horstjes in Drenthe te worden. Misschien, als onze geest het getuigtezullen wij eens een K n i p h-or s t i ar c h i e leve ren ais pendant van de Sandbeigiarchie in de A. C. van 25 Junij 1845. Aan stof zal het ons waarlijk niet ont breken 1 Ècn inval: Zou G er rit K n i p h o r s t, niet goed zijn" voor Minister van binnen!. Zaken? De vacature bestaat immers no*7. "V a n d e r li c i m zegt men heeft de kans ver keken Van Pierrot is geene sprake meer, Bruce zou weifelen.Wie weet at er gebeurt!! Op onze uitnoodiging in t vorig nummer hebben wij de volgende opmerkingen van een onzer lezers ontvangen. »Dc weinige deelneming van Deventer aan een plan uit Kampen tot stoomsléperij op'den lJsscl zal wel niet liggen in vooringenomenheid tegen de zaak zelve, maar daarin, dat het plan tc ver in bijzonderheden van beheer beklonken was, eer het werd medegedeeld. Gedeeltelijk zal de mislukking daar aan zijn toe te schrijven, dat velen huiverig zijn geworden door de uitkomsten der stoombootvaart, waarvan bij de op- rigting gouden bergen waren voorgespiegeld. Ook weet ik, dat iemand zich heeft teruggehouden door bedenking, of het plan wel buiten alle aanraking bleef niet eenen geest die zich kon inlaten met zoodanigen expeditie-handel als, zich met protectie vleijeiide, des te afkeeriger moest zijn van de flip pen die uit ons grensregten- en copcurrentic-stelsel oprijzen. »Met genoegen zag' ik te deze gelegenheid, dat hel geachte blad Overijssel het algemeen en provinciaal belang bij goede vaart en vaarwater op den IJssei voorstaat. Vroeger had het steenbakkers- en landbouwers-rekesten opgenomendie mij vreezen dedenof het zich (de gegrondheid der oeverbe- zwaren van het oogenblik, na dien langen en laten regentijd, daargelaten) had laten influenceren door de plaatselijke mea ning van eenige ouderwetsche huisvaders, als ol de provincie zich wel redden kon met weinig meer clan het Zwarte water. Mijns bedunkens kunnen voorstanders van stoomsleperij nog op verwezenlijking hopen, zoo het noodig aantal géschik- ten even goeden geest van onderneming hebben en zich nu de ondervinding ten nutte maken." Men verneemt, dat de Staat der Nederlanden in revisie gekomen is van het bekende arrest van don Hoogen Raad, waarbij de Fransche wet, nopens de zeven kinderen, nog van kracht is verklaard. De zaak zal dus op nieuw behandeld en beslist worden, (en wel na de vacantia, in September aan slaande), door dezelfde zeven leden, die genoemd vonnis ge veld hebben, vermeerderd met vier andere, dus elf in 't ge heel. Wij zouden in dit geval voor zeven (het volmaaktste ge tal) meer respect hebben dan voor elf (het gekkennommcr) evenwel hebben wij onze vrees reeds vroeger tc kennen ge geven, dat deze wet (die niet uitsluitend ten voordcele der gepriviligeerde standenmaar ook van eenvoudige burgers zou kunnen komen) zich geen lang leven zou te verheugen hebben, aangezien zulks geheel tegen den Nederlandschen zin zou strijdig zijn. Wij zien hier dus de eerste poging ter ba rer versmoring; mogt die mislukken, dan zullen er wel an dere middelen^ 1c vinden zijn; maar dat de Staat u, zwaar gedi'ukle burger-huisvaders', anders zou verliglen dan door de geliefde belasting-biljetten van patent enz. enz., gelooft dat nooit Eene beugelijker tijding zou het zeker geweest zijn zoo de Staat in herziening van het vonnis tegen den lieer van Hulst ware gekomen; vten einde de vrijheid van Drukpers, die door de Grondwet voorgeschreven istc handhaven. Immers wat is die anders dan een ijdele klank, zoo het oordcel over de wijze, waa op men zijne gedachten over de handelingen der openbare mag ten mag uitenen die bcoor- deelenaan den regtgr is overgelaten. Wij zouden ons, in plaats van zulk cene vrijheid, gelukkig achten eene Russische of Turksche censuur te bezitten, waabij althans de onschul dige burger geen gevaar loopt gruwzaam gestraft le worden. -Als een bewijs van de achting en eerbied, die ons land onder het ministerie van van Hall, de la Sawuz enz. enz. in den vreemde geniet, kan weder dienen, dat een Ncdcr- landsch schip, van Amsterdam langs de rivieren naar Weenen bestemd, te Emmerik door de Pruissische tolbeambten aaiï eene specifieke rewsie en de lading aan de betaling van het gewone doorvoerregt onderworpen is, welke handelwijze eene schending van onderscheidene bepalingen dei Mentzer conven tie van 31 Maart 1831 daarstclt. Dit is een waardig pen dant der Turynsche geschiedeniscn doet meer dan alle