NIEÜWo- Ei
20 Februari] 1H-I-7.
N°. II.
,.gp\l,V
m &K
m na is
i ib
ALESi®SI
ZWOLLE, DEVENTER,
Dil blad verschijnt geregeld alle Zaturdagen. De
prijs van het abonnement is voor Zwolle, Deventer,
Zutplien en Apeldoorn 73 cent in de drie maanden;
overal elders franco per post Sl'/o cent. Alle post
kantoren nemen bestellingen aan.
De prijs der Advertentiën is van één tot vijf regels
50 cent, en 10 cent voor eiken meerderen regul, be
halve 53 cent zegelregl bij iedere plaatsing.
ZUTPEENAPELDOORN.
De Advertentien moeten vóór Vrijdag n.idd tg vier
uur ter Drukkerij ie Deventer zijn ingezonden.
Alle toezendingen voor dit blad bestemd moeten
franco geschieden hetzij door bemiddeling der Post
kantoren of te Zwolle bij G. J. Schatte; Deven
ter, A. Teb Ginxu; ZutplienJ. H. Mellikk;
ApeldoornB. Gunning.
Ccdloogt «Ic dro»«lwet Bas-4 z®gc5 ©j» «te etag3>!a;Jcn?
{Vervolg en slot.)
Reeds voorlang heeft men gezegd, dat de Grondwet niet bedoeld
had, de drukpers van matige belasting te ontheffen. In onzen tijd
lijn'zulke stellingen d la Willem I aan herziening onderworpen.
ltoe zwaar is eene matige belasting? Wat heden zwaar is,
wordt morgen minder zwaar, overmorgen ligt, en weldra een
bagatelletje. Kan een dagblad met eenen cent belast worden
dan ook. met f 10 j metf 101), met f 10T00J. Volgens de
Grondwet mag ieder zich van de drukpers bedienen, zonder
ceni» voorafgaand verlof" {s'en servir sans permission pre'alable):
en evenwel geeft de zegelwet, in art. 24, gen verlof voor
dagbladen prospectussen enz. of het papier moet bestempeld
zijn, zelfs, alvorenshet bestempeld" zij. Zoo kan nicn voort-
gaan
ycn ,]an weten wij een best midddtje om te bezuinigen
op het papiervoor het Zwarte boek benoodigd. Ei woidt
reeds ze°elregt van petitiën geheven, schoon art. 159 der
Grondwet het petitioneren aan niets hoegenaamd anders on
derwerpt dan daaraandat het over onderworpen van be
voegdheid en niet namens anderen geschiede. Nu heeft men
eenvoudig een zegelregt van f 100,000 te leggen op elke cn
ieders petitie tot Grondwet- herzieningof tot andere onteuds-
liindcrlijkheden. Zelfs zou het petitioneren om ambten en
voordeden meer schri/lelijlc, dus meer bestempeld en meer
productief kunnen worden indien men patenlregl hief van het
mondeling petitioneren door leden der Staten Generaal en an
dere heeren met witte voetjes: dit patentregt zou grondwettig
zijn. omdat het geheven zou-worden op petitionemeut namens
'anderen. Zouden zulke dingen moeijelijk tot stand komen bij
het zoogenaamde evenwigt der staalsmagtenochmet een
weini" bambergcrijzou men wel een patentregt kunnen in
voeren op alle onlandskinderlijk gebruik van het vrije stemregl
en dat niet alleen in de Staten Generaal, maar ook in alle
andere vergaderingen bij voorbeeld van kiezers, van gemeente
raden, van den staatsraadvan regtbanken en hoven: want
zou het stemregt nog vrijer zijn dan de drukpers? Voorts ware
er, tot afbetaling der schuld, namens het lieve vaderland ge
maakt om België aan de kroon te houden aardig wat te verza
melen door zegelregt op kerkelijke certificaten boeken en schrif
turen, door patent op godsdienstige begrippen en kerkelijk lid
maatschap. Men kon daarbij ook de schapen van de bokken
scheiden, even als dc boeken van de dagbladen. De gods
dienstige'gezindheden zijn minder vrij dan de drukpers. Zij
moeten gehouden worden ..binnen de palen van gehoorzaam
heid aan de wetten van den staat. Men zie ait. 194 dei
Grondwet. De wet kan dus die palen regelen. Maar omtrent
de drukpers heeft dc Grondwet niets ter regeling aan de wet
opgedragen noch overgelaten. Daar gelden alleen de algemeene
regtsrcgelon omtrent verantwoording wegens het gedrukte opstel.
