Gcsucugde ECerigteu. en dat daaV, vaanajpge prijzen zijn, betrekkelijk overvloed is? Kar) de^liandc^&jsschien nu niet en nog eenigcn tijd niet aan hare ^erpljgkwj^l allen dcele lohloen, wijt het niet aan dg gnfewaderè vAjjlieirldie zij nu geniet, evenmin als gij hem, flie'n mth jaré^'Jang gebonden tot zitten doemde, verwijten kunt. daK^'^Sfeerste» daS Scf" gemsenjagt kan inedemaken. ^'JferKle «^Sdcl vroeger belemmerd, ,1e pro ductie buitenland'vötfd dp* ook geen aanmoediging, want wat baat het te prgjJ^eerenals men z.jn overvloed met verkoopen kan? fk herhaal het, Redacteur! ik verdenk den schrijver met van kwaden wil, maar ik moet hem beschuldigen van onwetend heid niettegenstaande ik noch groot, noch klein handelaar ben, noch een orgaan van een van beide. Maar ik zeg het, omdat ik overtuigd ben, dat de schrijver nooit eenige de minste studie gemaakt heeft van den zamenhang der maat schappelijke belangen, van de verwikkeling en den schijn baren strijd der individuëele belangen in eene maatschappij. Ik geef toe, het is geen gemakkelijke studie, maar ze is nuttig ter beoordeeling van eene menigte dwaze begrippen en daarom noodig. Daarom raden wij den schrijver, omdat hij nu eenmaal publicist is en invloed op de algemeene denk wijze tracht te verkrijgen, die studie zeer aan omdat hij zon der die zijne betrekking maar half naar eisch vervullen kan. Om die studie lief te krijgen beginne hij maar eerst eens met het werkje van J. B. Saij en bijv. de Sophismes Economi- gues van Bastiat. Na dien zoude het mij verwonderen als hij in het tegenwoordige algemeene streven naar vrijheid van nijverheid, en vooral vrijheid van handel, nog louter eene worsteling zag van belangens onderling -och neen hij zal dan zien dat die vrijheid het regt is van het algemeen: dat het algemeen belang die vrijheid dringend vordert; dat zon der haar de maatschappij hare vernieling te gemoet snelt. En evenmin als schrijver nu meent dat de woekeraars in ko ren zich om den honger van het volk bekommeren, evenmin zal hij zich in 't vervolg bekommeren over die weinige spe culanten, die juist hoe hooger en hoe sneller de prijzen stij gen, des te nader bij hunnen val zijn. Hoe heftiger actie, hoe sterker reactie. Dit is algemeen waar,.., ook hier. Voordat ik afscheid neem van onzen artikelschrijver, zij evenwel de wensch uitgeboezemddat de Hemel onze landsre- genten zooveel wijsheid schenke, dat ze, wat ook dwaze na buren mogen goedvinden te statuëren, met krachtigen tred voorwaarts durven streven op de baan zoo kortelings ingesla— gen, aan welks eind de vrijheid ligt; dan, maar dan ook eerst, zal eene schoonere toekomst mogelijk zijn. De hemel verhoede ons voor verbod van uitvoer want wie zou iets willen invoeren in een land, waar wederuitvoer onmogelijk is; en als er geen invoer plaats heeft, welke prijzen zou den we dan nog moeten beleven als er ongenadiglijk nog een misoogst kwame, of als de Engelschenzoo als de schrijver pretendeert, onze granen op het veld hadden weggekocht? De hemel behoede ons ook verder voor wegwijzers, die den weg niet regt begrijpen en voor artikels, waarin droomen' van het oogenbhk voor doordachte redenen moeten door gaan; ot is t niet zonderling en ongerijmd, dat als men vroeger met hand en tand het denkbeeld vast hield van uit voer zonder invoer, men nu weder geen heil denkbaar stelt dan door invoer zonder uitvoer? Dixi. Nadat de nommers 23 tot en met 29 van het Nedcr- landsche Staatsblad in 't licht waren verschenen kwam jl. Maandag, 21 Junij, N°. 22 achteraan'sukkelen. Het bevat een Koninklijk besluit van 21 Mei jj. betreffende het regt «verstand der woorden stedelijke besturen en plaatselijke bestu- oren, voorkomende in art. 1 van het Koninklijk besluit van «27 Mei 1830 Staatsblad N°. 9)." Op rapport van den Minister van Binnenlandsche zaken nopens den ontstanen twijfel, of door de woorden stedelijke besturen en plaatselijke besturen voorkomende in het boven genoemde artikel, verstaan moet worden de stedelijke- of ge meenteraden dan wel de collcgiën van burgemeester en wet- houderen of assessorenisna den Raad van Staten gehoord en na het nader rapport van den Minister van Binnenland sche zaken gezien te hebbengoedgevonden en verstaan te bepalen, «dat door de woorden stedelijke besturen en plaatse- olijke besturen, in bovengemeld artikel voorkomende, moeten «verstaan worden, voor zooveel de openbare scholen betreft, »de stedelijke- of gemeenteraden, en, voor zooveel de bijzon- «dere scholen aangaat, de collegiën van burgemeester en ircl- nhouderen of assessoren Alzoo c!e'n woord in ée'nen adem beteekent twee dingen. (Precies als in de Grondwet, niet waar? Dan kan ieder dei zin nemen die hem in de kraam te pas komt; en wie is dan niet poltron genoeg tegenover de Regering ?j Wat een Koning al niet teekenen moet! Zon dat Staatsblad zoo laat achteraan zijn rondgezonden om latere overweging, of