slinn<lanliS (leZC licrnacllUge?.'! taal wordt het artikel met 52 tegen 4 aa"genomen. Sprekender demonstratie kan tocli wel° niet erlangd worden! (13de, zeer fatale nederlaag.) De vier legen- stemmers, waarvan acte dient genomen le worden, zijn: Baron Sloet tot r ween ij en hui zen (uit V'ollenhove) de lieer ScjillngermannJomt-- tieer Sandbekg, de Grooie, en Burgemeester Stoete. Aan de orde is nu art. 37. Z. Exc. houdU,liet voor wijdloopig, omslagtig, bezwarend en moeijelijk, doch't wordt, desniettegenstaandeniet aigemeene slem- men aangenomen. (14de nederlaag.) Nadat art. 23 reeds is aan genomen, komt Jonkheer Hovy terug op art. 20, en wil de Gouver neurs als Presidenten in de Gom missiën laten voorzitten. (Dit zou hem haast ontgaan zijn.) Algemeen stilzwijgen, behalve van Z. Exc., die zich aldus uitlaat: »De geheele strekking van liet stuk is om de Gou verneurs buiten de vergadering der Commissièn le houden; want ik zal niet behoeven le zeggen, dal geen Commissaris des Konings ooit dezelve zal bijwonen, wanneer hem liet'Voorzitterschap, niet wordt opge dragen." Niemand regardeert hierop. (15de nederlaag.) Bij art. 30 be klaagt zich Exc., "dat hij niet eens bepalen mag de volgorde, waarop de stukken aan de orde moeien komen, en vraagt, of de Voorzitter' dan niets te doen zal hebben dan den hamer te laten vallen?" (5) Alen - stoort zich niet %an.dat beklagen 't artikel wordt met aigemeene stemmen aangenomen. (16'de nederlaag.) Op art. 34, over de resumplie der noluien heeft Z. Exc. eene opmerking, die door de Herren van Roijen en va.n Logkem tot nul wordt gebragt. Art. 42 keurt Z. Exc. af, maar de vergadering neemt het met aige meene stemmen aan. (17de nederlaag.) Van srl 43 zegt Z. Exc. »Al wederom een dito artikel," Z. Exc. vindt er bezwaar in, dat aan den Voorzitter het regl van de sl ui Li nrp der discussie o'nlnomen wordt. De leden echter niet, cn 't artikel wordt aangenomen, weder met aigemeene stemmen (ISde nederlaag.) Art. 45 wordt gelezen, luidende: Bij, staking der stemmen", zal de zaak Legen een der volgende zittingen op nieuw aan de orde worden gesteld. Z. Exc. zegt: Dit Art. zal dan. toch wel geheel moeien gewijzigd worden, daar hetzelve, zoo als het daar ligt,N tnuilvucrbaar is." De Heer van Loghe.h heeft de onvoorzigligheid hierop le zeggen Het is dezelfde bepaling, uwe Excellentie, welke bij de Tweede Kamer wordt gevolgd." Z. Exc. valt hierop in: Ik ben zoo vrij van (nogmaals) op te merken, dat liet bier geen Tweede Kamer is, (dat de Heer van Looneii dat maar riiel begrijpen kon) en dat als wij alles deden, zoo als bjj de Tweede Kamer der Slatcn-Generaal, wij dan dikwijls zeer on grondwettig zouden handelen." (Dit is, in een anderen zin als Z. Exc. scheen te bedoelen, helaas, maar al le waar!) In rondvraag ge bragt wordt het artikel rïiet aigemeene stemmen aangenomen'. 19iic nederlaag.) Op art. 47 maakt Z. Exc. insgelijks aanmerkingen, doch wordt door eenige leden dopdgepraat, waarna ook dit artikel met aigemeene stem men wordt aangenomen. (20ste nederlaag.) In art 62 vindt Z. Exc. wederom bezwaar, en wordt door den Heer Roessingh Udink behoorlijk leregt gewezen, 't Artikel wordt aangenomen met 35 tegen 20 stemmen. (21ste nederlaag, maar een kleintje.) Bij art. 64 komt Z. Exc. terug op art. 16, over het medestem men van den Gouverneur, en vraagt: shoe het denkbaar is, dat «Je Commissaris des Konfngs in het Collegic van Ged. Staten geene stem zal hebben, daar deze moet geacht worden met al wat de belangen der Provincie