecht mede gediend.
(Hoewel hetzelfde onderwerp alp'ons Hoofdartikel behan
delende, meenen ivij 't onderstaande/,yns ,a*m itfneftachle hand
toegezondeneene plaats te moete^ffverh^iiN£0^ooml om hel
belang der zaakats om de algeneeene vpt/dte van meer
zijden te doen kennen.
«Onze Staat moet een burgermap worde$ti"^Ts itijj dit vorig
nommer gezegd, naar aanleiding ck'r ministeriële, verklaring