Ciemeaag-ile Heu'lglcsa. «gevolg voert, «Ut te gewagen (zoodat het inderdaad eenc «doodzonde schijnt, zijn kost op eene eerlijke wijze tc willen «verdienen) moet gij bovendien een groot deel uwer verdien- «sten in de schatkist storten zoo als dezer dagen nog iemand «te Rotterdam zich beklaagde, dat hij het derde zijner ver- dienste voor zijn patent moest geven, 'gelijk in den Kalei- »doskooj) te lezen staat; en dergelijke cn nog erger voorbeel- «den kennen wij meer. Neemt men eindelijk zijne geldén uit «den handel of de affaire, cn koopt papieren cn hypotheken, «dan wordt het inkomen kleiner; 'en mogt dan eens weder «eene tiërcering geboren worden, dan raakt men op weg «naar een liefdadigheids-gesticht. Ook de Monsterivet was in «staat om de gelden uit den donkersten kelder aan het wel- «dadige daglicht te brengen. «Zoo ziet gij, Vrienden! waartoe zou gierigheid baten? Al «wat gij doet of laat, filles loopt toch op belasting uit. Gie- vrigheid buiten en behalve, dat zij de bezitters gebrek d'oet «lijden, baat thans niet meer. Wat andere belastingen met «scheelziende oogen moesten voorbij gaan, werd door eene mon- sterniet opgevangen. De UI iris is de noordpoolen alle geld «en geldswaarde magnetisch. Alleen in de nabijheid van de «pool, wil of kan de magneet niet meer juist draaijen doch «deze plaats is alleen aan de priesters en ingewijden voor- behouden. «Nijdigheid is evenzoo te beschouwen. Waarop zal men «nijdig wezen? Op "geldbezittingenrijkdom. Misschien is «deze of gene nog wel .aan die ondeugd debet.maar zij zal «ook wel verminderen, naarmate men het standpunt égahté «als ideaal waarnaar men streeft, bereikt, cn welk standpunt «het terrorisme (schrikbewind) in Frankrijk reeds op eerie ver- wonderlijke hoogte gebragt had zoodat de Jacobijnen de toen- «malige feesten reeds in paradijs-cosluum vierden. Waar geen "bezit erkend wordt, kan geen nijd ontstaan. En de pijlen «van den nijd, op bovengenoemde bevoorregte priesters en inge- wijden afgeschoten, verstompen van zeiven daar zij op het «pantser van égoïsmeverdrukking en laaghartigheid afstuiten. (De overige twee doodzonden in 't volgende nommcr.) Het Gemeente-Bestuur van Steenderen (Graafschap Zut- phen) heeft den 12 Nov. jl. eene door de Gedeputeerde Staten van Gelderland bekrachtigde Keur afgekondigd, waarbij «het «nederzetten van lijken op openbare wegen, openbare plaat- nsen of bij de begraafplaats51 wordt verboden op straf eener boete van zes tot twaalf guldenof, bij onvermogen, eener gevangenis van één en dag. Men zou uit deze publicatie moeten afleiden dat de ingezete nen van Steen cl eren zulk onmcnschelijk Janhagel waren dat zoo danige verordening dringend noodzakelijk was geworden. Men oordeelè echter uit de volgende gebeurtenis, die vermoedelijk tot dien uniquen en hoogst zonderlingen maatregel heeft aan leiding gegeven, en waardoor tevens het bewijs wprdt geleverd, dat men het karakter en 'de zeden eens volks, niet altijd uit zijne wetten en gewoonten kan leeren kennen. Eene arme vrouw sterft te Steenderen en haar lijk wordt van wege het armbestuur op het kerkhof, volgens gewoonte, bijgezet. Maar de 40 cent, welke de doodgraver plag te ont vangen voor het maken en dempen van den kuil (door hem aanbesteed aan een derde voor 25 cent),, werden hem niet betaald. Ecnige dagen later sterft de dochter van de onlangs overleden en begraven moeder, insgelijks in behoeftig en staat. Het transport van haar lijk had ook plaats tot op het kerk hof, maar de doodgraver weigerde de beaardihg, tot dat hij het loon voor beidenh 80 cent,, zou hebben ontvangen. Het lijk raakte natuurlijk aan 5t bederven cn verspreidde dus weldra eene verpestende lucht. De buren klaagden daarover, en op last van het burgerlijk gezag, naar men meent, werd het lijk be graven; ipaar waar? vóór den ingangen alzoo buiten den gesloten kring van het kerkhof: eene plaats, vroeger aan ge- schavotteerden toegedacht en bij de ouden zoo schandelijk'ge acht, dal rpen oordeelde, beter niet geboren te zijn dan zulks te moeten ondergaan. (Zie Prediker "VI vs. 3). Maar'het is ook ongeoorloofddewijl het lijk toen aan roof'blootgesteld, hetwelk binnen het kerkhof door afsluiting minder mogelijk is gemaakt. Lenige ingezetenen die zich daaraan ergerden beklaagden zich ener het schandaal bij de Prov. Staten, in Julij 1845, vvanncei: hun vertoog in handen werd 'gesteld van Gedeputeer den om te dienen van rapport. Daarbij is het, zoo vermen weet, gebleven, en is die regt christelijke verordening van 12 Nov, 1345 in de wereld gekomen. Dat hier inepschelijke driften onder hebben geschuild, lijdt geen twijfel: onwilligheid, vermoedelijk van het betrokken Armbestuur, om te betoon wat hetzelve om nici kan erlan gen of te veel halstarrigheid Hi] ueu een of anderen