m Iets over vrijheid vaai Ouderwijs. lïegtstrceiksclse VerMezIisgeïs. ILelAeB'iüaeiBws. ©■eiBieugule lieriglea. J nog al meer tonnetjes? Als 't anders niet is, die kleinigheid kan men óók wel overstappen. Toestoppen maar! Wat is er ook nader toe dan de roem en glorie van Europa Vrijheid van onderwijs roept men ons toe is eene onmoge lijkheid: het is den bodem inslaan aan t geen met zoovee moeite is opgebouwd sinds 1306: aan datgeen, waarop de vreemdeling met zooveel bewondering gestaard heelt; het is met één woord aan 't Nederlandsche volk zijne kroon ontne men. Vrij beid van onderwijs," roepen de meesten Dr. Nas sau na, »is het graf van alle ware vrijheid. - Wat is viij- heid van onderwijs? Zij sluit in zich de vrijheid van den on derwijzer om zich te vestigen waar hij wil, en de onafhan kelijkheid van t onderwijs van alle staatkundige Tleui en kei- kelijke sectegeest. Deze twee zaken mogen niet verward^ worden. De onderwijzer op zekeren leeftijd gekomen zijnde, moet na afgelegd examen vrijheid hebben zich in eenige plaats neer te zetten, behoudens eene admissie, hem door het plaat selijk bestuur gegeven. Dit is de eenige manier om op den duur alleen bekwame en geschikte onderwijzers te bekomen. Wordt dat doel door de vergelijkende examina bereikt? Ge steld eens, dat onder de sollicitanten naar eene vacante plaats acht van de dertig hebben uitgemunt, dan volgt er uit, dat zeven bekwame onderwijzers onbevredigd kunnen terugkeeren. Wie waarborgt nu deze zeven, dat zij binnen verloop van een of twee jaar allen goed geplaatst zullen zijn, en den moed niet laten zinken? Wij gelooven, da't velen van dezulken een ander vak kiezen en voor het onderwijs verloren gaan. In dit geval nemen wij nog altijd aan, dat men tien knapsten en geschiktsten op elk vergelijkend examen kiest, 't geen trouwens op verre na geen vaste regel is. De onderwijzer moet vrij zijn om zich te vestigen; maar daarvoor dienen de examens strenger te zijn; de provinciale examens in een algemeen staatsexamen herschapen te worden; de stedelijke examens voor al wie zich zou willen vestigen in moeijelijkheid en omvang geëvenredigd te zijn aan de behoef ten van elke plaats; (dat de omvang der vereischte kennis naauwkcurig omschreven moest wordenspreekt van zeil). Verkiest een onderwijzer van standplaats te verapderen hij onderwerpe zich op nieuw aan het examen. Deze maatregel, gevoegd bij de concurrentie zijner ambtgenooteuzal hem te vens op de hoogte van den tijd houden, en hem niet, ge makshalve, allen vooruitgang doen haten. Het is duidelijk, en dat is de bedoeling ook van het gou vernement, dat de geheele corporatie der onderwijzersen elk onderwijzer in 't bijzonder, onder een streng toozigt blijft: dat op zijne zedelijkheid niets aan te merken valt: dat hij zich uitsluitend aan het onderwijs wijdt, en geene andere nes- terijen pm handen heeft, die niet dan nadeclig op zijn onder wijs kunnen werken. Onder deze bepalingen is vrijheid voor onderwijzers eene behoefte des tijds, en door ze in te willigen zal men de zaak des onderwijs bevorderen: het is gebleken aan het middelbaar onderwijs. Toen in 1826 de vrijheid tot het vestigen van middelbare scholen toegestaan werdvormden zich hier en daar inrigtingen van dien aard, die welhaast in deugdelijkheid van onderwijs de meeste oude latijnsehe scholen verre overtroffen, 't welk ten gevolge had, dat vele latijnsehe scholen op den voet der instituten geschoeid en in