men ook nog welstaanshalve een .ander besluit op dat nummer zou inlappcn? Er was tnnh niet zoo veel aan te drukken, dat hier zoo veel tiids mee verloopcn moest. J Wat men een Koning al niet laat teekencnals hij zulke knappe ministers heeft, als waarmede wij begenadigd zijn. dachten wij ook, toen wij lazen, dat Z. M den 1-Nlnn Junij jl.bij de 1ste Afd. 2de Bataillon 6de Coronal!" rustende Geldersche Schutterij tot Kapitien benoemd heeft I. van der Vaart, [te faas sen) die N.B. reeds den 5den' Apnl jl. overleden is. Het zal toch gecne Satyre ziin om voor rustende schutterijen overledenen te benoemen? w7 Htt r bernchle decreet van 6den Maart 1847 van onzen vi etgcver-liscaalMr. Floris, behelzende het besluit, dat ge snoeide en verminkte zeeuwen, halve Zeeuwendertientjes pietjes, schellingen en zesthalven door de Rijksambtenaren zul len afgewezen worden, en aan welk onwettig besluit zich nie mand heeft gestoord, is dezer dagen - tot elks verbazing weder in de Staat s-Courant opgewarmd. De hooge Raad heeft op Waterloo-dag18 Junij jl. we der uitspraak gedaan in 3 zeven-kinderen-zaken. Het was weer het oude liedje, de vraag of de Slaat kon volstaan met de bil de wet van 29 ÏSivösejaar XII1 hem opgelegde opvoeding, ol de, in de plaats daarvan uit te keeren geldelijke toelage te verleenen tol aan de in werking treding der wet van 26 Maart jl. houdende intrekking van bovengenoemde Zeven Kin deren-Wel? De Raad heeft, even als bij hare uitspraak in eene dergelijke zaak, den llden dezer, ontkennend geantwoord op grond weder, dat de wet van intrekking, d.d. 26 Maart jl., geene terugwerkende kracht mag uitoefenen op de regten, reeds on der de vorige wet verkregen. Ten gevolge daarvan is dan nu ook de Slaat veroordeeld om elk der drie aangewezen zoons waaronder een van twaalf jaren te doen opvoeden op de wijze bij de Nivóse-wet bedoeld, gedurende vier jaren, of wel eene «jaarlijksche toelage van f 250. De uitspraak in 5 dergelijke zaken is uilgcsteld tot Dingsdag 29 Junij a. s. Govert Ver ploeg u (firma Godefroij en Comp.) is door de Regtbank te Kleef, wegens pas-vcrvalschingtot 4 weken ge vangenis veroordeeld. Die sinjeur zou aan verschillende personen aldaar gezegd heb ben dat de Ncderlandsche Regering hem wel stilletjes zou laten kuijeren, want dat zij hem niet zou durven tcregtstellen. Nu wij zullen zien. Re Heer Ingenieur B. P. G. van Diggelen te Zwolle, die de dubbele eer onlangs genoot, zoowel door de Stad Zwolle als Lid der Prov. Staten gekozen, als door het Kiesdistrikt Ommen, als zoodanig herkozen te worden, heeft, wat zeer natuurlijk is, voor de laatste eer bedankt; hebbende Z. Ed. teregt beseft, dat men, door den Stedelijken stand gekozen wordende, veel secuurder is om permament Staatslid te blijven, dan wanneer zulks door veelal wispelturige plattelan ders geschiedt. In zijne plaats is nu door het 3de of Om- mensche Kiesdistrict gekozen: Mr. P. F. Helmich van Vilsteren. 1 wee kiezers uit dat district, de heeren C. Jansen, Rz. en VAN Palland tot Eerde, welke den lsten Junij op het appel te Ommen hadden gemankeerd, en hunne nalatigheid niet vol doende voor H. H. Gedep. Staten konden regtvaardigen zijn door laatsgenoemdcn vor,-.- den tijd van twee achtereenvol gende jaren op non-activiteit gesteld, op grond van het slot van art. 47 van het Reglement omtrent de Zamenslelling der Staten van Ovciijssel. \oonvaar eene harde straf!!! Zoo even vernemen wij de zekerheid dat de Graaf van IIechteren het Gouverneurschap in den aanstaanden herfst te gen eene andere hooge betrekking zal verwisselen. Behalve den Heer Brdce, wordt de llccr Staatsraad van Sonsbeek als plaatsvervanger gedood ver wd. I,Pnf'7r' 7 l,JDEraAI" "ceft de petiUe aan den ^ning van het Landhuis houdkumhg Congres te Arnhem, tot afschaffing der tienden niet medegeteekendom reden men den wetgever niet moet verzoe- ken wat men als regt kan cisclien en door den regter verkrijgen- dat liet Kon. Besluit van 22 Oct. 1844 is inconsliUoneel en onwel', tig en dus comme non avenu. - De Schiedammers, vertegenwoordied door de hamer van Koophandel en Fabrieken, protesteren sterk leg?n de voorgestelde verhoog,ng van den accijns op 't Gedistelcerd en lfeb- ben zich tot de Tweede Kamer gewendom den slag te voorkomen Idem, voorname wijnkoopers Ie Rotterdam en in de hoofdstad, omtrent 40 riÜrlTf11'? V'ï" n" acc,jns °p de wünen> "Be nu op niet meer dan 90 percent der hoofdsom zou te staan komen!! Het Handelsblad der! dn 8 i ,nieuws' dat de minister van finantiën de Nederlan ders door zijne ambtenaren laat uilkleeden; wij voor ons denken dat drt geen nieuws is, en dat iedereen dit al lang bij ondervinding weet TWetfd°e°Kam» I VreCSSel'jke beSr°oting van 's Rijks uitgaven door de Kamer ral verworpen worden, is nog niet geheel geweken. Het

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

De Kaleidoskoop (1846-1851) | 1847 | | pagina 2