NIEUWS- EN ADVERTENTIE-BLAD. 12 September 1846 stond voor de correctionele regtbank te averiecns ter eoede naam en faam staande KAKIÜSKOOP. ZWOLLE, DEVENTER, Dit blad verschijnt geregeld alle Zaturdagen. De prijs van het abonnement is voor ZicolleDeventer Zutphen en Apeldoorn 50 cent in de drie maanden overal elders franco per post 62'/2 cent. Alle post kantoren ue'moü bestellingen aan. De prijs der Adverlentién is van één tot vijf regels 25 cent, en 5 cent voor eiken meerderen regelbe halve 55 cent zegelregt bij iedere plaatsing. De AdvertentiëB moeten vóór Vrijdag middag vier uur ter Drukkerij te Deventer zijn ingezonden. Alle toezendingen voor dit blad bestemd moeten franco geschieden, hetzij door bemiddeling der Post- kanlpreoof te Zwolle bij G. J. Schutte Deven ter, A. Teb Guvne ZutphenJ. II. Mblukk; Apeldoorn, B. Guniung. Te Kampen bij.- de Gebr. Fecs. Den 3 dezer stond voor de correctionele Zwolle teregteen overigens ter goede naam en faam burgerjongen, beschuldigd van het plegen eener eenvoudige verwonding op een kermisavond in een herberg bij eene al- gemeene kloppartij. Kort na het voorgevallene was hij dooi de policie gearresteerd en den volgenden morgen zijnde een Zondag, cn wel juist op het tijdstip, dat de straten waren opgevuld met te huiskeerende kerkgangers, met ketens geboeid, door vier geregstdienaars naar het huis van arrest openlijk ver voerd!! hoewel hij er niet aan dacht cenigcn wederstand te bieden. Spoedig daarna was hij op bevel der regtbank in vrijheid gesteld. Bii de behandeling der zaak kwam de advokaat, Mr. J. U. van Ketwich Verschuur als verdediger van den alduszonder eenige aanleiding of noodzakelijkheid geprostituëerden beklaagde, tegen die snoode behandeling op, en maakte de opmerking, dat zulk een maatregel, ten opzigte van een persoon, die slechts op presumtie was in hechtenis genomen zeer verkeerd was ia hi beweerde zelfsdat de politie door zoodanige han delingen, als in dezen hadden plaats gehadzich de minachting cn den haat der burgeren zoude waardig maken Hier viel de ambtenaar van het openbaar Ministeriede Heer ÜIhcier Bruce, hem in de rede, en verzocht hiervan acte in het pro ces-verbaal der teregtzitting. terwijl hij den pleiter poogde tc overreden de gebezigde uitdrukkingen weder in te Hekken. De verdediger echter herhaalde dezelve en verklaarde daaibij te volharden. Bij repliek trad de Heer Bruce in beschouwin gen over het treurig verschijnsel van den tegenwoordige* tijd dat ieder zich schijnt te beijveren om het openbaar gezag ten allen Hide en in het openbaar aan te vallenen daaidoor den eerbied voor hetzelve te ondermijnen of uil te dooven De vei- dediger verklaarde daarbij, bij dupliek, dat, volgens zijne overtuiging, de eerbied voor de openbare magt oneindig meer werd gefnuikt en ondermijnd door het ongestraft plaats heb ben van zoodanige handelingen, als waarvan hier sprake was, dan door eene openlijke afkeuring en gisping van dezelve: dat ook het Openbaar Ministerie, veel meer tot de handhaving van dien eerbied zoude medewerkendoor de ambtenaren die zich soortgelijke willekeurige handelingen, grenzende aan mis bruik van magt, veroorloofden daarover te onderhoudenen dezelve, indien daartoe termen waren, te vervolgen, dan door te vergoelijken en er min of meer, door ze niet opentlijk af te keurenzijn zegel aan te hechten. Ten slotte verklaarde de advokaat,'zich volstrekt niet onvoorzigtig die uitdrukkingen te hebben laten ontvallen, maar ze welberaden, uit volle overtuiging te hebben gebezigd, en hij steeds, bij voorkomende gelegenheden, op dezelfde wijze naar eed en piigt te zullen voortgaan. Overijsseldit feit vermeldende, vraagt: waar het naar toe moet met de regten der burgeren, indien de ambtenaren van het Openbaar Ministerie ongestraft den verdediger in de rede ZUTFÏIEN* APELÖÖSmKS. of indien het dien laatsten niet geoorloofd is, de omstandighedendie betrekking hebben op zijnen cliënt te verhalen en de daarbij plaats gehad hebbende handelingen af te keuren? Waar zou, zonder deze onschendbare regten der verdedigersde willekeur van sommige ambtenaren van het openbaar gezagdoor gcene vrees voor opentlijke afkeu ring meer teruggehouden, een einde nemen?" Men ziet hieruit, hoe vrijzinnig de lieer Bruce over het openbaar maken van misbruiken en verkeerdhedenhet be stuur betreffende, denkt, cn wat de liberale partij van Z.E. M. te wachten zou hebbenals hij eens tot Minister verheven werd Aan den anderen kant ziet men uil het gedrag van den Heer van Ketwicii Verschuur, dat er daarentegen ook mannen zijn, die voor de waarheid opentlijk durven uitkomen, en de regten der burgers krachtdadig verdedigen. He Redactie der Twentsclie Courant beschouwt de vrees van sommige nieuwsbladenalsof men hier ten lande eene censuur zou pogen in te voerenvoor volstrekt ij del zoo mede de bezorgdheid, dat men eene borgstelling zou vorderen van dc dagbladenom dezelve te vernietigen of ten minste te paralyseren. Zulks zou ongrondwettig zijn men zou schen dige handen aan de Grondwet slaan, waarin toch duidelijk te° lezen staat: «Het is aan elk geoorloofd om zijne gedach ten cn gevoelens door de drukpers, ais een doelmatig middel tot uitbreiding van kennis en voortgang van verlichting, te openbaren, zonder eenig voorafgaand verlof daartoe noodig te hebben." "Wij zijn dit volkomenwat dc ongrondwettigheid betreft, met onze Twentsche Zuster eens, maar meenen te moeten vragen, of de Grondwet niet aanhoudend omtient dit art. 225 geschonden wordt, door het vorderen van eene hatelijke drukkende zegel-belastingdie de dierbare vrijheid «om zijne gedachten cn gevoelens door de drukpers, als een doelmatig middel tot uitbreiding van kennis en voortgang van verlichting, te openbaren," zoo in 't oog loopend belemmert. Kan het heeten »zijne gedachten en gevoelens door de druk pers te openbarenzonder eenig voorafgaand verlof daartoe noodig te hebben," wanneer men beginnen moet met vooral geducht op te dotken als men daartoe met dan .waarge last papier mag bezigen? Moet men he.t cr niet vooi hou den .Vat dit wel degelijk de Redering op dit punt voortdurend zich daaiaan mo^t schuldfg makenwat waarborgt ons dan tegen eene eensuur nu in oorlog met den Radja van B,., ten J. J. mwrhcn beide regeringen ms'aaml ver- gevolge da tcie g,n bov(;mljen nog de ilollamlsohe gezanten opalefgroftte beledigd heeft. Eene expeditie zal afgezonden worden ter handhaving van Nederlands invloed en gezag II V is een der eilanden van den Oosterschen Archi- pe'laa,'ónmiddelijk ten oosten van Java gelegen. De handel

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

De Kaleidoskoop (1846-1851) | 1846 | | pagina 1