V CV buitenslands aan producten van natuurlijke nijverheid hier te lande, en de thans reeds aanvankelijk zonder eenig nadeelig gevolg, aan onzen buitenlandschen graan- handel gegevenc uitbreiding. DEVENTER, 25 November 1846. 7 ff'elk doende enz. Mr. J. P. G. Moorrees, Lid van de Nederl. Maatschappij Ier bevordering van Nijverheid. C. M. Storm van 's Gravesande, Lid' van de Provinciale Staten van Overijsselen Grondeigenaar J. Bdssemaker, Iz.Grondeigenaar. J. II. Becking, Grondeigenaar en Landbouwer. W. Ankersmit, Grondeigenaar. D. J. van Doorninck, Landeigenaar. J. L. Slicütenbree, Lid der Nederl. Maatsch. ter bevord. van Nijverheiden Grondeigenaar. G. Bdssemaker, KoopmanLid van den Gemeente-Raad en Pre sident van de Nederl. Maatsch. tot bevordering van Nij- verheidDepartement Deventer. L. F. Piekema, Graanhandelaar en Landeigenaar. P. Menalda van ScnoüWENBüRGDirecteur van de Nederl. Maat schappij ter bevordering van NijverheidDepartement Deventeren Grondeigenaar. J. van Tright, Grondeigenaar. B. van Groningen, S.z. Landeigenaar. S. van Groningen, S.z., KoopmanVice-President van de Kamer van koophandel en Fabriekenen Landeigenaar. B. J. IJssel de Schepper Landeigenaar. F. Coldeaveij Jr., Koopman en Lid van het Gereformeerd Arm bestuur. Van Scïïooten, Koopman. J. R. Bastiaans, GrondeigenaarLandbouwer en Koopman. n. Iiggelaar Commissionnair en Grondeigenaar. Jb. Büssink, Landbouwer en Grondeigenaar. Noury van der Lande, Olieslagers en Pelmolenaars. Erven A. J. JVoüry, Kooplieden. F. YV. van Gendt, Grondeigenaar. J. S. Werle Koopman en Grondeigenaar. G. Alberts, Grondeigenaar en Koopman. G. J. Beekman, KoopmanGrondeigenaar en Landbouwer Hendr. Lamberts, Landeigenaar. Jan Bussemaker, BierbrouwerKoopman en Landeigenaar. Jan Schutte, J.VV.z, Koelt- en BroodbakkerKoopmanGrond eigenaar en Landbouwer. W. Broékiiuis, Koopman. A. Ter Gunne, Boekverkooper. II. Ter Gunne, Koopman. A. Berghuys Apothehar en Grondeigenaar II. Bessem Koopman. A. G. P. Fetuienger Grondeigenaar. Klopman Baerselman Deventer KoekbakkerGraanhandelaar en Landeigenaar Jous. Kerkhoven, Landeigenaar te Twello. II. J. Ankersmit, W.z. Landbouwer te Terwolde. Wed. Ankersmit, Grondeigenares te Terwolde. J. van Beek Landeigenaar en Landbouwer te JVesepe. F. Vos, Koopman en Grondeigenaar. Willem Hulscher, Stoom-Olieslager en Landeigenaar. N. A. Lamberts, Graanhandelaar en Landeigenaar. II. J. van Beek, Koopman. L. J. Themmen, Landeigenaar. E. J. Lebbink, Verhuurder van huizen en Grondeigenaar. J W. van der Linde, Hz. Koopman en Grondeigenaar A. VAN DER Meer, Koopman. G. J. L. van der Lande, Koopman en Winkelier. G. Brascamp, W.z. Koopman en Landeigenaar. J. R oeters van Lennep Landeigenaar te Twello. II. Jen Boscii. GrutterGrondeigenaar en Landbouwer. G. Wijers, Grondeigenaar. A. Binkhorst, OlieslagerLeerlooijer en Grondeigenaar. G. Vermeer, Johs.Z.n, Commissionnair en Grondeigenaar. W. A. van de Graaff, Lid van de Algemeene Armen-Commissie pil landeigenaar Geri.% Westenenk, President van de Kamer van Koophandel en Fabrijken. J. A. N. Moorrees, Oud-Student der Koninklijke Wurtemburg- sche Scholen voor land- en boschbouw te Jïohenkeim en voor dier heelkunde te Stuttgartdomicilie Zalk) lijdelijk te Deventer. (Ofseho on wij ons niet geheel met den inhoud van het on derstaande stuk kunnen vereenigen, hebben wij echter geene reden gevonden om de plaatsing te weigeren. De Redvctie) Waarom, de onder geleekende de plaat poetst bij het petilionement legen de graanwet. Mijnenthalve mag de graanwet opkrassen. Maar 1°. Niet dc graanwet alleen. 