NIEUWS- EN ADVERTENTIE-BLAD, lo April 1818. 16. kaleidoskoop: ZWOLLE, DEVENTER, Dit bUd verschijnt geregeld alle Zaturdagen. De Iprijs van het abonnement is voor Zwolle, Deventer, iZutphen en Apeldoorn 75 cent in de drie maanden joveral elder» franco per po» 187'/2 cent. Alle post kantoren nemen bestellingen aan. De prijs der Advertentiën is van één tot vijf regels KO cent, en 10 cent voor eiken meerderen regel, be- [balve 35cent zegelregt bij iedere plaatsing. ZUTTPOEI*APELDOORN. De Advertentién moeten vóór Vrijdag middag vier uur ter Drukkerij te Deventer zijn ingezonden. Alle toezendingen voor dit blad bestemd moeten franco geschieden, hetzij door bemiddeling der Post kantoren, of te Zwolle bij W. E. J. Tjeenk Willink Deventer, X. Tf.b Gu.vne; Zutphen, J. H. Mellink; ApeldoornB. Gunning. ©EVESTEK, Vrijdag 14 April. ©vea- «Iets vrijczi nilvocs* rail Bset slagtvce. (S) Vervolg en Slot van N°. 10 en II.) 41. Nu eenige opmerkingen op enkele zinsneden. De schrijver klaagt mede en ook wij zeggen te regtover druk van belastingen; maar hij misgunt den veefokker de prijzen dien hij voor zijn vee maakt, die hem intusschen moeten in Staat stellen zijn quantum in de belasting te dragen die hem daarbij denkelijk nog tot zekere weelde zullen leiden, waar door hij hier en daar nog wel wat meer naar de schatkist zal bveiwen, maar waardoor zeker ook anderen vooi tbrengers ge legenheid tot arbeid gegeven wordt, waardoor zij op hunne beurt geld verdienende, de belasting niet behoeven schuldig j.te blijven, enz. enz. De uitdrukking vratige Engelandlaten wij daar: zij is niet extra fijn, en geheel strijdig met de onmiskenbaar mensch- lievende opwelling, die den schrijver de pen ter hand deed nemen. Men zou door die uitdrukking in de meening kun nen geraken, dat de schrijver, die den veefokker zijn afzet "reeds misgunt, ook bij 't raadplegen van zijn maag, den En- gelschman zijn boeufsteak met leede ongeil ziet gebruiken. En toch het is noodig, dat ook de Engelsche arbeider goed ete en naar de voorschriften van Prof. Mulder leve, want dit stelt hem in staat om vlug en ferm te arbeiden. Het goed-., koope vlecseh en andere levensmiddelen stellen hem in staat, goedkoop te arbeiden en daardoor ook worden de Engelsche l'abrijkanten door concurrentie gedreven, in staat gesteldoni ons goedkoop, vele en goede fubrijkaten te leveren, die, als zij nu maar niet weder zwaar belast of geweerd worden op onze grenzen, den Nederlander op zijne beurt in staat stel le' wat meer voor vleesch te besteden. Zon al dat vee niet uitgevoerd ware, zegt de schrijver, zou het hier geslagt zijn. Dit is spoedig gezegd, maar niet zoo spoedig bewezen; statistieke opgaven kunnen dat bewijs alleen leveren, en zeer zoude de schrijver ons verrassen met die eens te leveren. liet eenige wat wij ons voorstellen, is, dat er tegenwoordig meer jong vee aangehouden wordt, en dat de arme minder nuchter goed in den pot krijgt. Of dit nu niet eerder als voordeel dan als nadeel te beschouwen is, geven wij in overweging. Daardoor wordt het wettelijk deel vrij en onverlet van de fchatküt onttrokken. Zonderlinge stelling! De schatkist heeft geen regt, een wettelijk deel te eischen, dan wanneer de wet dat regt geeft, en in de gevallen waarnp dat regt betrekking beeft. Zoo zoude men ook boos op het Neilerl. volk kun- ficn woiden, als het eens besloten had geen vleesch meer te nuttigen en alzoo geen duit meer aan accijns daarvoor te betalen. Hier