Cleuieugde Ilerigteu. JaGER met een zoogenoemd vattxhal bezorgd. Dooi een donkeren gang (die aan de verborgen hoien uit de Mystery de Paris deed denken) kwam men in een paai destal, volgens on een terrein, dat door een hiei en c aai p grond geplaatsten lantaren het aanzien van een woest k eik hot had Van hier strompelde men naar den daartoe stellij geriglen en met gazlicht voordienen tuin waar de boonen- en uiienlucht de eigenlijke destinatie verraaddeschoon men ei zich juist niet in den knollentuin bevond. Hier was bi] poozen van windstilte, licht genoeg om te'ziendat er ruwe losse planken waren opgeslagen, die tot tafels en ban en moes t dienen. Aan het eind was eene houten loods (in meer dan één opziet naar een beestenspel zwéemendeen van voren open; opgerigt, waar de verschillende Liedertafels op een souper (zegge souper!!) onthaald werden. Tusschen den tuin van het zoogenoemde vauxhal en het terrein waarop deze loods stond liep een smerige sloot, waarover een smal bruggetje de gemeen- chap onderhield. Men vermoedt, dat het doel was om hc publiek -op het licht en de feestelijkheid dezer loods af gaande, en door de drokte en duisternis niet van zich kun nende zien in die sloot te doen tuimelen en zoo de ver rassin" te volmaken. Dit zou dan eene schadeloosstelling zijn voor °de illuminatieschassinetten of vuurwerkendie men hier verwachtte, doch die geheel ontbraken. In hoe verre nu dit ingenieus idéé bevielweten wij nietdoch dit is ze ker dat de verrassing niet verminderd werd door den prijs der ververschingen. Of het nu gepast is, op deze wijze op de onbezorgde vreugde van het publiek te speculeren zouden wij niet durven verzekeren. Wij geloovén echter, dat men bij eene volgende gelegenheid eenigzins voorzigtiger zal zijn eer men zich aan de mystificaties van den Heer Jager waagt. P)aal. was eens een gouverneur van Vriesland: en die gouverneur had eenen knecht: en die knecht heette Jentje. En de gouverneur was meer dan de knecht; doch de knecht was niet meer dan de gouverneur: met hun beidjes gouver- neerden zij de provincie. Op zekeren morgen zaten Jentje en de gouverneur te zamen te gouverneren. En Jentje opende eene missive die uit den Haag was gekomen, cn sprak zeg gende- ..Mijnheer, wij zijn er' af." Het was het honorabel ontslag, niet van Jentje, maar van den gouverneur. Even wel, Jentje was er meteen af De provincie van Overijssel is veel gelukkiger. Zij heelt veel meer dan een Jentje, ja veel meer dan eenen Jan: en die nooit te gelijk afgaat met den gouverneur. En die in Overijssel meer is dan Jentje, heelt vele benij- ders en bedillers: want de vromen hebben veel te lijden. En als ze hem wèl bedild hebben, groeten ze hem rcverentelijk, uit vreeze- of vragen hem om onderrigt, uit onkunde. En in zijn huis komende, struikelen zij over de hazen en patrijzen. Fn optellende zijne posten en bedieningen, niet van A tot Z maar van No. 1 tot No. wie weet het?, wilden zij er wel wat van meê hebben: maar ziet, dat is mis. En als ze hem eens niet meer hadden, zouden ze misschien met de handen in het haar op den neus kijken. Daarom willen wii wel eens met hen mee bedillen; maar ook wel eens dooi de vingers zien wat niet te grof in de contanten loopt. Als men vertrouwelijk omgaat met conservatieven mi- nisteriëlen antiliberalen monarchalen dompers knikkebol len of hoe dat slag van halfgoden al heeten moge, dan be vindt men hen dikwijls nog zoo dwaas niet, ja zelfs zoo