-v Ti V f-M *W m 7 ^'^fjaw^yift^cfaatskosten naar Texas over te stc- K ^eïv' v '4^it'&3^»nstaaDdc médcdéelende, laat er op P rn n0g niet zoo erg als in Nederland u aar lissen geopend worden, niet om de r gander werelddeel te sturen, maar om, naawjen wildeel uit der van wier goede 0,g^n)sa^c ™*urenierg wordt defi 11 dezer geschreven: De landverhuizing naar Amerika uit deze stroken duren nog steeds voort en nog kort geleden, zijn zeer welgestelde fabi iekanten derwaarts vertrokken. In Bamberg hebben zich eenige jonge bezadigde mannen vereenigd, om gezamenlijk naar Amerika ie verhuizen, aldaar, voor gemeene rekening, land aan te koopen en te bebouwen; wijders willen zij zeiven zich daar wetten geven en daar naar leven een voornemen en eene onderneming, wier originaliteit haars gelijken niet heelt. Ter wijl op deze wijze, de landverhuizing, zeker geheel tegen den wensch der Regeringtoeneemt, worden, aan dc andere zijde, thans ook landverhuizingen georganiseerd, welke, zoo zij tot stand komen, slechts tot welzijn des staats kunnen gedijen: onderscheidene naburige gemeenten willen, namelijk, de, in haar midden zich bevindendeniet wel ter naam en faam staande lieden in der minne bepraten en overreden (omdat men ze niet formeel kan uitwerpen,) naar Amerika te steve nen en voor iederen kop betalen /"l50, zullende zij voor dezen uitkoops-prijs franco Amerika geleverd worden. Amerikanen zoowel als Beijersche gemeenten kunnen deze onderneming niet dan toejuichen; de Amerikanen zullen die Moffrikaansche mait- vais sujets (slechte luidjes). wel op hun voorman zetten. De Arnh. C. vraagt ten deze: «Zou zoo iets in Nederland ook niet, en met vrucht voor dc schatkist, te practiseren zijn; misschien hadden vele echt-oud-Nederlanders er wel eenige vrijwillige offers voor over; vooral als men daarmede den Obe- ron (-v. Hall, de Goliath-fiscaal?)fiscalischer Empfin- dung! zijn consilium abeundi (paspoort) kon geven!? De Russische Keizer heeft doen verordenen dat de uit hangborden der kooplieden handwerkslieden enz. te IVar- ■schaubinnen 14 dagen in de Russische taal moeten veran derd zijn. (Een faveurtje voor de huisschilders aldaar). De bewoners der hoofdstad van Polen verstaan voor het grootst? gedeelte geen Russischen komen door die manoeuvre irï geen geringe ongelegenheid terwijl in geval van overtreding ieder aan céne willekeurige strafzelfs eene gevangenisbloot staat. Men ziet uit dc inventie van den Czaar op nieuw de waarheid der spreukaltijd baas boven baas. In Napoleon's veelomvattend genie is zeker zoo iets nooit opgekomen toeq hij ons, door in 't fransch gestelde wetten en decreten, iri die taal deed onderwijzen. Ook blijkt hieruit, volgens de Twi C. dat wijlen Salomo er niet achter was dat er inderdaad veel nieuws is onder dc zon. De arme Polendie hierin we der eene poging zien tot totale vernietiging hunner nationali teit. zullen daarover wel even gekrenkt en verbitterd zijn, als de Nederlanders, onder de fransche ovcrhecrschingover het verdringen der moedertaalen even als de Belgen toer? Willem I. hun de Hollandsche taal opdrong. Louis Philippe, koning van Frankrijk heeft, bij besluit van 6 dezer, ter gelegenheid des huwelijks van zijn' zoon, den Herto^ van Montpensier aan een groot aantal veroordeelden gratie verleend. Meer dan 100 correctionele gevangenen zijn of geheel vrijgesteld geworden, óf hebben een aanzienlijken afslag verkregen. Een gelijk getal criminele gevangenen hebben hunne straffen in correctionele zien veranderen, in deze laat ste cathegorie behooren de vijf medcpligtigen