advertentie-blad. NIEUWS- EN 4 December 1847. IV°. 49. KALEIDOSKOOP ZWOLLE, DEVENTER, Dil blad verschijnt gere&eld alle Zatiudageo. De prijs van hel aboooement is voor Zwolle, Deventer, Zutphen eo Apeldoorn Tó ceut iu do drie maanden overal elders franco per po»l8T/2ccnt. Alle posl- kautoren uemen bestellingeo aao. De prijs der AdverlenliSn is van één tot vijf regels 50 cent, en 10 cent voor elkeu meerderen regel, Le- halve 3i>cent zegelregl bij iedere plaatsing. ZlTrUESAPELDOORN. De Adverlentién moeten vóór Vrijdag middag vie uur ter Drukkerij te Deventer lijn ingezonden. Alle toezendingen voor dit blad bestemd moeten franco geschieden hetzij dooT bemiddeling der Post kantoren, of te Zwolle bij W. E. J. Tjeerk Willink Deventer, A. Ter Guvnk; ZutphenJ. H. Mellikk; ApeldoornGdnhihg. Tweede Hamer dei* Staten-Geucraal. In het voorlaatste riomnjer hebben wij beloofd terug te zullen komen op de discussie over de aanvraag dcc Regei in8v''" kindergelden en proces-kosten. Wij meldden bereids dat de voordragt met algemeene stemmen was aangenomen «jat ook niet anders verwacht kon worden; immers, oe 10e e onverantwoordelijk die schulden ook gemaakt zijn, ze h!n wettig en moesten dus betaald worden, zoo men eerlijk han delen wilde. Teregt merkte _dan ook de Heer van Dam van Is- selt aan dat hier sprake -was van eene bill van indemniteitdaai men geroepen werd 0111 een verzuim der Regering goed te maken en daarvoor aanzienlijke sommen op de schouders dei natie te leggen. Z. Ed. Mog. had nog eene andere bemei- king, namelijk omtrent het voorloopig verslag te dier zake aan de Regering, waarin, even als bij alle voorloopige vct- slagen der Kamer, werd gewenscht gehoopt, betreurd, leed wezen betuigd enz., maar zeer zeker, zoo bedeeld zoo gem - ti»d als maar zijn kon; terwijl de memorie van beantw.ooiding der Regering daarentegen in geheel anderen toon vervat was, en er eigentlijk geantwoord werd, hetgeen men in <legf™"e zamenleving zou zeggen: ..je bent toch verschrikkelijkJastig, het is onaangenaam om zoo dikwijls over dezelfde zaak te woe den lastig gevallen," enz. Die toon is vooral onaangenaam, zegt de Redenaar, «wanneer men het oog terugslaat op de gevoerde procedures; wanneer men daarop, in verband met al het voorgevallene nopens de wijze van intrekking der we van Niv&se met de gevoerde sustenuën der Regering op het eroote nadeel zien, de Natie daardoor berokkenddan waar lijk had men regt op eene andere wijze van beantwoording. Onze moedertaal is zeker rijk in uitdrukking, maar bezit geene bepaalde vertolking voor het Engesche nol fairbejgeen wei- ligt het meest overeenkomt met de uitdrukking: die hand I- wijze was mol «ordentelijk:' (De zeergeleerde Drcnbche Br. vei- taalt not fair door niet knap, niet mooi. De Mimstei van Binnenl. zaken antwoordde daaropdat het hem heden o r het eerst leed deed, dat hij Engelsch (1) verstond en dat men het woord unfair heeft gebezigd, hij wilde er slech sd.t van zeggen, dat men voorzeker in het Engelsch pailement, wanneer het bleek, dat een Minister in t belang <er Schat- kist en van de natie gehandeld had dat woord met zou gebezigd hebben. De Heer v. D. v. I beduidde den Minis ter, dat het door hem gebezigd nol fair met. te ha-.d was, maar dat die Engelsche uitdrukking geheel iets anders betee- kende als unfair. (Een lesje in 't Engelsch voor den Minister Dc heer Storm van 's Gravesande, die voor t ceist als Lid der Kamer het woord voerde, heeft ook een gepast en har telijk