on- noozel niet. Zij zijn slechts poltrons. En behalve hunne poltronneriezijn zij somtijds nog zoo kwaad met. Zoo het er om te doen ware om alleen hunnen ik te bergen zouden zii no" wel eens durven. Maar voor de huishouding, voor de ionge lui, voor de familie, hebben zij méér over, dan voor afgetrokkene denkbeelden zoo a s daar zijn dc waar heid het reet, het vaderland, de grondwet en dito prullaria meer In den grond meenen zij het wel goed, en komen daar óók wel 'voor uit, overal waar zij durven en waar geen dak op het huis is. Men zou zeggen hoe is het mogelijk Maar het is toch zoo. Een land vol brave lieden kan gedrild worden door een handjevol, dat zich verlaat op een troepje poltrons. Stemme» 11U Vosbeis graf. No. XVIII. Treurzang op Bèeisjes uitknijpen als kamerlid. Malbouroügii sen va t en yuèrreenz. Wel, Bleisje! je gaat op je lauwertj.es leven? 'k lleb altijd getracht Aan behoud en transactie de overwinning te geven, En 'k oogstte toch niet, Dan spot en verdriet. Arm Bleisje, ge licht dan uw roeping volbragli Ik wciisch u van harten een rustige nacht! Opp. Opp. B. Opp. Oppositie. Bleisje. Opp. Opp. Maar, Bleisje, je kost nog zoo lieerlijkjes knikken? B. Dat heb ik getracht; k Behaalde wat glorie met plooijen cn likken, En k heb tochmijn vriend! Slechts ondank verdiend. Arm Bleisje! enz. Maar Bleisje! je kost toch rainisterlje worden' Dat liad ik verwacht: Maar ze aten met lepels, ik likte de borden En waren ze zat, Ze lachten me wat. Arm Bleisje! je hebt dan uw roeping volbra<n: Ik wenscli u van harten een rustige nacht! No.-XIX. De Nederlandsclie maagd schrijft op- Bleisje's graf: Uier rust Bleisje van zijn werk! Buig u, Nederland! ter aarde: En, tot teeken van zijn waarde, Plaats een strooppot op zijn zerk. S. In België is een splinternieuw ministerie geschapen. Aan liet staat kundige programma, dat bet nieuwe kabinet zal volgen, kunnen onze schalken (ministers) een puntje zuigen. Te Rotterdam zijn valsche 'guldens in omloop. Ze zijn perfect nagemaakt, maar met het: «God zy met ons" is het niet in den haak. De beroemde kunstschilder Kansenzit heeft te Rome voor den Koning der Nederlanden eene groote geschiedkundige schilderijde prediking van den Heiligen Joranses in de woestijn voorstellende, voleindigd. Een tegenhanger zal zijneene ge schiedkundige voorstelling van de prediking der Nederlandsclie Oppositie in de woestijn. De bevolking van Neêrlands beloofde land Kanaan (de Koloniën van Baldadigheid) is de vorige maand weder met 202 sujetten toegenomen, zijnde liet totaal op 1. dezer, niet minder dan 12,103 ge weest. De Russische generaal Lifipskï is in banden gevallen van de bergbewoners in Cirkassie, die hem familjaar de beide ooren hebben af gesneden, en deze aan den Opperbevelhebber des legers gezonden, om ze als ec'n cadeau aan Z. K. U. den zaclitmoedigen Nicolaas verder over te maken. Een Muldelburgsche manufacturier beeft voor liet geven van een zoen, een pakje gouden Willemtjes gegeven, in de verbeelding dat liet centen waren cn heeft dit abuis willen repareren door middel der justitie; docli de juslitie kon daarin geen abuis vinden, wijl dc waarde van een zoen niet te berekenen is; zoodat de man ongetroost moest vertrekken. [Z. N De Chef der gezon d li eid s-apos tel en te Mun- clien ilerr Mauser is dezer dagen in de kast geraakt, wegens liet in brand slekenbij eene volksvergadering in de open lucht, van een hoop tabak, sigaren, pijpen, corselten