van Ouenisset, in 1841 veroordeeld, wegens aanslag tegen hel leven van de Hertogen van Orleans Nemours en Aumale. Nog vele andere begenadigingen zijn verleend geworden. Indien de heer K. van Holst merkt de Tw. C. te regt aan in Frankrijk eene scherpe, onbescheidcne kritiek eener Fransche troonrede had uitgegeven, zou hij deswege niet in reten zijn vervolgd, veel minder nog veroordeeld; en mogt zulks hebben plaats gehad zoo zou hij meer dan waarschijn lijk op zijn verzoekgratie hebben verkregen. Hoe vaster men staat, hoe minder men doorgaans gestrengheid noodig acht, om zich in zijne stelling te handhaven. Men heeft redenen te verwachten, dat op den aanstaanden verjaardag van Z. M. (6 Dec.), den Heer van Hulst, zooniet volledige gratie, althans afslag van straftijd, zal verleend wor den. Mogt het geenc nieuwe teleurstelling worden. Wij hadden het bovenstaande reeds geschreventoen ons de Tielsche Nieuwsbode van jl. Woensdag in handen kwam, waarin het als wenschelijk wordt voorgesteld, (lat de geza menlijke redactiën van vrijzinnige dagbladen zoo de heer var Hulst er zelf geene roeping toe mogt gevoelendc handen ineen sloegen, om Z. üi. den Koning, bij gelegenheid van II. D. aanstaanden verjaardag, per rekwest, om afslag op den be paalden gevangenistijd te verzoeken. Wij gelooven dat dit een domme streek zou zijn en juist het tegengestelde zou uitwerken. De meeste Burgemeesters, die ambtenaren zijn van den Burgerlijken stand, schijnen maar geen regt begrip te hebben van art. 110 van het iste boek, 5den titel van het Burgerl. Wetb.dat wij hier afschrijven: «Een uittreksel van de acte van afkondiging moet gedurende den tijd die tusschen de eerste en tweede afkondiging verlooptaangeplakt worden, en aangeplakt blijven aan de deur van het huis der gemeen ten alwaar de afkondigingen gedaan zijn." Er wordt ner gens gesproken dat ook van de tweede afkondiging een uit treksel aangeplakt worden moet; dat is volgens de wet geheel en' al onnoodig. En in weerwil daarvan moet ieder paar, dat trouwen wil, toch ook wel degelijk voor dat tweede, overtollige uittreksel, het zegel- en leges-geld betalen. Te wen- schcn is het, dat alle ambtenaren van den Burgerlijken stand van hunne dwaling terugkomen de schatkist zal daarbij wei nig verliezen, en velen, voor wien een gulden eene belang rijke som is, zullen er verheugd over zijn. De Heer mr. G. N. de Kempenaer verdediger van Eilardus Meeter in het Haagschc Monster-proces, heeft onder anderen het volgende gesproken: bHet" (derde en) «laatste bedrijf van dit treurige drama is er slechts bijgevoegd, om een geschikt voorwendsel te hebben, ten einde eenige gevreesde schrijvers, drukkers en uitgevers van hunne vrijheid te be- roovcnen alzoo facto een einde te maken aan bun oppositie-geschrijf «Of is dit niet ontegenzeggelijk bewezen' geworden door bet gedrag van het Openbaar Ministerie, jegens den 1/dcn beschuldigde van Gon- cunwelke men elf maanden lang in eene gevangenis opsluit, om hem na verloop daarvan in eene publieke audiëntie, ten aanhoore van eenige honderde personen, aan te zeggen, dat men zich heelt vergist dat men hem niet in hechtenis liad mogen nemen, omdat de actie, die men tegen hem had ingesteld, op bet oogenblik zijner gevangenneming, vol gens de bepalingen der wet, reeds was verjaard en vervallen. «Dit vreemdsoortige aanhangsel van hel huidige regtsgeding, is niets anders als eene voortzetting van den onverinoeidcn kruislogl der Rege ring tegen de vrijheid der drukpers, als een gevolg van het lot hiertoe onafgebroken syslhenia van