■BIS
m
mm
lil!
rnrnSm
zwarte: isoe:k.
'mmk
der eenige opmerkingen
zijn niet iang te wachten.
met welke het van belang kan
De eerste betreft een opgerakeld denkbeeld waar velen ge
reed schenen om veel goedkeuring aan te hechten. Wij
moeten namelijk afraden om eenige regtsmagt toe te kennen
aan den staatsraad. Zoo bij de nieuwe orde van zaken een
staatsraad behouden wordt, de kostbare tijd van dien staats
raad moet niet versnipperd en bezwaard worden met regts-
gedingen. Daargelaten de voordeelen en nadeelen van het
geen In'dat opzigt vroeger in Frankrijk heeft gegoldenbij
ons moet alle regtspraak uitgaan van eenen wezenlijken
en werkelijken regter, onverschillig of daar openbare belangen
al dan niet mede gemoeid zijn. Reeds is het ons altijd onre
gelmatig voorgekomen, dat eene soort van regtspraak aan ge
deputeerde staten was opgedragen over belastingzaken als an
derzins. Nog erger zoude het zijn, indien bij koninklijke be
noeming van staatsraden ook eenzijdige schatkist-belangen kon
den in het spel treden. En administrative regtsmagt is altijd
eene tegenstrijdigheid in de woorden zelve. Administratie en
re»tsmagt moeten van elkander gescheiden blijven. Indien er
geschilpunten moeten worden uitgewezen waarbij eenige ad
ministratie belang heeft, of waarbij alleen het administrative
betrokken is, dan is er altijd een eigenlijke regter noodig.
Wil men den Hoogen Raad laten uitmaken of adviseren, of
bij voorbeeld een onderwerp tot den gouverneur behoort, dan
tot de provinciale staten; tot den burgemeester, dan tot den
gemeenteraad; het zij zoo. Maar hierbij nog beter geen reg
ter, dan een administrative regter. Dan komt men toch
altijd bij proces tot eenen regter; en deze wijst in elk geval
uit, of het onderwerp door de bevoegde magt was ter hand
genomen. De proces-kosten en registratie-regten zijn bij ons
zoo drukkend dat thans het regt meer gekocht dan verkregen
wordt. Hierin ligt het kwaad. Maar uit dit kwaad volgt
nietdat men beterkoop op rekesten door eenen staatsraad
zou moeten gedrild worden. De wet behoeft slechts te zor
gen dat men in de bedoelde zaken even goedkoop, als voor
Staatsraad of Gedep. Staten, en buiten eenig aansmeren van
vaste datums, voor den gewonen regter procedere.
Eene tweede opmerking betreft de Eerste kamer. Reeds ont
moet men zeer lakonieke berigtenwelke, het voortbestaan der
eerste kamer vooronderstellende, de leden daar niet voor
hun leven benoemd willen zien. Ze zouden dan toch benoemd
worden! Maar moet dan de grootste steun, het gasthuis zélf,
van ons tyrannentroepje in stand blijven Zal daar immervoort
voor hoog tractement geen jota worden uitgevoerd? Neen,
de roeping en bestemming van adel en aristocratie is, het volk
te beschermen, voor te lichten en te ondersteunen door moed,
welberadenheid en schoone zeden niet om nimmer genoeg te
hebben en den uitgezogene bovendien te honen met trots en
onbeschoftheid. Zoodra in Nederland inderdaad een eenigzius
talrijke kring Van waren adel en aristocratie bestaat, zal het
dankbare volk uit eigen beweging dien kring hoogachten en
bevpordeelende kunst moet zichtot dien tijd toeneutraal
houden.
Het onderwijs (het hooger onderwijs geheel en al) heeft
lang genoeg afgehangen van de genade en domper-politiek
der regering: dat moet bij de wet geregeld worden.
De Provinciale Staten hebben larig genoeg, zoo niet in
de hondsdagendan toch in de kreeftendagen vergaderd. Dat
was zeker, omdat anders de gouverneur minder voorraad van
vruchten voor zijn dessert vond. Eene maand vrpeger zouden
de heeren minder zweten en blazenminder knikkebollenen
minder hun hoofdbreken verwenschen.
Wat doen wij met zooveel dure ministers, en de noodige
ministers van staat op den koop toe? De zaken der eere
diensten behoorenuit haren aard, tot justitie en binnen-
landsche zaken. Of is het vrome weelde, dat wij er twee
ministeries van eeredienst op na hielden? Was het eerbiedige
hulde aan het hoogheilige? Neen, zoodanige hulde is denk
baar waar eene godsdienst van staat is aangenomen. Maar
hulde aan tegenstrijdige hoogheiligheden is tegenstrijdigheid
en comedie. Beter hadden wij dan nog drie ministers van
eeredienst, eenen jood om de protestanten na te rijden, eenen
protestant om de roomschen na te rijdenen eenen roomsche
om de joden na te rijden. Want narijden en in 't oog hou
den is het ministeriële werk in dat opzigt. Alleen om nare
proponenten in collaties aan den kost te helpen (gestelddat
geschiedt met regt.) is geen minister noodig. De kerken moe
ten beschermd worden tegen stoorniszij moeten gehouden
worden binnen de palen van wettigheid, regt en zedelijkheid:
dat is het voornaamste. Dat behoort onder policie, en po-
licie behoort onder justitie of binnenlandsche zaken. Onein
dig nuttiger ware een ministerie van probiteit en moraliteit:
maar hier denkt niemand om.