enz., bewerende dat die voorwerpen waren' uitgedacht door den vijand des menschjoms, en strekten om de gezondheid te ondermijnen cn ieder die ze gebruikte ongelukkig te ma- lien «Onze Ministers" wordt in de Arnli. Ct. gezegd, «passen even zoo weinig in een' constilutionelen Slaat, gelijk den onzen, als Tour Police de dwerg, (klein Duimpje) in een grenadier-rcgenient. Ook te Liverpool is een ontvanger der .belastingen met de kas, groot f 12,000 verdwenen achterlatende vrouw, 3 A 4 kinderen en een massa onbetaalde rekeningen.' Te St. Quiotin (Belgie) zijn B en D met ongeveer 600,000 franken geëclipseerd en te Amsterdam een makelaar met anderhalve Ion Nedcrlandsch Courant. Ds. Baai, Leeraar der christelijk afgescheidene Gereformeerde gemeente te Apeldoorn heeft zijn voornemen gepubliceerd, om liet vaderland voor Amerika te verwisselen, waarop verscheidene schapen zijner kudde verklaard hebben, den Herder derwaarts te zullen volgen. Nadat de gemeente-raad van Malmoë [Zwcdenj de oude Ko ninklijke ordonnancie van 16 Sept. 1741, waarbij aan ieder liet tabak- rooken, tot zijne meerderjarigheid toe, op straf van boete en gevangenis verboden wordt en welke verordening, sedert meer dan 60 jaren niet was toegepast, onlangs weder in 't leven geroepen hadliebben zich al de jonge lieden van Malwoë, ten getale van 2320, aan Z. M. den Koning geadresseerd om ze finaal in te trekken. Den 7 dezer heeft in ccne d'er'lanen van Beekhuizen bij Velpeen wedren yan ezels plaals gehad. Of onze ministers er bij geweest zijn wordt niet gemeld. Jl. Maandag morden werd de helft der Zierikzeesche bevolking uit den slaap gewekt door een keurig straatmuzijkhetwelk sommigen deden denkeh aan bet binnenrukken van troepen, terwijl anderen weer dachten dat van Hall dood was, cn dat die treurmare met trompetgeschal den volke werd verkondigd, docli dit was mis; de stadsmuzikanten hadden een avond- muzijk gebragt bij den lieer Paardékooper, die 50 jaar was geworden en een morgenmuzijk bij vrouw Klaassln in de achterbuurt, die mede 50 jaar was geworden. [Z. IV.] Cuurs van liet Slaats-exanien tot en met Donderdag jl.: geëxamineerden 162, niet gccompareerilen 6, gedro- penrn 44, ergo: ruim 27 percent. Twee Camliilaten nil Maastricht, de vuurproef roijaai hebbende doorgestaanrxpediëerden aanstonds deze blijde boodschap, ducr middel van een paar postduiven, welke zij van linis hadden medegebragtnaar hunne bezorgde ouders, die binnen drie uren er van verwittigd werden. Baas de Hoon, Mr. Koper- en Blik slager te Breda cn zijne beide knechts-, zijn alle drie, wegens liet fabri ceren op eigen houtje van Ned. Zilveren Muntspeciën, Urn eene male slrijdi"- met de Nederl. verordening,ep op dat stuk, veroordeeld lot jaren brommen 'en' tot ontzegging voor den tij I van 10 jaren van bur gerlijke reglendit laatste is minder. - Alsem krachtig middel lot bezuiniging heeft ons Gouvernement dezer dagen goedgevonden, om na Zwolle gearriveerd: 150 landverhuizers uit Hellendoorn cn omstreken met' 21 beladen boerenwagens, om niet twee scliepen mar Rotterdam vervoerd te worden, cn van daar naar 't land van belofte [N.-Amerika] te trekken Na een hartelijk afscheid van hunnen leeraar Ds. de Moen en bet 'aanheffen van Psalm 34, staken zij des middags van wal. Nog een ander 50 tal uit die gemeente hebben jl. Dingsdag over Arnhem de

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

De Kaleidoskoop (1846-1851) | 1847 | | pagina 3