intimidatie (schrik aanjagen). Wel verre toch, dat onze bewindslieden, in uavolging van Engclands groole staatsmannen, het echte constitutionele grondbeginsel zouden hul- dVen, dat het oordeel over de wellen en over dc daden der Regering des lands, aan den geregeerden geoorloofd, ja, voor den staatsburger pli"linalig is; wel verre, dat zij de overtuiging zouden bezitten, dat oppositie voor eenen constitutionele!) regeringsvorm, even noodzakelijk is, als de omloop des bloeds, voor liet nunschelijkc ligchaam zoodat met dezelve alleen leren, beweging en welvaart bestaan kunnen, zon der dezelve verlamming, uillering en ontbinding noodwendig volgen moeten; verre, [zeer verre van dien hebben onze bewindslieden aan alle liberale' bladen den oorlog aangedaan en dezelve zoeken te vernietigen; sommigen door een bijvoegsel op de Zegelwet, anderen door civiele, correctionele of criminele processen, processen, van welke alle de g.reglszalen dezer residentie bij herhaling gewagen kunnen. «Een gevaarlijk spel voorwaar, zoo als de onleilbare leermeesteres, de geschiedenisons aantoont. «O mogt bel der Regering niet gaan als het zorgclooze kind, dat spe lende met een vuurwapenzonder de vernielende kracht daarvan te kennen, zicli zeiven deerlijk verminkt of doodelijk trelt. Maar dit is no" nieL alles: want dezelfde daden van verschillende dagbladschrijvers, zijn bij den eenen vervolgd geworden en bij den anderen onopgemerkt gelaten, al naar mate de dauers behoorden lot dc mannen des behouds of tot die van vooruitgang. b Het bezoldigde Guuvernementsblad heeft ongestraft de meest geachte leden der oppositie uit de Stalen-Generaal herhaaldelijk met smaadrege- len overladenterwijl dc Vlissingsche Courant voor smaad en hoon den conservatieve leden der Stalen-Generaal aangedaan, is vervolgd gewor- den. Datzelfde blad beeft ongestraft zijne uommers bij honderden on gezegeld uitgegeven, terwijl de oppositiebladen daarvoor ten strengste vervolgd worden. De schrijvers van oppositiebladen worden niet slechts aari"ek'laa<»<lmeer dan een jaar in eene voorluupige gevangenis opgeslo ten? maar zoowel daar in als daar buiten mishandeld en gemarteld; de verdedigers qiuind mê/ne van de regeringsdaden worden gevleid, be loond en geridderd. Zelfs de leden «Ier balie heelt men trachten schrik aan te jagen, ten einde hen, in strijd met eer en pligt, terug te hou den van liet verdedigen van liberale schrijvers. Of is niet één hunner, nog in liet ambtsgewaad gekleed, onder het oog der policteongestraft belecdigd en gehoond? En wie weet wat ons, verdedigers dezer zoogenaamde me- depligtingen, te wachten staal, wanneer wij, na eeneverkregene vrij spraak met onze cliënten dezen tempel der geregl.ghe.d verlaten? Het is mij onbekend en wij zullen het gerustel.jk afwachten: maar uit dit alles blijkt mij ten duidelijkste, dal de leuze van bet bestuur is: »Ae seront impunis Que nous et nos amis. (Geen blijft er ongestraft, dan wij en onze vrienden). „Wij zouden bier kunnen eindigen, ware liet niet, dat wij ons ver- pligt rékenden nog met een enkel woord te gewagen van de behandeling, die" Eilardls Meeter van de Justitie heeft ondervonden, toen men hem als een toonbeeld en afschrik voor allen, hoe men in Nederland met de schrijvers der oppositie leeft, zeven dagen lang geketend door ons kleine land ie heeft gesleept, terwijl men hem in even zoo vele uren had kun nen overvoeren naer eene plaats, waar hij niet zijn wilde; waar men

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

De Kaleidoskoop (1846-1851) | 1846 | | pagina 2