Overigensniemand scheppe zich te groote verwachtingen
Zoolang men nog vragen kan, hoe het toch komt, dat de
koning niet een paar dagen vroeger of een paar dagen later
hetzelfde gedaan heeft; zoolang moet men maar, zonder on
bezonnen profetie, het oog houden op het rad van avonturen.
De zoogenaamde groote oppositie-bladen (1V Boft Cl
Handelsblad, Arnh. Ct.) alsmede de Courrier Balavê enz kun
nen zich maar niet vereenigen met het gevoelen van de'èroote
meerderheid der Tweede Kamer, die de verkiezingen voir de
plaatselijke en provinciale vertegenwoordiging en voor de
Tweede Kamer der Staten-Generaal willen doen plaats hebben
door Kies-collegiën dadelijk door stemgeregtigdenwier be
voegdheid uit de wet zou voortvloeijente benoemen. De Oo-
positie wil regtstreeksche verkiezingen.
Wij zijn van gevoelen, dat regtstreeksche verkiezingen op
zulk eene ruime schaal als in Engeland, Belgie en vooral
in Frankrijk, dat nu eene proef wil nemen van algemeen
kiesregt, voor ons land als nog, bij mindere staatkundige ont
wikkeling, vooreerst minder verkieselijk zijn; doch evenmin
als genoemde bladenkunnen wij ons met het voorstel van
de meerderheid der Tweede Kamer vereenigen, om den vorm
in de Grondwet vast te stellen om door gekozene Kiezers
te laten kiezen. Mannen als Thorbecke, Luzac, de Kempenaer
enz. hebben het verkeerde daarvan overtuigend aangetoond-
Maar waarom ook geene regtstreeksche verkiezingen? Men
kan immers'de bevoegdheid van Kiezer zoodanig beperken,
dat niet onbevoegden, zoo als elders, deel kunnen nemen
aan de verkiezingen? Door het vaststellen van een betrekke
lijk hoogen census en ander bepalingen, kan men immers
onbevoegde Kiezers weeren?
Wij wenschen in de nieuwe Grondwet slechts het voor
schrift opgenomendat de wijze van verkiezingen bij de wet
zal geregeld worden. Dan is men geheel vrijen kan ten allen
tijde, naar omstandigheden en behoefte de bevoegdheid om
deel te nemen aan de verkiezingen, uitbreiden of inkrimpen.
Daarbij dient slechts gezorgd, dat de wet niet tot St Jut
mus in de maak blijve.
Wil men voor 't oogenblik één trap bij de verkiezingen
dien van stemgeregtigden - het zij zoodan kan men altijd
nog, bij het meer ontwaken van openbaren geest hier ten
lande tot regtstreeksche verkiezingen overgaan; maar dan moet
ook noodzakelijk de Grondwet niets meer dan de voorgestelde
bepaling bevatten.
Nog eene andere transactie willen de Staten-Generaal. Zij
weigeren, dat de Kolohiën onder de rijks wetgevende magt
gebragt worden. Wij hopen dat die Heeren hierop terug zul
len komen.
In Oostenrijk mogt men dansen, muzijk maken, pret
hebben, en geld verteeren. Maar, mondje digt over rege
ringzaken! Schrijven nog erger! Drukken en verspreiden
nog schreeuwenderMen moest er zoet en gehoorzaam met
den stroom en den ouden slender mede. Denken? wel foei!
Niet eens in het zedelijke was er vrijheid gegund: want men
mogt er evenmin vrijmetselaar zijn als de regering beoordee-
len. En toch, de voortgaande volksverlichting heeft er haren
weg gevonden. Die beste prins Metternich zoo hooggepre
zen bij dat vrome volk, heeft het hazepad gekozen, en in
beeldtenis voor zijn eigen huis aan de galg gehangen. Zóó
lief had het vrome volk dien braven despoot en die wijze
regering
Het is zeker niet erg pleizierig voor Ridder von Rap-
pard, dat juist op denzelfden dag van zijn bedanken of ontslag-
vragen als Minister van financiën, de Geldersche Staten bijeen
waren om eene aanbevelingslijst op te maken van drie perso
nen, voor de keuze des Konings, ten einde in de vacature
van Raadsheer in het Hof van Gelderland te voorzien, ontstaan
door de benoeming van deszelfs President tot Minister.
Nu is dus Ridder von Rappard Raadsheer, President en
Minister af, en dat een man van het behoud!
Men leest in een dagblad
AANKONDIGING.
Op dag, uur en plaats nader te bepalen, zal te 's Graven-
hoge publiek worden geveild
I1ET BERUCHTE
De opbrengst zal strekken tot een drinkpenning voor onze
gevallen ministers, uithoofde ditmaal niet ieder, als naar ge
woonte, f 6000 's jaars van de verarmde Natie zal blijven
trekkken.
P.S. Behoudslui zullen de voorkeur genieten mits zij con
sequent blijven en de huig niet naar den wind hangen.
ZEGT I1ET VOORT