©ssaeagiSe üerigffeia. Betreffende d'e aanstaêndó btgrafenis van de Oyerijssel- sche Spoorweg-Maptèqlrappij ,^jieeft^fct dagblad Overijssel het lgende scbrii.vén'djk-Qsnabruck ontvangen I af werdeh""w«j-Jft,hten jare verrast door eene of nissfg of leden der Overijsselsche Spoorweg-Ad- eld door den buitengewonen Spoor- volgencle scHfij.v »Yan lB-io andere Com mi ministratiemeestal vergezen minister Graaf van Rechteren of door den Ridder en Baron van Hovij. Met hoeveel eerbied die Commissien hier telkens ontvangen zijn, kunnen zij zelve getuigen en hoe zij hun in alles te g moet kwamen; waartegen door her. telkens de plcgtigste verzekeringen gegeven werden van het zeker en spoedig tot stand komen van den Spoorweg (11). be kend is het ook,' hoe zij onze Min,stenen hebben lastig ge vallen om inwilligingen van allerlei aard' te dier zake, welk alles niet heeft mogen verhinderen, dat de geheele ontbinding dier Maatschappij en vervallen verklaring der Concessie de slotsom is van al die vertooningen en omslag. Het volgende des berigts heeft betrekking, op de later aan gevraagde ^Concessie van den Heer A. van Runen tot aan- feg van den weg van Amsterdam langs de Zuiderzee over Zwolle naar Almelo over Lingen en Osnabruck, in verbinding met de Hamburg-Minder-Baan, waarmede het llannoversche. Spoorweg-net tot Holland zou worden doorgetrokken. Hierbij wordt te kennen gegeven, dat men te Osnabruck nog stellig dezelfde genegenheid koestert om zich met de Hol- landsche Spoorwegen, hoe dan ook, aan te sluitenen dat het llannoversche Gouvernement nog steeds hetzelfde voorne men heeft om de Spoorlijnen op zijne kosten te bewerkstel ligen, waartoe het jaarlijks batig saldo van een milhoen tha ler uit de Staatskas is aangewezen. 3Nog eens: Deventer waakt j)e Policie-Mannen der 's Gravenhaag sche Nieuwsbode (1) houden er sedert eenige weken ook Wespen op na, nie afge- rigt worden tegen die goedaardige, welmeeneode en echt va derlandsgezinde beestjes, welke van tijd tot tijd te Amsterdam in de Koestraat bij den Hr. v. Nifterinck uitvliegen, en die onze oligarchen, aristocraten en inzonderheid Neêrlands voor treffelijke Regerings-Mannen zoo vinnig steken, dat zij er eeue beroerte van meerien te krijgen. De ilaagsehe Polieie-Wespen die zich Wespen om Wespen" noemen, zijn daarentegen vuil aardige en vergiftige ministeriële insecten. De oude, eerwaardige Wespen-houder aan den Amstelheeft nu uit den onlangs uitgevlogenen nieuwen zwerm Wespen een zevental tegen die vijanden van Yaderland en Voist losgela ten. Zie hier er ééntje, het zevende: «Men lieeft mij een nummer toegezonden van den Raagschen Nieuws bode waarin de Schrijver van de Wespen om Wespen" schaamteloos voorlgaat den man aan te duiden, die.de Schrijver der Wespen zou zijn. Zijne meening is uiterst vleijend voor mij-, of het vleijeud is voor den alztfo aangeduiden persoon «vil ik niet beslissen. De schrijverij is overigens te zouteloos en te laf om er op te ant- woorden. Eene beschuldiging, echter, wil ik wederleggen, door de on derstaande verklaring «De Ambtenaren van die Policiedie ingesteld is om de uitvoering der wetten te verzekeren, otn do veiligheid van personen te beschermen zijn achtingswaardig in mijne oogen, - wanneer zij hurme pligten met naauwgezelheid en zonder willekeur en aanmatigingen vervuilen. Maar diep verachtelijk zijn die Dienaren der Policie, die rondsluipt* eeietlii'e kringen, die dnir in liet vertrouwelijk gesprek, dal zelden"zelven hebben aangevangen de slaalkundige meeningen trachten te vernemen