aangaat, in bet' naauwsle verband met Ged. Stalen Le staan; aangezien deze ook zijn belast met de uitvoering van.de aigemeene rijks wetten dit is eene waarachtige ongerijmdheid." (Deze redenering?) De lieer van l.oghem verklaart, »dat de Commissie gemeend heeft, zonder op omstandigheden of personen te letten, zich aan teller en geest van de Grondwet te moeten houden, en daarmede is overeenkomstig, dat er geen onderscheid kan gemaakt worden lusschen Stalen en Gedepu teerde Stalen." Z. Exc. wil het nader bewijzen uit art. 151 der Grondwet, doch wordt door de Heeren van Roijen, van Aoghkm en van Maiue geheel uit T veld geslagen, waarop zich niemand tegen het arti kel verklaart. (22 ste nederlaag alzoo, en vel eene ka pi lal e.)- Stol hierna.) (5) Wel ja! Zou de Gouverneur niet eens mogen zeggen, als hij bet in 'het hoofd kreeg: «Strakjes, E. G- A. Uil., zuilen we stemmen voor de Tweede Kamer."? lloe zou hij anders daartoe het regte ogen blik.kunnen kiezenais de vrienden present, en de ongeloovigen verwij derd waren? Wat zou geheime correspondentie vermogen, als de heele •vergadering zich met zulke kleinigheden ging bemoeüe»? Dezen jare nog zullen de meeste loden der Staten wel niet geweten hebbendat zij strakjes den lieer van Twist gingen inkiezenveelmin, wie bij dat werk sLemöpnemcrs zouden zijn. Dè N, Rolt. C. citeert als een staaltje van bijzondere vlugheid bij ons ministerie van buitenlandsche zaken dat het 'rapport van den Consul te bergen in Noorwegen van den 5 Maart jl. over de haringvangst en vrachten der schepen in het voorjaar, eerst den 5 dezer, en dus na vijf maandenter kennis van den handel is gebragt. Het Journal de la Ilaye wil zijne lezers diets maken dat hier van aanstaande voorjaar dus dat van 1847 gesproken wordt. «Een ieder,-zegt de N. Pu C., die niet geheel onkundig is met het handelsverkeer Tveet, dat de prijs der vrachten bepaald wordt naar de hoe veelheid .der te verladen goederen, in verhouding tot de aan wezige scheepsruimte. Hoe zou men nu de prijzen der vrach ten eenjaar te voren kunnen bepalen van haringdie nog niet gevangen is?:! Zulk eene volslagene onkunde van den handel verraden onze regerings-mannen en hunne organen. Is het wonder, dat ons een tractaat met Belgie. is op den hals geschoven, dat ons den genadeslag zal toebrengen?" (Tiet Handelsblad loopt ook niet hoog met dat tractaat. De Belei- sche bladen echter zijn er in 't algemeen zeer over tevreden en dat is voor ons een slecht teek en.) 3 «Het Britsche Gouvernement heeft de in bezit neming van hef. eiland Laboan, aan de uitwatering van de rivier Borneo bevolenen gelastaldaar eene havenplaats op te rieten '3 Zieqlaar, wat reeds lang is voorspeld. De Ehgelschen plinten alzoo hunne vlag óp jNcdcrlaodsehen bodem! Zal onze Ne derJandsehe Leeuw nu niet eindelijk ontwaken? jrn wa^ moet men denken, van het volgende berigtPer ioneste O ver land-Mail ontvangen: «De expeditie naar Balie, door de Nederlanders ondernomenwordt beschouwd als strijdig met de verdragen met Engeland gesloten, die de uitbreiding der NederImidsche Koloniën in dp Indische Zuidzeeën verbie den. Dit onderwerp eischt ernstige overweging jje ^Nederlanders schijnen besloten te hebben dat eiland te on derwerpen tot groot ongenoegen der Britsche Kooplieden te Singapore!!!". Een mooi voorwendsel om aan 't haspelen le raken en ons in te pakken. De Staats-commissie voor toelating tot de Academische lessen vindt het examen zelve ongenoegzaamzij zoekt meer Jicht te verkrijgen, door den eandidaat