der praktijk te ontzeggen kan dit een Minister van Justitie? Laat staan die van financiën? Andere redenen daargelaten; zouden soms de Rijks-advocaten zooveel in de kaart hebben kunnen kijkendat hun een slot op den mond moest worden gegooic In de A C. wordt de juiste opmerking gemaaktdat onze Eerste Kamer den naam van Oude mannenhuis nmt anger verdient, sedert zij in enkele vergadering (9 Mei) niet minder dan tien, zegge tien wets-ontwerpen hééft afgehandeld. Men zou aan die buitengewone vlugheid niet zeggen dat zij somtijds, om vergaderingen te kunnen houden, hare zittingen naar de ziekenkamer van een harer leden moet overbrengen. Men staat verbaasd, hoe eene wetgevende vergadering, uil de aanzienlijkste mannen des lands gekozen tien wets-ontwerpen als waren het uijen bij de ris op een enkel voor- of na- middagje tot stand wist te brengen Is dit niet openbaar den spot drijven niet de waaidigneid onzer zoogenaamde Nationale instellingen, die het voik zoo dier-(kost)-baar zijn |)e laatste bijeenkomst der Tweede Kamer voor de sluiting der tegenwoordige zitting, den 9dendezer, is nog al in zeker opzigt bijzonder belangrijk geweest. Men beraadslaagde over het laatste aanhangige ontwerp van wet, namelijk, wegens den Steenweg van Maastricht naar de Geldersche grenzen. In het algemeen verslag der centrale atdeeling waren niet zeer malsche aanmerkingen omtrent dien weg gemaakt. Er wordt daarin gesproken van de kostbaarheid van den aanleg van sommige gedeelten; men beval de Regering de noodige spaarzaamheid in het onderhoud aan. Men meende dat er mis bruiken plaats hadden. Men wenschtcdat door de Rege ring een opzettelijk onderzoek gedaan wierdenz. Er waren daa°rbij vermoedens van geldverspilling, van coalitie tusschen de aannemers, enz. geopperd. Hierover nu was de Minister van Binnenl. zaken gansch niet gesticht. Z.Exc. verdedigde de ambtenaren bij den Waterstaat en verhief hunne verdien sten hemelhoog, 'betoogde, dat de aannemers eerlijke men- schen waren, die ook onmogelijk eene zamenspanning zouden hebben kunnen vormen. De Heer Strens kwam hierop met eeni^e daadzaken voor den dag, die hij bereids aan zijne col lega's in de afdeelingen had medegedeeld, en welke aanleiding hadden gegeven tot de opmerkingenin het centraal verslag voorkomende. Deze daadzaken bestaan, onder anderen, in het in 't oog loopende verschil van de aanbestedings-prijzen van onderscheidene gedeelten van den grooten weg, niette genstaande hij overal van gelijken aard is. Ilct raadsel was niet opgelost geworden dat de aanleg over het gehcele ge deelte van den weg van Venlo naar de Geldersche grenzen had gekost Aim ƒ50,000 per uur, terwijl voor het gedeelte van Heumen tot Nijmegen de aanleg pi. mm. f 14,500 en over het gedeelte van Reek tot Susterenin hetwelk onge twijfeld de meeste kunstwerken moesten worden daargesteld de aanleg niet boven de 35,000 per uur heeft gekost. Nog meerder voorbeelden bragt de spreker bij, om het groot vel schil, dat er tusschen de aannemings-prijzen bestaat te aoen uitkomen, en voerde aan, dat in Pruissen dergelijke wegen hoogstens 15,000 per uur kosten; cn hier zal men daarvoor ruim 50,000 moeten betalen!! Onder het legio aanschrijvingen van den Minister van financiën heeft bijzonder onze aandacht getrokken die welke dezer dagen aan de Arrond.-Directeuren der directe belastin gen enz. is gerigtwaarbij niets meer of minder ten regel wordt gesteld, dan uit de volgende voorbeelden blijkt: A is eigenaar en mede-bewoner van een huis en heeft een gedeelte aan 13 verhuurd. Nu is A aansprakelijk voor de Per sonele Belasting der 4 eerste grondslagen huurwaarde deuren en vensiers, haardsteden en mobilairen wel over het gehcele buis, dus ook voor het gedeelte, aan B dat A in gebreke blijft de verschuldigde belasting te vol- 'n, dan worden al .de meubelendie in het huis zijn, dus cok die van den onschuldigen B, in beslag genomen. Omgekeerd. B, de huurder van kamers of een bovenhuis, is ten achteren met dc betaling zijner belasting van den 5den Jltl doen en 6den grondslag: dienstboden en paarden- of wegens het die in het door hem bewoonde deze hem zeiven of den inwonenden eigenaar toebehooren.