tas zrz snib" TinpMAwr r, AI* .Lipman en Bruno 6Cr wc,te —r yjês ivamer is uueen gegaan om over veeruen uagen te retourneren. De Arnhemsche Courant is maar half te vreden met de benoeming van een voorfoopig en onvolledig nieuw ministerie, en verwaeht weinig van «Eene geanyliseerde grondwet in Ne- derlandschen zin." Een wonderlijk misbaksel waarlijk!" roept zij uit en-vraagt-: «Welke zijn die uhoofdtrekken der Britsche Constitutie,"" «van welke de graaf gewaagt? Eene erfelijke Kamer der Lords, gegrondvest op eene met groote landeigendommen uitgeruste aristocraten? Eene heerschende Kerk van Staat? Gewijzigd naar 's lands behoeften?'' «De nieuwe Nederlandsch-Britsche grondwet zal gewijzigd moeten worden naar 's lands behoeften? Waartoe wijzigingIs men van plan haar niet terstond van pas te maken?" Verder beschrijft de A. C. het personeel der nieuwe Mi nisters, en zegt o. a. van den President van den Baad der Ministers; «Bet liberaalste wat men van graaf Sciiimmelpen- ninck weet, is, dat hij de zoon is van Rutger Jan (niet de graaf) Schimmeleenninck. Jammer dat wij zoo weinig fiducie hebben op liberaliteit bij erfregt." Ook bevallen de Generaal Pfepm; en de vice-Admiraal Kijk de Arnhemsche Courant niet, maar de Heeren Luzac, Dikk Donker Curtics en Lichtenvelt vinden genade in hare oogen, en worden zelfs te regt toege juicht; echter «zij maken slechts de helft van het minis terie uit. In allen gevalle kunnen wij aan het tegenwoordige ministerie geene hoog ere waarde toekennen, dan dat het de romp van een liberaal ministerie is. Maar wat baat het de romp te hebben, wanneer het hoofd ontbreekt?" Zij troost er zieti echter mede, dat de benoemingen slechts ««tijdelijk"" ziju »»en in afwachting dat er een definitief ministerie zal kunnen worden gevormd."" «Dit is inderdaad de blijdsche tijding van het geheele besluit," merkt de Arnhemsche Courant hierbij aan. De Arnhemsche Courant berigt het volgende: «De laatste mingunstige berigten uit 's Gravenhage nopen ons, voor 's hands geen verder gevolg aan het door ons ontworpen dank- adres te geven. Voor eene halve liberaliteit danken wij niet.' Het is te hopen, dat de nieuwe grondwet minder on bepaald en tegenstrijdig zal zijn in hare uitdrukkingen, opdat niet weder intriganten en despoten in dat troebele water visschen. Het is ook te hopen, dat de nieuwe grondwet klaar en duidelijk bescheid zal geven op vragen, zoo als er eerst wel tot regtsquaestiën zijn gemaakt, en dan verder door het be stuur ten zijnen behoeve gedecideerd zijn. Wij willen een voorbeeld bijbrengen. In de Derde verzameling van regtsgeleerde adviezen1848,-- wordt op bladz. 31 de vraag gesteld: Is een Regter verplig't de wet, welke hij in stelligen strijd acht met de Grondwet «toe te passen?' Men zou denken, dat in die verzamelingen welke veel degelijks en onbenaauwds hebben opgeleverddie vraag slechts ten allen overvloede ware behandeldom de dompers wel zeer duidelijk te wederleggen. Och neen: men leest aanstonds achter de vraag het antwoord »Ja." 't Is jammer voor den steller van dat betoog, dat het te Parijs zoo wat gespookt heeft cum annexis. Hij ware anders een firma ment van alle onze kruizen en starren waardig geweest, en des te meer, omdat hij het advies had weten te bezorgen in eenen bundel die den reuk van onafhankelijkheid genoot, ja zelfs zijne uitwijzing is goedgestempeld in het Weekblad van het regt. Thans zal hij zich met eene russische snuifdoos moeten vergenoegen. Maar leest men nu het advies, wat vindt men? Men vindt, dat de regter geene koninklijke, provinciale, plaatselijke of andere besluiten of vcyordeningen mag toepassenzoo die met ue Grondwet strijden. Alleen met wetten zou het juist an dersom zijn. En waarom? Ja waarom? Omdat anders alles op losse 'schroeven zou staan. Omdat de wetgevende magt zoo ongelijk imposanter is dan andere staatsmagten. Dito ar gumenten worden daar met heel wat gesnaters uiteen gezet. Fn op den koop toe wordt het bezwaar uit den eed op de Grondwet, zoo wat afgeschoven. Het zwaarwigtigste argument is er de afscheiding der drie staatsmagten. Ëilieve! Juist daarom moet de wetgevende magt zich onthouden van alle uitwijzing. Zij, even als ieder, moet de Grondwet opvolgen. Ontstaat de vraag, of dit al 8an niet geschied is, dan is het, in elk geval, het werk de reglcrlijke magt om het uit te wijzen. Hij voor ons hadden altijd gedacht, dat van twee strijdige "wetten slechts ééne kan gelden dat de Grondwet altijd voor gaat, en daarmee uit. Wie dit