2°. Hot petilionement mogt eens olie in 't vuur zijn.,en vasleren voet aan de graanwet geven. Want a. Als weinigen petitionerenkon het gouvernement wel eens zeggen, dat het niet de volksstem is, maar het bijzonder gevoelen van sommigen. b. Als velen petitioneren, kon het gouvernement wel eens zeggen dat het dwingen en oproer is en nog zooveel te min der fiat geven. Daarom alsmede 3°. Schrijf ik liever een couranten-artikel, dan ecne petitie Immers óók nog a. Dat het gouvernement nog minder om yetities geeft dan om couranten, blijkt 1°. uit de kunstkeurige verwijderingen van redacteurs enz. 2°. uit de centrale vervolgingen tegen de dagbladpers (waarbij men zich nog eens weder verkneukelen kan over art. 5 der wet op de regterl. organ.), en 3°. uit de zegels die op het dagbladenpapiev der NB vkije drukpers wor den gedrukt, omdat het voorafgaand verlof tot drukken (zie art. 225 der Grondwet) van die zegeis is afhankelijk gemaakt. b. Wat eerst kracht aan eene petitie geeft is het afdruk ken derzelve in de couranten. c. llij een couranten-artikel doet zelden de persoonlijkheid des schrijvers iets af, en blijft het oordeel vrijer over de waar heid of valschheid van zijn betoog. 4°. Houde ik het niet voor onmogelijk dat het gouverne ment de graanwet wel kwijt wil wezen in verband met eenig ander plandat het in dit singuliere geval petitionementen van landjonkers heeft in de wereld geholpen en daarbij den hoflandschen graanhandel heeft in den arm genomen. Men kan mij tegenwerpen dat zulks inconsequent en te veel moeite zou zijn. Zekerlijk handelt een goed gouvernement naar eer. goed, en derhalve een vast stelsel. Zekerlijk laat een fiksch gouvernement zich niet in met lilliputsche draaijertjes en bogt- jcs. Maar thans heb ik geene ruimte om die tegenwerping grondig te wederleggen, 't Moet rusten ik ga verder. 5°. Indien de graanwet moet worden uit de wereld gehol pen door ecne grootmoedigheid der voorname landeigenaren, dan zoude die grootmoedigheid mede beschikken over de con- fratertjes van schraler allooi; maar die juist hierom wel puist konden hebben aan de grootmoedigheid. Al doe ik niet mee, ik ben ver van het petitionement af te keuren. Want men mag aannemen dat hier ver de meeste zoo niet alle petitionarissen opregt en uit overtuiging te werk gaan. Er zijn niet veel dingen waar ik meer eerbied voor hebben zoude, dan voor opregthcid en overtuiging. Maar, wat de zaak zelve betreft; zoo als ik aanving, nu weer 6°. De graanwet moetmijns bedunkens niet alleen opkras sen. Zij maakt slechts een klein gedeelte uit van het NB be schermend stelsel. Al,s Rusland of Frankrijk of een ander uit beschermen gingen, dan was het wel eenspast op uw'zakken. Nu wij cneer uitvoer van vee en levensmiddelen naar Enge land hebben, vraagt men, of de hoogere prijzen niet een hooger regt op den uitvoer aanraden. Dus vrije invoer moet lagere prijzen geven. Lagere prijzen doen de arbeidsloonen dalen. Deze daling is gewenschler voor onze fabrieken en gehecle nijver heid, dan de lasten en belemmeringen der bescherming. Vrije handel en vrije verzending zou wel in de eerste plaals, en meer regtstreeks, ontheffend werken voor de meer handel drijvende deelen des rijks, vooral voor Holland. Maar de bloei dier deelen (zoolang dc schaal niet overslaat tot verdrukking) is hoogst wenschelijk voor alle overige deelen. Landbouw^ en alle nijverheid winnen daardoor in vertier. Vrije invoer kan toch niet meer invoeren dan wij gebruiken en verhandelen kunnen. Ja, ware het meer, dan zouden wij nog welvaren bij de spotprijzen. Maar invoer ivpBraogelijk zonder uitvoer'. Waar zou de buitenlander oyf/dép! duuR-Rij ons zelfs spotprijzen vandaan halen, zoo hij ops'ook niet wèv der geld liet maken van onzen uitó®er.2 v\ Afschaffing der graanwet is mjfgr een klein gedeelte-van het geen er gedaan moet worden. V Wanneer ons hier of daar in eenep iempelóBen.egoüdcrwet-j sche kroon verveelt, wat zou het-tlaTsf-zijt».,

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

De Kaleidoskoop (1846-1851) | 1846 | | pagina 7