( Wij zullen er ditmaal niet meer van zeggen. Intusschen O De resolutie luidt hier letterlijk: «doende bet ten deze zake, of de nicubclcn liet eigendom zijn van die sell, p k g den inwonenden eigenaar of eersten liuurder, even zoo nun als voor dezen, indien liet goed voor de belasting werd aangesproken, de vraag nopens den eigendom van hetzelve, naar dc wet, in aanmerking zou kunnen komen." raden wij verhuurders van. kamers of bovenwoningen, en we- derkeerig de huurders ten dringendste aan om voorzigtig te zijnwant volgens die lieve bepalingen kan men geheel on verwacht voor anderen zijn boeltje zien aanpakken. De Heer van Hall, die vroeger op de Kneuterdijk woonde en thans in het Voorhout resideertgaat nu naar de Jleerengracht verhuizen. Het is opmerkelijkdat de Heer van Hall zich steeds meer van het paleis verwijdert. De man die eene tweede editie van van maanen is(be halve in bekwaamheid); die er zich op schijnt te verheffen in de voetstappen van den overleden minister te tredenen zich verheugt diens impopulariteit te ervendie man moest wel met geestdrift de gelegenheid aangrijpen om in 't bezit der huisgoden van zijnen voorganger te komen. Hij heeft het huis van wijlen den lieer van Maanen gekocht. Asmodée. De Zwarlsl. Bode deelt de volgende Kamper- en eene Zwolsche streek mede: In een onlangs door de ingelanden van den polder van Broe ken cn Maten te Kampenaan Z. M. ter goedkeuring aange boden Reglement, vindt men in art. 3, houdende bepalingen over de stemgeregtigheid»ten aanzien van de mede-eigenaren van gehuwde vrouwen, gelden de bepalingen'' etc. In het Policie-Reglement der Stad Zwollestaat: »Het is verboden te stoken in kagchels van oud leder" enz. Wij voegen hierbij een paar curiositeiten van Nederland- schen stijl, voorkomende in de Wet van 11 Julij 1814, op het stuk der Jagt en Visschcrij'. In art. 16 luidt het: «Alle pri vative jagten zullen afgepaald worden met palengesteld op de uithoekenen zulks op zoodanige afstanden, als door de Provinciale Staten, naar locale situatie, zullen noodig geoor deeld worden". De Prov. Staten moeten dus de uithoeken be palen. Arme grondeigenaren, wier landerijen uien alzoo wil lekeurig kan afhoeken Verder, art. 18: »Het is verboden 20°. Om jonge hazen,- veldhoenders, korhoenders, jonge faisanten of derzelver eijeren te vangen of te rapen." N13. /Azze/i-eijerenen jonge faisan- teneijcren vangenKorhoenders rapen! Volgens de A. C. (N. 111) ziet het er met de tpal in het aanhangige ontwerp cener nieuwe wet op het stuk van de jagt, niet veel beter uit. In art. 9 leest men: »IIet is ver boden te jagen -op de sneeuwen op grof wild." Hoe is dit te verstaan? dat men jaagt, zijnde op de sneeuwof zijnde op grof wildof weldat men jaagt, om sneeuw of grof wild te vangen, te schieten of te dooden? Bij elke van beide opvattingen schijnt de bepaling niet zonder een weinigje onzins. Wij herinneren onzen lezers dat er gedurende de vol gende weektot en met Zaturdag], den 30 dezer nog gelegen heid is tot inwisseling der geschondene en ongerande Zeeuw- sche Rijksdaalders, 't Is elk aan te radenom al de Zeeu wen welke men heeft, ter inwisseling den Agent of Ontvan ger aan te bieden ten einde deze heeren beoordeelenwelke der aangebodene stukken nog in omloop kunnen blijven. VRAGEN. Waarom juist de (lommen, stommen Zijn beregtigd tot geluk; Daar de aansprakelooze wijze Steeds moet worstlen met den druk? Waarom juist de goeden bloeden En verzuchten in ellend, Daar de pligt- cn cedverzaker Naauw van heil zich zelve kent? v Waarom juist de dikken slikken 't Zoete roompje van de melk, Dat tot boter kon gedijen Op bet dagelijksch brood van elk Waarom zij, die knikken, kikken Van géén volkenregt of eer; Vrijheid en verlichting schuwen, Goud slechts zoekende en beheer? Waarom botterikken pikken Andrer wildbraad en pastei; Ongestraft bun gruwden plegen In 't hoogambtelijk livrei? Waarom, waar zoo velen stelen (Erger dan ooit dief of schurk)

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

De Kaleidoskoop (1846-1851) | 1846 | | pagina 2