durft tegen te spreken, trede °P' ®n ronder omhaal van gesnater. il soms de nieuwe grondwet dat eenvoudige beginsel over fpvp werPen> rij regge het dan rond en duidelijk; maar b ons niet weder prijs aan onderdanigen onrin. Dan we ten wij ten minste, waar wij aan toe zijn. Dan weten wij, dat de regering, zoodra de aap maar weer uit de mouw durft, met moo.je baantjes voor de zoontjes van de kamer meerderheid proberen kan, om ook de reeterliike mist te verlammen en onder den domper te werken de!T21IsnteneMsirMreheeftVetrg!,|deriDg der Am^l-SoC,eteit van den bisten maait jl. heelt de daartoe h«r,n«m ir t staan.Ie uit de Leden Mr. H. Beuerman Mr e" "as, E. W. van Dam van Isseet Mr S P t VZ Iideman, haar Rapport uitgebragt over het voorstel van vin''deen021stenDIDecember*jl""",dat de Verëaderinë „Kit i,it»„r, .„I J e Amstel-Societeit korte- n welke T ^7 ziJ °"tstond, wat zij wenschte «en welke a gemeene staatkundige begrippen zij huldigde." Een concept-Manifest daartoe strekkende werd voorgesteld en goedgekeurd. Het Handelsblad heeft hel .in zijn geheel me degedeeld. De Amstel-Societeit verklaart daarin hare bedoe lingen en beginselen. ,,'t Beginsel, zegt zij, waarvoor de Am stel-Societeit een bedaarden strijd voerde, heeft eene onver wachte en beslissende zegepraal behaald. Is daardoor hare aa geem ig JNeen, maar de strijd is van aard veranderd, t gevaar is verplaatst. De strijd tegen de voorstanders van t behoud is geëindigd, 't beginsel van staalkundige hervor ming is erkend, t Geldt nu *t groote vraagstuk eene waarlijk vrijzinnige regering te ondersteunen, elke andere dan eene vreedzame ontwikkeling van den openbaren geest te keer te gaan de voorregten te b.stendigen die deze gelukkige ver andering belooft, zonder de schokken die eene teugelooze om- omkeeringzuchl zou kunnen berokkenen. Geen middel is daartoe geschikter dan dat zij die onlangs, onze oogmerken miskennende, ons voor tegenstanders der openbare orde hieldenthans in ons bondgenooten erkennen ten einde cendragtig naar één groot doel te streven: Hervorming zon- der wanorde - Wij vestigen de aandacht onzer lezers op «Een (zeer gepast en hartelijk) Wooed aan mijne landgenoot endoor E. W. van Dam van Isseltdeze week m 't licht verschenen te 's Gravenhage bij de Gebrs. Belinfante, en voor den prijs van slechts 15 cent alom te bekomen. Met innig leedwezen en verontwaardiging vernamen wij de tijdingen van ongeregeldheden, plundering enz. in de hoofd stad des rijks, jl. Vrijdag voorgevallen, en bedreven door hoopen straatjongens en dronkaards, aangezet door kwaadwil ligen, waardoor de rust te Amsterdam op eene bedroevende wijze is gestoord. Het verheugde ons daarentegen te vernemen, dat de am bachtslieden zich stil en rustig daarbij hebben gedragen, ja, dat zij zelfs uit al hunne krachten tot herstel der orde heb ben medegewerkt. Eere zij hun daarvoor toegebragt! Het gezond verstand van den werkman blonk hier schoon uit Hij begreep, dat zijn belang geen onrust en woeling, maar wel orde en kalmte medebrengt. Hij wist, dat waar woeling en ordeloosheid heerscht, de veiligheid van den ingezetenen wordt bedreigd, die met have en goed de plaats verlaat, waar hii niet stil en gerust leven kan. Daardoor dit beseft hij vermindert het getal inwoners, en dien ten gevolge het werk dat te verngten valt. Eu als er geen werk is,°hoe zal de ambachtsman dan aan brood komen Wij beamen ten volle hetgeen de achtingswaardige Amster- damsche Courant b,j de vermelding der onlusten aanmerkt «Wij koesteren de hoop, dat de orde niet weder gestoord «De ondervinding heeft genoeg aangetoond, dat bij ongere geldheden en oproer voor alle standen, ook voor «Km- bachts- cn handwerksman, niets te winnen, maar stellig veTl TE VERLIEZEN VALT. siting VEEL et 7 U'it PanjS 1S aan aan Frankrijk grenzende Duitsche dichter Herwegh cn van den berucht ,aan.voer,D8 van den teur der Deutsche Brüsseler Zeitung A. vonTrnstedt"zich'7n den Elsas en om den Middel-Rijn verzamM i inv.l worfen J S'"J'1J' 1„„ bi, h„» «„cbi;„cn'"bÜS Men verneemt, dat de Heeren Mrs TB ontvangen. van Litu de Jeude, als eerste en w'd 7 ScateT C" op de voordragt door de Staten van G<4 ,ca!lcll'jaten gebragt ter vervulling °der vacature in hcProvS l°r staande, door de benoeming van deszX P eBdenf RMder' van Rappard, tot Minister van financiën, - vlocht hebben b.J de b^oennng niet in aanmerking te komen. eD dat Z M

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

De Kaleidoskoop (1846-1851) | 1848 | | pagina 2