gymnasiën veranderd zijn; terwijl andere aanmerkelijke vei betei ingen on dergaan hebben. In de een der eerst volgende nummers van dit weekblad hopen wij aan te toonenin hoeverre vrijheid van onderwijs -even wensehelijk is. Leijdcn. Ieder voorzeker, die verstand genoeg heeft om het te beoor- deelen, en eerlijkheid genoeg om het te erkennen, zal toe stemmen, dat alleen van reglstreeksche verkiezingen het heil des lands kan verwacht worden, en is daarom hoogelijk in genomen met het ontwerp van gewijzigde grondwet door de staatscommissie, waarbij die wijze van verkiezing bepaald wordt. Alleen de Tweede Kamer staat in dit opzigt tegenover de gan- sche Natie, en heeft bij haar bekend verslag ten stelligste verklaard, dat zij met genoegzaam algemeene stemmen tegen regtstreeksche verkiezingen, en voor verkiezingen met twee trappen was (door Prof. TyKeman dezer dagen zoo geestig i)getrapte verkiezingen" genoemd). Trouwens, dit kondc van eene instelling, die zoo weinig hare roeping en haar tijd toonde te kennen, en meer op eigenbelang dan op het belang des volks zag, niet verwonderen. Om den loop echter, die het genoemde ontwerp hebben moet, om tot wet te worden, en de hevige bestrijding en tegenspartelingdie dit punt door de Leden der Tweede Kamer (voor wie het eene directe levens vraag is) en door de voorstanders van bet behoud zal onder vinden, achten wij het niet ongepast er eenigzins bij stil te staan naar aanleiding van een dezer dagen uitgegeven vlueschriftié »Landgenooten 1" getiteld. J Durft gij er niet aan, landgenootenzegt de schrijver namelijk aan regtstreeksche verkiezingen welnu, keert teruc tot eene monarchie achter eene grondwet verschanstvan wier invloed en strekking wij de zure vruchten dragen. Geene halve maatregelen! Alles, het uiterste, alles op eens, eens voor altijd. Het grondwettig stelsel moet in zijn meest uitgebreiden zin worden aangenomen. Zal men er de evenredigheden van storen, door het rad der verkiezingen op te houden? Laat de voorzigtigheidonzen landaard eigen, ons hier niet bedrie gen! iedere deugd brengt haren eigenaardige.! missla" mede. Beschouwt den loop, den stroom der gebeurtenissen! °Binnen luttel jaren, luttel maanden, en de gebeurtenissen zijn voort geijld, sneller en verder dan uwe grondwet; gij hebt een kamp van onbevredigden gevormd, en een nieuw geroep van herziening gaat, dreigender dan ooit, terwijl de noodklok door Europa klept, in den lande op. God weet welke gevaren thans in al hunne uitgestrektheid niet te voorzienwij dan loopen zullen, welke vorderingen de propaganda van het re publicanisme zal gemaakt hebben, welke eischen zij zich zal vermeten, hoe wij zullen belaagd worden, hoeveel brandstof de onvolledige grondwet onwetend zal hebben vergaderdhoe- vele dreigende bestanddeelen in den schoot der maatschappij zullen zijn ontstaan. Alom zal het herziening, herzieniiw klin ken; het hek zal van den dam zijn, bij de vermeerderde krachten der heethoofden, dweepers en fortuinzoekers; het dolzinninige-volk zal, een weinig later dan elders, onbetame lijke kreten tot den vorst doen doordringen met wiens stam huis de geschiedenis van Holland innig is zaamgegroeiden wij duchten de tooneelen van Parijs en van Berlijn te 's Gra- veuhage en te Amsterdam. Neen! is het onvermijdelijk,, dat er tegensparteling en gemelijkheid in den staat is, het zij die van vervallen adel en zelfzuchtige aanzienlijkheid; zij mogen herziening roepen zoo luid zij