woordje over de onbegrijpelijke handelwijze der Rege ring in zake de zeven-kinderen-wet meegesprokenen heelt onder anderen zijne verwondering betuigd, over de mMruk- king der Memorie van Toelichting, waarin van «zeer gelukkige (I) Meest alle Ministers spreken Enr/elsch, maar in renen anrlercn zin, wegens hunne aanzienlijke tractcmeiiten en buileiikiinsjes. omstandighedengesproken wordt, terwijl de geheele zaak den Spreker daarentegen hoogst ongelukkig voorkomt. Onze Na poleon die niets meer van wijlen den beroemden Keizer heeft dan zijn naam, voerde daartegen aan, «dat indien men de la tere procedures bij den lloogen Raad niet had ondernomen en indien dat collegie niet van gevoelen ware veranderd er dan aan eiken vader eene uitkeeriog gedurende acht jaren had moeten j.laats hebben; terwijl men nu slechts over vier jaren heeft behoeven uitte keeren." «Daardoor zouden de uitgaven en kosten met 50 percent verminderd zijn beweerde Napoleon. Wij merken hierop aan, dat deze bewering valsch ,is. De Hooge Raad heelt den Staat in de eerste zeven—kinderen—zaak die van Hoogland, niet tot acht jaren uitkeeriog veroordeeld maar slechts tot den ouderdom van 18 jaren des aangewezen zoons, die toen reeds 12 jaren en 10 maanden oud was, dus tot slechts 5 jaren en 2 maanden. En hoevele kinderen zijn er niet aangewezen, ver boven de tien jaren oud, waarvoor nimmer acht jaren lang zou behoeven uitgekeerd te zijn ge worden? Dus is die berekening van 50 percent geheel mis. De latere overtuiging van den Hoogen Raad dat slechts vier jaren voldoende i swas geheel onafhankelijk van den wil code bemoeijing der Regering, zoodat deze zich op die gunstige om standigheid geenszins kan beroemen. Maar buitendien is het waai lijk al erg genoeg ruim zeven ton'gouds verspild te hebben! Wij herinneren ons hierbij eene anecdote van iemand, die bij het ergste wat mogt gebeuren, steeds gewoon was te zeggen: «het kon nog erger. Eens werd van een schip verhaald, dat met man en muis vergaan was, en nog zeide hij: 't kon nog erger. «Hoe is 't mogelijk?" vroeg men he illen 't antwoord was: «Ik had er zelf bij kunnen WOTPIl" 1 Had de droevige ondervinding maar niet al te dikwijls geleerd, dat zeggen en handelen bij onze Tweede Kamer zeer verschillende zaken zijn, wij-zouden ons hartelijk verheugen niet dat gedeelte van het centraal Verslag der Tweede Kamér nopens het llile en lilde Boek van het ontwerp-Wetbock van Strafwet, hetwelk den XVII titel, dien van laster en hoon betreft; welks voorstelling te regt de verontwaardiging van velen en dc vrees van alle welgezinde en verlichte mannen heeft opgewekt, en waardoor in het oude land der vrijheid en der uitvinding van de Boekdrukkunst openlijk aanslagen gesmeed worden tegen de duurste der vrijheden, die van on bewimpeld te mogen spreken en schrijven over de hoogste be langen van den Staat. In dat Verslag toch wordt gezegd, dat tegen dezen titel zoo vele en zulke gewigtige bedenkingen in het midden gebragt zijn dat de groolc meerderheid der leden heeft moeten eindi gen met de verklaring, van aan dit deel van het Strafwet boek, zoo als het thans ligt, haren bijval niet te kunnen schen ken maar ten ernstige bij de Regering op eene algehecle om werking daarvan te moeten aandringen. Dezé bedenkingen betreffen zoowel den vorm als den ih houd, cn dc mcerdeiheul verklaart de stellige overtuiging t

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

De Kaleidoskoop (1846-1851) | 1847 | | pagina 1