betalen wij eene ontzettende som voor 't slagten van een rimcf en in Engeland betaalt men niets. Daarom wil de jchrijver een uitgaand regt op het vee geheven hebben. Al (I) Duor de jongste gebeurtenissen is de plaatsing van dit slot ver traagd. weder het oude denkbeeld van gelijkstelling, het hefien van eene tweede belasting, omdat er eerste bestaat, omdat de een gedrukt is ook alle anderen drukken. De schrijver zie dit punt vooral na in Bastiat's Drogredenen. Maar toch zoude er misschien iets goeds uit te riglen ziju met dat denkbeeld van den schrijver, mits met eenige wijzi ging, want daar alle gelegenheid! tegenwoordig goed schijnt ter vulling van de schatkist, zoo zoude ook een zeer ligt regt op den uitvoer wel even dienstig kunnen zijn, als een lift inkomend regt. Maar, zoo als altijd, dient dit regt zeer matig te zijn, want anders krijgt dadelijk te smokkelarij voet. en alle voordeelen, die men zich van het regt voorgesteld heeft, gaan verloren, terwijl men met de bezwarend. i. de uitgaven om dat regt te heffen, blijft zitteo. Het uit gaand regt op slaglvee moet zoo matig zijn, dat de veehandel daardoor in ;t geheel niet lijdt en dat de Engelschman daar door niet genoodzaakt wordt elders zijn vleesch te gaan halen. Zai dat regt matig kunnen heetendan moet het in lang niet gelijk staan met onzen accijns, daar die blijkens de uitkomsten drukkend mag geheeten worden, ten minste reeds te zwaar; want nu reeds wordt er genoeg gesmokkeld; wij zullen niet zeggen waar en hoe? want wij zijn niet geroepen om als spionnen onzer administratie te dienen; wij verzekeren alleen dat er in 't g.roote gesmokkeld wordt. Misschien zoude door de heffing van een zeer matig uit gaand, regt, de accijns ook zooveel verlaagd kunnen w;orden; dat was tevens een middel om. menigen Nederlander weer tot de eerlijkheid terug te brengen, en "zeer zeker zou de accijns producliver worden; want als bij ccn zeker regt van 3 beesten 2 gesmokkeld worden, en dit bij de helft dier belas ting niet de moeite waard is, dar. brengt het volle regt 1 op, terwijl het halve regt 1 Va geeft. De schrijver denke intusschen nog eens na over zijne inconsequente redenering: In het op schrift wit hij een matig regt, vervolgens 'ei» biUyk régt bijv. gelijkstaande met het bedrag van onzen accijns; (die dus ook billijk moet geacht worden!!) maar desniettemin zegt de schrijver, dat de som ontzettend is die in stands schatkist moet gestort wordenvoor t slaglen van een rund. De sell rij ver wil den uitvoer door uitgaand regt verminde ren, en daardoor den stroom van uitvoer ecnigermate binnen zijne natuurlijke oevers terug brengen. Zonderlinge redenering! vvat zijn de natuurlijke oevers van dien stroom; wie zal die juist afbakenen? Het eenige dat men kan zeggen, is: dat de natuurlijke weg der producten is, daarheen, waar behoefte en vraag naar die producten be staat. Is die behoefte en die vraag groot, de voortbrenger zul dien stroom zoeken te vergrooteu. Dit is in ons oog zeer natuurlijk; en alle dwang, die men door Wetten dien stroom aandoet, is onnatuurlijk, en kan alleen, mits matig zijnde, door de behoefte van de schatkist gewettigd worden, liiaar natuurlijke oevers zal men door wetten niet aanduiden. En nu nemen wij afscheid van den schrijver. Hij stelle zich gerust over dien verbalenden uitvoer van slagtvee. Hij zie es-

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

De Kaleidoskoop (1846-1851) | 1848 | | pagina 1