van argelooze vrienden die limine klagUn tegen de Kege- rinn- in het algemeen, of tegen dezen of genen Minister in het bijzonder weten uit te lokken, en die daarna liet schandelijk lion durven vingen voor bun verraad, wanneer zij, de ai Jus in vertrouwen, gesprokene woorden overbrengen aan, die mannendie zulke schandelijke diensten van spionnen aannemen, ot die knopen tegen vooraf bedongen prijs. Zulke Dienaren der Policie zijn helaas! alom in hel Vaderland aanwe- zi» (2), en men zegt, dat. zij in 'de Residentie IC vinden zijn, in de Sa lons von Ministers en Ambassadeurs, met Ridderorden op de borst, met schaamteloosheid op hun voorhoofd en met den Duivel in hel hart. Iel (le ziel van zulke Policie-beilienden zal wel nooit een gevoel van eigen waarde of van zelfstandigheid ontwaken. De schrijver van Wespen om Wespen' is ook vinnig gebe ten op de Amstel-Societeit. Als met de haren er bij gesleept roept hij profetisch uit: «Aap! wat heb je mooije jongen 1 verwacht eerstdaags het doodberigt van de Amstel-Societeit." De Redacteur de'r Wespen beantwoordt dit als volgt: »De Schrijver is te jong, om de Christelijke waarheden te hebben mogen leeren uit het voortreffelijke vragenboek van vader Hellenbroek. Dat doet mij leed; want nu zal hij den waren zin niet begrijpen van de woorden, door den vromen Catechiseermeester gebezigd: dat is meer een wensch dan een dadelijk geloof (1; liet zijn, naar verzekerd wordt: 1°. de Commissaris van Policie Beur van Seheveningen2". de Referendaris d'Engelbromser en zijn broeder, en 3°. de Secretaris-Generaal van liet ministerie van Justitie, Rerr Muller. (2) Wij zouden een paar Irelfende staaltjes van eigen ondervinding bier kunnen mededelen, vreesden wij niet personen te zullen comproiuitcren. Red. van den Kal. in de ij niet Asmodée maakt zich regt vrolijk over den wedstrijd in kwakzalverij van de tijdschriften het Leeskabinet en de Tijd. Het laatste had onlangs ontdekt, dat het net piecies 50,UÜ1) lezers had en liet niet na het met zijnen gewonen bluf aan te kondigen in bijna alle bladen en blaadjes. Asmodée zeide, dat het beter partij hiervan had kunnen trekken door te zeg gen, dat het kwam onder 100,000 oogen of in 100,000 handen", of wel doorbladerd werd door 500,000 vingers. Dat klinkt, hè! llel Leeskabinet echter beantwoordde dat verpletterend be- rigt met nog stouter taal. De Tijd heeft 50,000 lezersnaauw- keurig geteld; wel nu ik heb ook mijne rekening orwemaakt en ziedaar ik tel er 60,00010 Die tijding trof Boudewijn, den armen uitgever van de Tijd als een donderslag, die hem langen tijd zijne nachtrust ont roofde. Eindelijk herstelde hij zich en herzag de berekening zijner lezers. Of hij nu vrouwen, kinderen en grijsaards bad vooi bij gezien dan ol hij met eiken zucht een nieuwen lezer had opgedaan, althans hij bevond, dat het aantal lezers van de Tijd in weinig tijds was toegenomen van 50 tot 60 a 70 duizend! Nu zou men meenen, dat de mededinger wel voor goed uit het veld was geslagen. Wie toch zou het wagen tegen zulk een cijfer op te komen. En evenwel, ziedaar! in de dag- en weekbladen waar de Tijd zijne 60 a 70 duizend lezers laat aanrukken, ziet bij daarnevens de vervloekte aankondiging van het 'Leeskabinet, dat diens lezermagt thans eene sterkte heeft van 90,000 in werkelijke dienst! Het is om er razend van te worden en inderdaad vreest men voor de Tijd ol wel den uitgever. Men wil dat er reeds een kapper is ontboden om een toupet te maken van de hairen die hij wanhopig zich heeft uitgerukt. Hij vergaat ziender oog, en