De livery knecht. EM TEEÖET ®M UTOPIA. Dat is eene andere som dan f 525.Hebben die leden van den Stedelijken Raadwelke steeds zoo aanhoudend op publieke verpachtingen hebben aangedrongen, wel geheel ongelijk gehad? De nu genomerte, slechts gedeeltelijke proef, brengt de Stads kas een jaarlijks voordeel aan van /"2618. En had men zulks niet al de erven gedaanwat zou het resultaat ge weest zijn? Ongetwijfeld het voorkomen van nieuwe stedelijke belastingen Verdere gevolgtrekkingen en moraal, in t volgende nommer J rolijh profetisch &tcti<jspel m één bedrijf. EERSTE TOONEEL. (De Grootvizier Floris. De schatkist slaat op den voorgrond.) Floris. Aria. Hoe veel IK heb bijeengehaald 't Geld loopt door duizend gaatjes, Begrijp-je 't wel papaatjes? IJet volk heeft al zoo veel betaald Voor onze aristocraatjes. (bis) Zij geven geld en goed, Met vaderlandsch gemoed: Och, 't volkjen is zoo goed Voor onze aristocraatjes. (bis) 'k Vertel nog eens hun, 'k hoop voor 't lest, 't Geld loopt door duizend gaatjes, Begrijp-je 't wel, papaatjes? 't Geschiedt toch voor hun eigen best, Enonze aristocraatjes! (bis) Zij geven geld en goed Met vaderlandsch gemoed: Och, 't volkjen is zoo goed Voor onze aristocraatjes, (bis) "Welaan, couragie dan! De schaapskooi zal wel knikken. En 't volk zich weder schikken 't Betaalt zoo lang 't maar kan. TWEEDE TOONEEL. (Florisde sollicitant van Zoek; later de sollicitant Salie Een livery knecht.) DE LIVERY KNECHT. De Heer van Zoek Duet. Floris (ter zijde). Hij staat in 't boek. (luid) Wat zoekt gij hier? Wat woudt gij wezen? DE SOLLICITANT Doe mij 't plaizier En wil dit lezen! (hij geeft hem een papier DE SOLLICITANT Aria (ter zijde). Hij vraagt, wat zoekt gij hier? Ik zoek, wat 'k niet zal krijgen; Omdat ik niet vsou zwijgen Tierelier, Tierelier. (luid) Gij vraagt, wat zoekt gij hier? Thans kent gij al mijn regten lloe zult gij 't nu beslechten? Tielericr, Tierelier. Floris (nijdig) Ha! Ha! waagt gij u hier? Hoor! IK zal u vergelden. Uw blaffen en uw schelden Tierelier, Tierelier. Verwijder u van hier; Die hier staat opgeteekend, ls immer ingerekend Tierelier, Tirelier. F LOR1S Solo (hij loont hem een groot zwart boek) Hier in deez' hoek Staat gij in 't boek. Ga ijlings heen, En laat me alleen! (Zij trekken een leelijk gezigt legen elkander. De sollicitant af.) De jonkheer Jan Salie Sollicitant van de balie! Floris. Salie. Duet. F. Gij zijt nog vast een Neefje? S. O ja! F. En zeg mij eens, wat dreefje? S. Papa F. En nu woudt gij een poslje? S. O ja. F. En dan vc-rleer-jc 't kostje? S. Als Pa. F. En gij zult altijd zoet zijn? S. O ja. F. Wel nu, dan zal ik goed zijn, S. Voor mij en Pa. Floris. Recitatief Kom zing nu eens liet liedje, Dat vader u geleerd heeft, En waar hij oonie Floris Zoo magtig mee vereerd heeft. Salie. Aria. Ik wil mij nergens mee bemoeijen Wijl ik er later voor zou bloeien Ik blijf dus stil in d' achterhoek. Ik laat wat wezen moet gebeuren, Bewaar mijn kleeren zonder scheuren En kom niet in het Zwarte Boek. Begeef u dus in geen gevaren; Zoo ligt toch raakt gij op de bldren, Al handelt gij bedaard en kloek: En durft ge ook op verdienste bouwen, Gewis het zon u dra berouwen, Staat slechts uw naam in 't Zwarte Boek. Floris. Allegro. 't Is wel: gij zijt een waardig kind, Dat Floris oom van harte mint. (Jt's) Vaarwel (bis), (Salie af. Floris schelt; een livery knecht). Floris. Recitatief. Eer ik het mogt vergelen Zorg straks voor wijn en eten, Zoo lekker men 'L kan wenschen Met eten en drinken regeert men de mcnschen. Vervolg hierna). De Minister van Finantiënblijkens eene aanschrijving van den'7 dezer aan de Gouverneurshoudt de aardappe len-ziekte van 't vorige jaar voor een onvoorziene rampwelke op kwijtschelding of afslag van grondbelasting aanspraak geeft. De tegenwoordige aardappelen-ziekte echter, houdt Z. Exc. voor misgewasgelijksoortig als dat der Rog^e, en voor welke onheilen de wet evenmin eene gunst heeft toegekend als zij, hij buitengewone rijke oogsten, meer belasting vordert! Wie zegt nu nog, dat onze Minister van Finantiën geen Wijsgeer is Een partikulier berigt uit het vorstelijk 's Gravenhage spreekt van een te -kort in 's Rijks Schatkist van acht a vijftien miljoenen. Alzoo zou^de voorspelling van den Edelen van Rechteren, dat men 1850 niet zoude halen, zonder nieuwe te korten reeds vroeg bevestigd worden. (K. C.) Een Overijsselsch Edel- mogendc heeft echter slechts ongeveer een miljoen genoemd. - De Heeren Brüno Tideman en Dr E. C. Buchner zijn te Amsterdam tot Kiezers benoemd. «Groot is de overwinning," zegt het Handelsblad.zij is een treffend blijk, dat de stem- geregtigde ingezetenende behoefte aan vooruitgang en grond wetsherziening, levendig beseffenwant alleen onder deze vaan van grondwetsherziening en vooruitgang is het vereenigen

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

De Kaleidoskoop (1846-1851) | 1846 | | pagina 2