NIEUWS- Ei
ADVERTENTIE-BLAD.
26 Februarij 1848.
N°. 9.
^flt.
Deventer, Vrijdag 23 Februarij.
KALEIBOSKOÜP
ZWOLLE, DEVENTER),
Dit blad verschijnt geregeld alle Zaturdagen. De
prijs van bet abonnement is voor Zwolle, Deventer,
Zutphen en Apeldoorn 15 cent in derrie maanden
overal elders franco per post8*4'/jcent. Alle post
kantoren nemen bestellingen aan.
De prijs der Advcrtentitn is van één tot vijf regels
50 cent, en 10 cent voor eiken meerderen regel, be
halve 55cent zegelregt bij iedere plaatsing.
v?- 'Va
ZlïPnEVAPELDOORN.
De AdvertentiSn moeten vóór Vrijdag middag vier
uur ter Drukkerij te Deventer zijn ingezonden.
Alle toezendingen voor dit blad bestemd moeten
franco geschiedenhetzij door bemiddeling der Post
kantoren, of te Zwolle bij W. E. J. Tjeenk Willink
Deventer, A. Ter Gunnb; ZutphenJ. H. Mellirk;,
ApeldoornD. Gunning.
Wij moeten nog eens weder terugkomen op de Staats-
Couranten speciaal op de Bijbladen van dit oificiëie blad.
Men herinnert zich, dat de vorige minister van binnenland-
sche zaken, Graat' van Randwijck ten vorige jare aan de
huishoudelijke Commissie der Tweede Kamer plegtig heelt be
loofd, lo. dat met den aanvang der volgende zitting, (Octo
ber 1847) het verhandelde in de Kamer of de gedrukte stuk
ken welke buiten dezelve tusschen de Regering en de Tweede
Kamer worden gewisseld, in eene afzonderlijke reeks bijvoeg
selen tot die Courant behoorende, zouden worden opgeno
men en 2o. dat die verzameling Bijbladen genoemd) ook af
zonderlijk voor een ieder zouden worden verkrijgbaar gesteld.
Maar worden zulke groote heeren in den Haag dan be
taald om den Michel goede voorbeelden te geven in het na
komen van beloften? Och neen. Zij hebben buitendien
werks genoeg met hetgeen zij daarvoor doen en niet doen.
Het aangekondigde (wij zijn niet malgracieus genoeg om te
zeeeen het beloofde) geschiedt dan ook niet, wat het 2de
punt betreft; wij weten het bij eigen droevige ondervinding.
De genoemde stukken worden wel in de Bijbladen dei staats-
Courant opgenomen en gratis aan de geabonneerden dier Cou
rant afgeleverd, maar - vragen wij verder: wanneer worden
zij daarin opgenomen? Als het publiek reeds lang met den
hoofdzakeliiken inhoud dier stukken door de onafhankelijke
dagbladendie ze officieus en in 't geheim schijnen te krij
gen is bekend gemaakt.
Een paar voorbeelden: Reeds dem»27sten November des vo-
rigen iaars leverde de Nieuwe Rolterdamsche Courant een
overziet van het verhandelde in de Afdeeiingen van de Tweede
Kamer, met betrekking tot het (destijds) laatstelijk op nieuw
aangeboden 2de en 3de Wetboek van Strafwet dat o. a het
beruchte regt van Placet en de aanranding der vrijheid van
Drukpers inhoudt, en zulks naar aanleiding van het deswege
door de Commissie van Rapporteurs opgemaakt en aan de
Leden rondgedeelde Verslag. Den lsten en 2uen Januanf
jl. publiceerde vervolgens de N. Rolt. Ct. de antwoorden van
de Regering op het Verslag, nopens het onderzoek van de
voorgedragene wetten, uitmakende het bovenvermelde ge
deelte van 't Wetboek van Strafregl, en de daarbij voorge
stelde (niets beteekenende) wijzigingen in die (noodlottige) ont
werpen welke destijds reeds waren gedrukt en aan de Leden
van de Tweede Kamer der Staten-Generaal kenbaar gemaakt.
