Meestér Floris iiaet üe i&egelplak. SSoggeaaferéod. «Daar was reis zeekre Goliath: Dat was voorwaar geen bloed Hieraan dachten wij onwillekeurigtoen wij deze week het berigt lazen dat de groote van Hall zich toerust tot een kruistogt tegen de Wespen. Na zich met onsterielijken roem overladen te hebben door zijne overwinning op de-Moskwlen (Lilliputters), die hij alle volkomen dood gezegeld heeft, zal hij thans met dezelfde wapenen tegen de Wespen te velde trekken. Welk een moed, welk eene grootheid!! Hoezeer bewijst dit zijné goede trouw, toen hij betuigde, dat hij op de heiligheid der vrije drukpers geen inbreuk wilde maken; dat hij het als een ramp zou beschouwen te moeten medewer ken tot een maatregeldie zelfs zijdelings de strekking- zou hebben om de vrijheid der drukpers, dat palladium onzer vrij heden te beperken; dat geene personele wrok, bcleediging of verdriet hem in zijne handelingen bestuurt,1' enz. Heft lofzangen aan, Journal de la li aye.Jlaagsche Nieuwsj bode en Drentsche Courantter eer van uwen onvolprezen held. Mogenandersdenkenden cr ecu bewijs in ziendat.de groote man op zijn verheven standpunt niet onkwetsbaar voor nietige insekten is en de geur der Halliade zijne reukzenuwen on aangenaam geprikkeld heeft, wij houden, het er voor, dat in gebeelde grootheid en valsohc bedoelingen geep erger vijan den dan de waarheid kunnen hebben, en zij dus alles trachten aan te wenden om die te onderdrukken en te versmoren. Zoo spreekt men zelfs (en wij worden ernstig; want de zaak is van de önberekenb'aarste gevolgen) van een toeleg, die cr bij de Regering zou bestaanomzoo men al geene druk perswet of censuur zou kunnen invoeren (bij het bestaan van art. 225 der Grondwet), dan toch op eene indirecte wijze de drukpers bepaaldelijk de politieke of dagbladpersaan knel lende banden te leggen door het vorderen van eene cautie bij de oprigtmg van eene Courant. Wij kunnen dit gerucht echter nog kwalijk geloov.cn daar wij het al te onberaden en onstaatkundig (zelfs voorgonzen wijsgeerigen minister) zouden achten de laatste schaduw van druk pers v rij h cj d die nog bij ons bestaat en waarop wij ons reeds als kinderen leerden verheffen baldadig te vernietigen. Onze toestand (zegt de Heer van Vliet) is als stroo, hetwelk slechts op eene vonk wacht om te ontvlammen." Wij vreezen zeer, dat juist zoo iels deze vonk zoude voortbrengenen wij vragen het, hoe onze Regeerders en BehoudsÜeden uit dezen brand zouden - te voorschijn komen? Men schrijft ons het volgende, d.d. 27 Augustus: In den loop dezer maand zagen wij, onder anderentwee benoe mingen van Rijks-Ontvangersnamelijk die van den Heer Bannier voor Kampenen die van Jonkheer van der. VVjjck voor Dalfsen. Algemeen wordt verhaalddat deze Ontvan gers hunne niet geringe bevordering zouden te danken hebben aan de familie van Pallandt tot Eerde. Men herinnere zichdat Z. Esc. van Hall kort voor hunne benoeming, op den Huize Eerde heelt gelogeerd. I)e Heer Bannier is de aangehuwde achterneef, en Jonkheer van der Wijck de neef van van Pallandt welke laatste natuurlijk veel invloed moet hebben, gelijk'mede Z. li. W. Geb. Zuster, (Mevrouwtje van Goltstein) op den Logeergast, Oome van Hall «Dat noem ik Kruiwagens hebben! g. Een der Wespen uit het jongste nest steekt Z. Exc' den Heer Staatsraad-Gouverneur onzer provincie, volgender wijze «De Graaf van Rechter en Gouverneur van Overijssel die zich, volgens het dagblad OverijsselExcellentieJaat 'noe men (1) in de vergadering der Provinciale Staten heeft niet veel genoegen van zijne kindertjes beleefd. (2) Zijne Excellentie heeft nog al eens moeten onderdoen voor de Edel groot acht baarheid van de afgevaardigden. Dat is waarlijk bedroevend als men ook nog op een zeker standpunt denkt te staan' Dat gebruik of misbruik? maken van art. 27 zijner instructie was een coup d'éclal" (vulgobluf) »van zijne Excellentie'. Sic Uur ad astral" (zoo stijgt men tot de sterren!) (dwaal sterren?) «Die Staten vari Overijssel hebben het akelige figuur, dat die van Utrecht en Limburg hebben gemaakt nog meer doen uitkomentoen hun verboden werd, om hunne beraadslagin gen openbaar te maken en toen zij