Ten slotte bemerken wij, dat de Grondwet in art. 225
alleen kon vrijstellen van «voorafgaand verlof." Ook vrij te
stellen van opvolgend verlof, zou een Kamper stukje geweest
zijn. Wie reeds gebruik heeft gemaakt van hetgeen geoorloofd
of niet verboden is, kan daar niet wel nog ccn opvolgend
verlof toe noodig hebben.
Dus begrijpen wij, dat men de Nederlandsche natie moet
zijn, om gedurende het derde eener eeuw te begrijpen, dat
art. 225 der Grondwet moet begrepen worden, zoo als het
zonder kikken of mikken begrepen is.
Mijnheer de Redacteur
U.Ed. veroorloove aan de inzenders van het artikel in No 4,
over constitutionele begrippen, een kort wederwoord aan «den
nieuwen burgemeester lioogschattenden Stemgeregtigdein No 6.
Wij danken den steller van dat stuk voor de teregtwijzingen
daarin voorkomende.
Wij nicenen, evenwel, in weerwil van de stellige bepalingen
welke onze teregtvvijzer aanhaalt, te moeten opmaken uit den
aanhef zijner regelen, dat ook hij het met ons eens is, dat het
constitutioneel zoude zijn indien de burgemeester geen raadslid
werd. Als, intusschen, onze bestaande wetten stellig hettegen-
.over gestelde bevelen, al is het inconstitutioneel, zoo dienen wij
echter als goede burgers, gehoorzaam te zijn aan dc wet. Verder
te zwijgen over dit punt. Alleen zeggen we het u na, heer
Redacteur! dat eene Grondwet, inconstitutioneel als de onze,
wel eens mogt herzien worden. Hadden we dit vroeger inge
zien wij zouden ook onze namen gevoegd hebben bij die der vele
petitionarissen tot Grondwetsherziening. Evenzoo hopen wij
dat met dor tijd de Stedelijke Reglementen Wat meer in over
eenstemming gebragt worden met constitutionele begrippen.
De ophelderende noten, door uRedacteur! onder het stuk
in No gevoegd kunnen wij zeer goed beamen. Alleen had
den wij wel gewcnschtdat de inzender door u ook attent
ware gemaakt op eene onredelijkheid, eene hoogc onwellevend
heid, waaraan hij zich schuldig maakt, welke ons niet voor
hem inneemt en zijne ingenomenheid met den burgemeester
zeer vetdacht maakt, omdat daarin partijzucht zoo duidelijk
doorschemert. De inzender moest in alle gevalle, terwijl het
schijnt te blijken, dat hij regtsgeleerde is, aan de academie ge
leerd hebben, dat bespotting van particulieren in het minst
niet bevordelijk is van het algemeen welzijn.
Eindelijk: ook ons bezielt hoogachting voor dén nieuwen
burgemeester, maar die hoogachting spruit bij ons alleen uit
erkenning van 's mans talenten en ijver voort; niet uit partij
zucht, noch uit eenige andere hier niet te huis behoóremie
consideratie daar wij niet vóór of tegen personen maar alleen
de goede zaak en hel algemeen belang voor oogen hebben.
Eenige stemgeregtigde burgers.
Deventer, 11 Februarij 1S47.
(Wij achten thans over de onderhavige zaak wederzijds voor-
loopig genoeg gezegddoeh hopen latertegen de aanstaande
verkiezingen in October, er op terug te komen, om dan ook
ons eigen gevoelen-daaromtrent bepaaldelijk te doen kennen.
De Redactie).