Het tweede voorbeeld betreft het Verslag der Commissie van
Rapporteurs aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, aan
gaande het rampzalig wets-ontwerp: de ondersteuning van be-
hoeftigen, dat reeds vroeger, in en buiten de Kamer alge
meen was afgekeurd, en desniettemin weder op nieuw door
den gewezen minister van binnenlandsche zakenvan Rand
wijck geheel onveranderd is voorgestelden nu vrij zeker
door de Regering zal ingetrokken, of door eene overgroote
meerderheid van stemmen in de Kamer verworpen worden.
De Politieke Bijdragen van den Heer Schüllek, deelden op
25 Dec. en 1 Jan. jl. jlit merkwaardig Verslag mede, en de
N.-Rott. Ct., als ook de Arnli. enz., namen het geheel of ge
deeltelijk over.
Al die hoogst gewigtige stukken zoekt men nu tot heden te
vergeefs in de Bijbladen der officiële Staats-Courant. Misschien
heeft de Redactie van dit blad het te volhandig om spoediger
dezelve te kunnen plaatsen. Dit kan men echter bezwaarlijk
gelooven daar het personeel uit niet minder dan zes aiab
tenaren bestaat, (1) en het den heeren ook aan lust tot wer
ken niet kan ontbrekenals rijkelijk bezoldigd wordende (2).
Zoo geniet bijv. de Redacteur, de Heer Noordziek (er is
ook een //oo/H-'Redacteur) een jaarlijksch traktement van ten
minste f 3 000; en het blijkt bovendien dat hij zich niet
uitsluitend aan de Staats-Courant behoeft toe te wijden en
nog veel tijd voor andere bezigheden over heeft. Zoo meldde
n„g ,le vori"e week het Handelsblad: «Naar wij vernemen
houdt de Heer Noordziek te 'sflage, ontwerper van het plan
tot oprigten van een nieuw Standbeeld voor Laurens Coster,
zich onledig met de uitgave, geheel ten voordcele der onder
neming van een werk, waarin hij de beweeggronden zat
ontvouwen, die hem tot het doel van het voorstel aan Ne
derland hebben aangespoord, en een geschiedkundig overzigt
wil leveren van de verschillende tijdpciken, welke het ge
schilpunt, omtrent den uitvinder der Boekdrukkunst van den
beginne af doorloopen heeft, tot op het oogenblik, dat het
geding onveranderd beslist is.
Wij prijzen het, dat die heer zijnen ledigen tijd dan nog
aan meer levensblijken besteedt dan mefiig raadsheer in het
hof van Assen; al maakt hij het er zich maar druk mede om
zoowel aan Laurens Koster eencn bis te bezorgen, als aan
Willem den zuijger is te beurt gevallen. Welnu, een slaals
courantier kan ook geen Standbeeld voorstellen voor bij voorb.
eenen staatsman als Tuorbecke, of diergelijke doornen in hel
oog van alwie door gods genade de slaapmuts tot over den
neus behoort te trekken. En als Micrel wordt bezig gehou
den voor een beeld dat geen kwaad kandan houdt Miciiel
minder geld en bezigheid over voor een ander beeld.
Het zit dus niet in de veelvuldige werkzaamheden van de
redactie der Staats-Courant, dat de bedoelde stukken niet tij
die officiëel worden bekend gemaakt. Het ligt ongetwijfeld
al weder aan de Regering of Men, dat wil e.genthjk zeggen:
aan de individuele Ministers. Men weet toch, dat die Heeren
gewoon zijn, als een hunner of meer «ch uit eene ne e,ge
zaak niet best weten te redden vooral b,j interpellatie,!
door Leden der Tweede Kamer, dat zi] zich verschansen
achter het woord Regeringofte wel achter het woordeke
„Men" dat zoo tamelijk onzin is, nu wij nog geen homo-
neen ministerie bezitten. Even zoo verschuilen zij zich soms,
als het in hunnen kraam te pas komt, achter den persoon
7T\ Zie de Residentie-Almanak voor 1B43 blatlz. 176.
f2) Op de Staats-begrooting voor 1848 en 1849 is voor elk jaar, we-
sens tractementen en verdere belooningen der ambtenaren en bedienden
der Rederlandsche Staats-Courant de som van f 13,825 uitgetrokken.