te ondervragen naar zijne afkomst, ouders, onderwijzersleertijdouderdom, enz. Zoo die vragen niet gedaan, worden om invloed op het besluit uit te oefenen, waartoe dienen ze dan? Of moet Minerva's tempel alleen voor aristocraten en aristoeraten-kinderen open staan? {ingezonden.) eati, Vomdèls gjpaff. No, 13. Vroeger- en Thands. Die Holland zocht weleer, mo.gt naar een vol land zoeken Nog vindt men 't zonder fout, maar zoek' het in de boeken! No. 14. Tijdspiegel. Ja, kon bet graf de waarheid smooren, Of leggen aan den band Zoo zou men toch die waarheid hooren: Een kerkhof is gantsch 't land. Nov 15. Onder het afbeeldsel van grave van Reciiteren. Uit reebteren gestamd was 'L heilig recht zijn leven: Moog God tot Neê'rlands lieil meer zulke Reciiteken geven No. 16. Wensch Ontwapent Neérlands leeuw der vréémden smaad met kruipen, Zoo moog men in een zak, hein als een hond verzuipen.' 1 S. fetads-WfiCKws visea ISeYfeEaèeE®, 1. Publicatie van 'Burgen'). en Welh. Mededeeling van de Wet, d. d 24 Tebr. 1806, op het algemeen Iiivier- en Waterregt. 2. Idem. Idem, dat het derde Kohier der Personele Belasting voor deze Gemeente, over 184%., Ier invordering bij den Ontvanger is overgelegd. 3. Sedert vele jaren werden door de ingezetenen van Overijssel, over wier landen de overlaat van den Snippeling, bij hoogen waterstand werkte, klaglen gevoerd over den bierdoor veroorzaakten last en schade. Het-Gouvernement, heeft op deze klagten acht gegeven en hel ver/wogen van dezen overlaat mot aardewerk, lot een bepaald pc-il, toegestaan en bovendien, mits buiten ijsgang, bet verhoogen met kistingen; insgelijks lot een bepaald peil., liet opmaken zal eerstdaags worden aanbesteed. 4. Wij vernemen met genoegen, dat de beide kweckelingen onzer Latijnsche scholenM. P.looij en V. C.P. G. Meijxink, lipt staatsexamen te Arnhem met liet beste gevolg hebben doorgestaan, zoodat zij tot het .Academisch onderwijs zijn toegelaten. 5. Eenige ingezetenen vragen aan de b'evoegde autoriteit, (Stedelijk Bestuur of Plaats-Kommnndani?) waarom builen dc Brinkpoort niet -even als buiten de Rbordenbergpoorteen barrière of slagboom wordt' dtfargesleldom de passage af le sluiten, wanneer de poort gesloten wordt. Thans met rijtuig stadwaarts koerende, en in de meening, dat het nog geen tien uur is, komt men niet zelden voor de gesloten "poort, cn, op de brug niet kunnende omkeeren, is men alzoo genoodzaakt uit le spannen cn liet rijtuig lot aan den morgen te laten staan, of met grooie moeite terug te trekken, terwijl men alsdan met paard of paar den naar de Bèrgpoort een groolea ohiweg moet maken, om daar bin nengelaten le worden. ^ettÉêBigie üeis%teiio In de laatste 20 jaren is de bevolking van Haarlem met 5763, en hel aantal bedeelden niet 8054 vermeerderd zoodat de aanwas voor ruim de helft uil bedeelden bestaat. Dit is te opmerkelijker, om dat na 1830 drie'groote fahrijken in Haarlem zijn opgeiigt, waarin om streeks duizend, meest arme menseben, arbeid vinden. De Cou rier de Lyon verhaalt, dat eene moeder en eene dochter, te gel ijker tijd bevallende, geene tv.ee minuten na elkander ieder een zoon ter'we reld bragten. De vrouw, die de kraamvrouwen bijstond, had in de drukte de beide jonggeboornen in de wieg gelegd, zonder op eenig lier- Icenningsteeken le kunnen denken, zoodat zij, ze eenige oogenblikken Ia- ter niet meer kunnende-onderscheiden, liet toeval heeft moeten overla-

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

De Kaleidoskoop (1846-1851) | 1846 | | pagina 2