heelt eetlust noch nachtfust. Bestendig wordt hij gekweld door de nachtmerrie en deze is - natuurlijk het Leeskabinet. Hij gaat er over malen om het getal zijner lezers zoo hoog op te drijvendat men er niet boven kan, Breeds had hij aan eenige bladen een nieuw berigt toegezonden dat de Tijd door de geheele wereld wordt gelezen maar op raad zijner vrienden heelt hij dit ingetrokken, uit vrees dat het nare Leeskabinet mogt meldendat het wordt gelezen door hel gansche heelal, en wat zou hij daaraan kunnen toevoegen dan het nietige: «en op duizend andere plaatsen." Men verzekert, dat de ongelukkige reeds zoo ver is, en dat is toch erg van de arithmetische waarheid te vervloeken, dat een getal hoe groot ook, altijd nog tienmaal zoo groot wordt door er eene eenvoudige nul achter te voegen. Maar in ernst even zoowel als Asmodée zouden wij wel eens willen weten naar welke grondslagen de Tijd liet getal zijner lezers begroot. Dan gewis zouden we ook wel heel wat geeijfër er voor over hebben, om eens precies te weten in hoeveel vingers onze Kaleidoskoop komt. Nog eene kans heeft JJoJdewijn gewaagd. Hij heeft nu in de jongste dagbladen, zelfs in de officiële Slaats-C'ourantgean nonceerd, Hbv 'SL'ijil circuleert thans onder misschien meer dan 90,UU0 a 100,01)0 lezers" Zal het Leeskabinet hiervoor terugdeinzen? Wij gelooven liet niet, want naauwelijks twij felen wij er aan, ol' het is eeno ui van het Leeskabinet om de kwakzalverij van de Tijd ten toon te stellen. Wij zijn het volmaakt eens met Asmodée, die beweert dat de uitgever van de Tijd (alias Boudewijn) de grootste kwak zalver des lands is. Een uitgediende vice-aduiiraalniet name 1'vvekt, heeft Z. M. een ontwerp aangebodenom, ingeval van rusle met eene Zeemogendheid de zeegaten hier te lande en in de koloniën mei uiterst geringe scheeps mast "en weinig kosten legen vijandelijke aanvallen ie beveiligen, en wel"zóódat een vlootvoogd, van die bcreilingsivijze onderrigl, er niet zou durven binnenzeilen, en daarvan onkundig zijnde, zijne vernieling tegemoet zeilen zou. ('t is mooi!) De Vtissinrjsc/ie havens zijn van ijs' vrij gebleven en volkomen bevaarbaar. Behalve eenige fransche ha vens, is V lissin jen de eenige plaats van 't vaste land, waar de zeeman altijd veilig komen kan. De Rijnburgers hebben 't vorige jaar 480 vaten ingemaakte bloemkool naar Engeland verzonden, en naar de our- liirgende plaatsen de VtenenDelft en Rotterdam 553 vaten kool ter in making, elk van 250 a 500 kooien inhoud. Of er in Holland ook kool verkocht wordt! De Leden der Tweede Kamer hebben nog verlof ge kregen tot liet einde dezer maand, en zullen dan weer dapper gaan v cblen op 't Binnenhof! liet plan eener Leening bij de Regering is geheel opgegeven. (De natie is Tiet lecnen ook al lang zal.) De iieej Suribgar heeft de vorige week driemaal georeerd te Zwolle, als 1°. op liet Nut; 2°. in de Maatschappij lot ontwikkeling van Provinciale Wel vaart cn 3°. in het Zwoisclie Collegie van Afschaffers van sterken drank. De waardige man deed drie voorstellen in No. 2, als 1°. Lot hel opriglen van banken tot liet verleencn van kleine voorschotten zonder of tegen eenen lagen interest; 2°. lot liet houden van voorlezingen voor den liandwerk- sLand en 3°. tot invoering, van liet zoogenaamde spreukcnstelsel. Eene fransche institutrice te Quimperle', ter opkweeking van ganzen, werd onlangs ifoodelijk ziek, ten gevolge waarvan'de 30 4 40 kweekei ngen

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

De Kaleidoskoop (1846-1851) | 1848 | | pagina 2