rede nering zienwat van den Nederlandschen Leeuw (dat arme dier) geworden is. Volgens een later berigt is dit. schip, na een oponthoud van vijf of zes dagen de expeditie toegestaan. Voorsl0De aangekondigde wedstrijd van Grasmaaijers van wege de Afdeeling IJsseloever der Geldcrschc Maatschappij van Landbouwheeft jongstleden Dingsdag namidda" te Voorst op een» gedeelte der Jiammelwaard van Z.Exc. den heer Schim- melpenninck, plaats gehad. Dit was in twee blokken ter lengte van 50 ellen verdeeld en iederen maaijer (die ten ge tale van elf waren opgekomen) het voor zijne zeis bestemde aandeel door het lot aangewezen. Op het plegtige, door den President, met de woorden: Grcsmcijers vearr!! gegeven sein begon er op ieder blok één le werken de daarbij ge plaatste leden der Commissie van "bekeuring teekenden de mi nuut op waarop de maaijers begonnen cn evenzoo die waarop zij 'de drie bepaalde gangen volbragt haddendaarna werd de breeclte van het door ieder gemaaide gemeten en opgetce- kend, en clan logen de volgende, ieder naar zijn-nummer aan den arbeid. Allen regtvaardigden den goeden dunk, dien men reeds bij den aanvang van hunne bekwaamheid had opgevat. De bepaalde 150 ellen werden gemaaid, in kortsten lijd 19% minuten langstén 20 Het gemaaide had cene breedte: minste 5 el G palm meeste 6 el 5 Behalve de twee prijzen van f 10 cn ƒ5, door de Afdee- luig aitgeloohl, en welke eerste een bejaarden daghuurder, WissiNic, ten deel viel, zijn er nog twee, elk van 2.50 uitge reiktuit de private beurs van Mevrouw Sciiimmelpenningk aan twee maaijers, die in vlugheiddoch minder, in sierlijk heid van sYiede hebben uitgemunt. JNa den afloop der werkzaamheden werd gedurende het uitdeelen der prijzende zaamgevloeide menigte door cene welsprekende aanspraak van den Presidentverrast. Men hoopt, dat ze op kosten der Maatschappij gedrukt en alge meen verkrijgbaar gesteld worde. Daardoor zal eensdeels het algemeen cene groote dienst worden bewezenanderdeels de taal van hen gelogenstraft, die stokstijf bewerendat ze uit woorden zonder slot noch zin zamcngesteld was. Het zou zeker wcnschelijk zijn, dat in ons vaderland, het gegeven voorbeeld van wedstrijd in het grasmaaijen algemeen navolging vond, want het schijnt toch, dat onze landlieden bij de naburen verre achterstaan in het maaijen van gras waartoe jaarlijks zoovele handen vereischt worden. Yan waar anders te verklarende noodzakelijkheid om drommen van Jan Hicndriks-Kinderende Hanekemaaijersuit den vreemde in tc roepen, die men beweert, dat de kunst beter verstaan, en die beduidende sommen telkens naar hun land medetrek ken ten nadeele van onze arbeidende klasse? Almelo0 30 Junij. Gisteren vierde men in deze Heerlijkheid 'van Twente, een soort van nog ongekend feest. Het locaal onzer Arrondissements-Regtbank waarop de Hoek des Hemels scheen tc rusten, zou eindelijk ingewijd worden, waartoe Z.Exc. de Staatsraad-Gouverneur der Provincie hier was overgekomen. Nadat de uitwendige regterlijke plegtigheden waren afgeloo- pen en de eigenlijke werkzaamheden zouden beginnen, ver- cenigden zich de leden der Regtbank met Z.Exc. aan het hoofd, benevens cenigc andere voortreffelijke ambtenaren en de leden van den sledelijken Raad, aan eenen keurigen disch, smaakvol gcaraugcérd door de eminente kunst van den met roem beken den Deventer-Kokden lieer Zomerdijk Büssink. Ongestoord duurde de feestvreugde tot in den nacht voort, bestaande zoo wel in het genot der gaven van Ceres en Bacciius, als in in tellectuele genoegens, daar elks geest regt aangenaam werd bezig gehouden zoo door pikante en geestige toasten inzon derheid van Z.Éxe. in diens eigenaardigen trant cn van onzen 4 joligen burgemeester Dikkers, als ook later door opvolgend feestliederenenz. Een ieder is hier ten hoogste over die feestviering te vre- den. Een enkele kniesoor mag er zijn, die steeds op alles vittendezal aanmerken dat dc door de stad gemaakte kos ten zoo wat op 2/ö zak guldens berekendten laste zullen komen van de goede burgerij, die jaarlijks, aan extra stede lijke belasting, bij hoofdelijken omslag, niet zuinig moet op dokken cn nu permissie had hierbij van verre te staan. Maar dat is eene kleingeestigheid! E 1ATIIOO (Ingezonden.) Zal 'k vrouw en kindren armoe lijden Of becdlen laten om hun brood? En kan mijn arm ze niet bevrijden, Of tempren hen den hongersnood?

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

De Kaleidoskoop (1846-1851) | 1846 | | pagina 2