daarin berusteden als de lammeren" enz. In de eerste afdrukken van ons vorig nommer staat abusi- v el ijk in navolging van 't dagblad Overijssel No. 164, f 42,000 als de som, waarvoor de Ad minis tatie van den Geldersch- Overijssclschcn Spoorweg den IJaarler of tlellendoornschen berg zoude aangekocht hebben. Volgens een bij- ons ingekomen berigt, ft welk door Overijssel No. 166 bevestigd "wordtbe draagt het slechts ruim f 12.000. Men heeft zeker de '1 voor 4 aangezien, wegens onduidelijk schrift. De woeste berggrond 42 bunders bedragende, is tegen f 250 de bunder, en om streeks 1 bunder 75 roeden broek grondtot dezelfde marke behoorendetegen ƒ1000 de bunder afgestaan summa 12,250. Nog al een Koopje!! De wezentlijke waarde dier woeste gronden kan men hoogstens op f 20 per bunder taxeren. Een blij vooruitzigt voor eigenaren van grondendie tot den Spoorweg zullen benoodigd zijn. De Noord-Nederlandsche natie wordt door het roggen- brood in tweeën gedeeld. Westelijk heeft het roggen brood den vorm van koek; maar is het kleijig, soms als zemelen met stroop. Oostelijk smaakt het roggenbrood op den duur, beter dan koek; vooral als liet in dc ouderwetsche huishoudingen, of in de dorpen aan groote brooden eigengebakken is. Ook de bakkers kunnen het er zeer goed bakken, als zij willen en niet gierig genoeg zijn om hunne klandizie te verknoeijen. Noor eencn oostelijken Noord-Nederlander, die op reis is geweest, -is het bij terugkomst eene heerlijkheid, weder zijn versche en degelijke roggenbrood te proeven. Bij de tegenwoordige moeijclijkhcid om den kost te winnen moet elke nieuwe- industrie welkom zijn. Verzending van goed roggenbrood naar Holland kan misschien voor onze bakkers eene uitkomst worden. Te water verzondenblijft het eenen goeden tijd murw en lekker. Nu de rogge zoo duur is, zullen misschien de Hollandei's het hun fatsoen niet te na rekenen om een stuk roggenbrood te nemen in de plaats van hunne grijze irfindersoort van tarwe nb rooddie waarlijk noch gezonder' noch beter is. Zij zouden wel leeren om die groote brooden te snijden al ging het eerst wat on handig. En naderhand zonden zij het ons wel nabakken. Intusschen valt er voor speculanten wel ligt wat aan te verdie nen en men kan wel in slechter waar speculeren, {ingezonden.) Gelukkig, dat de Wijnkoopers hier te Deventer, voor zoover wij weten alle .dood eerlijke lieden zijn, anders zou den ze,, bij de invoering van de stedelijke belasting op den Wijn, nog een aardig profijl je kunnen hebben, ten nadeele van 's Stads Kas. Wij kennen elderswaar de ingezetenen reeds met eene stedelijke wijn-belasting zijn gezegend, sommige wijnhandelaars met eene zeer ruime consciëntiedie daar aardig bij profite ren. Bij voorbeeldzij betalen voor eene zekere hoeveelheid wijns f 1000 belasting en vervoeren eene grootere hoeveel- Men vroeg eens-iemanddie met den Gouverneur in betrekking stond, of dit geen verkeerd inkruipsel wasonslaande doordien dc eerste Gouverneur van Overijssel (Bentinck) tevens titulair Luitenant-Generaal en als zoodanig Zijne Excellentie was? «Zoo schijnt bel,» was liet antwoord; «dóch ik geloof niet dat de Beer v. R. zich beJeedigd zoude tooncnal zeide men Zijne Hoogheid'.-» (2) En die stoute kinderen heeft Z. Exc. nog wel-ie gast gehad!! Welk eenesnoodc ondankbaarheidWat groot berouw zal Z, Exc. niet gevoelen (De goefgunstige leser sal gelieven (in plaelse van een plate, die hier nagelaten is) bij inbeelden ge sich voor te stellen een groot man met een breeden kalen kop cn ijsselijk-groote handen op een verheven standpunthebbende in de eene hand een vervaarlijke zegelplakin den vorm van een ijzer waarmede men de koebeesten opbrandtmet welke zegelplak hij ijverig in de weer is naar Wespendie om hem heen vliegen 1e stooten met gevaar van zijn verheven standpunt, af' te tuimelen. Rondom hem liggen doodgezegelde moskielen.) Hij bief geduchte vuisten op En dreigde groot en kléin, Hij had een sciiriklijk breeden kop, En bitter weinig brein. Hij sloeg de binders lam en flaauw, Eu slapte weg gelijk een paauw.»

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

De Kaleidoskoop (1846-1851) | 1846 | | pagina 2