verkiezen. De wagen zal op het versleten spoor niet terug; gedane zaken hebben geen keer, en wat zouden hunne uitgeputte krachten en zwakke vermogens tegen den vloed der gebeurtenissenwelke legers vernielt en troouen verzwelgt? Vervolg hierna). DE NEDERLANDSCHE HANDELMAATSCHAPPIJ at NEÜERLANDSCH- OOSÏ1NDIË. Te Deventer, bij A. ter Gun.ye. Prijs 50 Cents. Omler andere zaken, welke de onlangs vermoorde Overijssel met ijver behandelde, behoorde ook de Nederlandsche Handelmaatschappij, zoowel in 't algemeen, als in '1 bijzonder niet betrekking tot de Tw.entsche nij verheid ten einde de dringende noodzakelijkheid aan te toonen van liet beier nakomen ot'wijzigen van enkele bepalingen in de statuten der Maat schappij, en van het brengen van verbeteringen in bare wijze van wer ken. In eenige zijner laatste nummers heelt genoemd blad ook eene reeks van artikelen geleverd over de verkeerde werking der Handel.naat- schappij in Nederlandsen Oost-Imliëwaarvan de nadeelen ook op het moederland en dcszelfs nijverheid terug werken. Deze artikels, blijkbaar door een deskundige, die liooge betrekkingen in lridië bekleed heelt, en liet met liet vaderland en onze overzeesehc bezittingen beide hartelijk meent, geschreven, zijn thans, benevens liet slot, T welk in den Over ijssel ontbrak, tot een geheel vereenigdin eene brochure bij den uit gever dezes in liet licht gegeven. De brochure, die vetd licnt over verscheidene hier te lande onbekende zaken verspreid, is ook voor.il aanbevelingswaardig om de wenken, die er iu voorkomen met betrekking tot de grondwetsherzieningvoor het artikel, 't welk de overzeesciie bezittingen aangaat, alsmede ter beoor- deeling van den afgetreden Minister van Koloniën, die, zoo liet gerucht wil, nog de hoop niet zou opgegeven hebbeu om iu een definitief minis terie zijne portefeuille te hervatten. Het Fransche voorioopig Gouvernement heeft, in de ecrsle 72 dagen niet minder dan 295 besluiten uitgevaardigd. De vrienden zitten dus niet stil. De N. Rolt. Cour. vraagt, waarom er nog geene Nederland sche schepen naar de Sond worden gezonden ten einde aldaaf de Nederl. vlag te beschermen; terwijl er in onze zeehavens niet minder dan 10 a li oorlogschepen, geiieel uitgerust, bemand en gewapend werkeloos liggen. \lit Uiiitschland is een valsclie gouden Willem I. ontvangen. Een "oede wigtii/e is er vroeger heen getrokken. Te Groningen aan gekomen een zicli noemende Duilscbe student in de theologie, met pis tolen dolk kogels, kruid enz zijnde om dit verdacht sludeergereed- schap' iu verzekerde bewaring genomen. De koning van Griekenland heeft de algemeene geschiedenis van Polak, door drie academiën laten on derzoeken, die er alle een loffelijke getuigenis van gegeven hebben Zouden de' Grieksche professors Uollandscli kennen? In dé Tsraëlilische synagoge tc Assen wordt thans op 4 stemmen gezongen, Te Leiden is Prof Sandifobt overleden, waardoor liet buitengewone van Hen Heer Dalbektsma een einde staat te nemen. De reis van koningin'Victoria naar Ierland schijnt nu stellig bepaald. Daar jsflTians >«4 op'gezien wordt dat de jonge dames Engelseh spreken, Oiit Mr. Guvs\e Rotter dam zich aan haar dit te leeren. Alda/r Tvpriif1 ffev^iiagff «en tlol- landsch sprekende papegaai. Overleden dé^i^qftrslèri'fau'toppcl nalatende zijn geld in den grond, in dc mUréni van huis, UËldercu sta'l

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

De Kaleidoskoop (1846-1851) | 1848 | | pagina 3