ambte naar, om toe te geven. Maar hoe dit zij, het plaatselijk be stuur had zulk een ergerlijk voorval kunnen en moeten voor komen, om reden de bestaande wetten medebrengen, dat een lijk, 't welk zich niemand aantrekt, door zoodanig bestuur moet ter aarde worden besteld. Het ontwerp van wet tot het verleenen van schadever goeding ter zake van militaire inundatie in Noord-Braband Limburg en Zeeland, tijdens de rusie mét Belgieis door de Tweede Kamer aangenomen. Hoe is 't mogelijk, als men be denkt dat het Rijk de wettigheid van schadevergoeding niet eens erkent, en het toestaan van eene som als eene gunst (aalmoes?) beschouwt. Kan de staat giften verstrekken waarom dan slechts de ingezetenen van een drietal provinciën daarmede begunstigd, en niet duizenden Nederlanders in alle oorden des vaderlandsdie bij den Belgischen opstand zoo veel geleden hebben? Zijn die drie provinciën destijds niet schadeloos ge steld door het langdurig verblijf van talrijke militaire bezet tingenwelke aldaar zooveel welvaart verspreid hebben? En zoo-de vordering allezins billijk en regtvaardig ware, waarom dan niet de volle schade vergoed, in plaats van slechts 50 pereent aan tc bieden? De wet is dan ook met eene meerderheid van slechts ééne stem (26 tegen 25) er door gesleept. Dat de afgevaardigden van de belanghebbende provinciën (13 leden) allen vóór stem den was niet vreemd maar hoe de overige 13 het hebben kunnen doen, is ons onbegrijpelijk. In de Arnli. C. van Woensdagwordt op goede gronden de volgende raad gegeven dien wij niet ongepast achten bij de nadering van het tijdstip, dat ons de Beschrijvingsbiljetten voor dc Belastingen te huis worden gezonden, hier mede te deel en. «Vraag nooit ofte nimmer vrijwillige schatting, zoolang «mijnheer van Hall minister en mijnheer Beüdt zijn handlan- «ger is! Ieder belastingschuldige houde zich aan 1 van ar- «tikel 28 der wet van 20 Maart 1833 en beginne met, naar «eigen overtuiging en eigen kennis, de huurwaarde van zijn perceel te bepalen. Niemand vrage vrijwillige schatting; want dat is een valstrik voor de onnoozeltieid.1' Ren ontslagen opperhoutvesterLecomte heeft uit per soonlijke wraakzucht, in den avond van den 16 dezer, in het park van Fontainebleauop den Koning der Frauschen geschoten, doch Hoogstdcnzclvcn gelukkig gemist. Dit is nu de achtste maal dat dit dierbaar leven op eene schier wonder dadige wijze is gespaard cn dit voorbeeld der koningen voor zijn Volk cn de wcj'eld is behouden gebleven. Hartroerend is het bij deze gelegenheid op te merken welk eene waarde in zulk een Koning gesteld wordt. mogt de band van wederzijdsche liefde alle volken cn vorsten aldus vereenigen ^é.iïals-r'i.'aeasws 1>cvcb0^C5b. 1. Publicatie van Burgen). en Welb. Kennisgeving, dat den 7 Mei een aanvang zal worden gemaakt met liet rondzenden der Beschrjviny-bil- jetten van het Personeel en Patent over liet dienstjaar 1&4ü/7; dat ze 8 dagen daar,na zullen worden terug gehaald en behoorlijk moeten inge vuld zijn; dat hij, die er geene heeft ontvangen het bij den Ontvanger moet gaan balen en vóór den 31, Mei, in orde terug bezorgen. (Om trent slijters van sterke dranken in 't klein, en schippers, de oude be palingen, en aangaande kramers, die kermissen of markten bezoeken, met verwijzing naar de Resolutie van Floris van in dato den 27 Maart 1845, No- 40); dal eindelijk lot tegenschatlers zijn benoemd: E. van der Woerd, J. M. Hulshof, II. van Reken en H. Bletggn, en dat hot getal inwoners binnen dc kom dezer Gemeente 14,865 zielen be draagt; dit Ier berekening van den aanslag in de Personele belasting. 2. Men verneemt, dat bet plan van Burgen), cn Wetli. tot verlioo- ging van dc kaai langs de Ilaven, begroot op f 13,000, door den ste- d dl ij ken Raad is gewezen van de band. Men schijnt le hebben beseft, dat die gelden arij wat doelmatiger zouden kunnen besteed worden, aan de verbetering der communicatie met het Graafschap Zulphenof tot een' kunstweg op Hecrde, heide dringend noodzakelijk tot behoud van onzen handel. Een officier der genie te Monsverkoos, even als zijne manschappen liever uit wandelen te gaan, dan de mis te hooren, waarom hij eerst arrest h^eft gekregen en vei volg nis op tractement van reform Is ge steld. In Zweden zal „de vertegenwoordiging op een liberaler voet ge bragt worden. l)e Minister, Graaf Possr. heeft verklaard, dat die van an dere Constitutionele stalen in Europa ook moesten geraadpleegd worden, en beschouwde het als het -hoofddoel, waarnaar men moest streven, dat zij de wezen tlijke uitdrukking moet zijn van de behoefd ten en wenschen der natie. Met dat doel zal men aldaar onze Grondwet niet béhoeven te raadplegen. Uit Oldenburg zijn een massa zakken met oude drieguldens en daalders naar Holland gezondenterwijl de één guldenstukken aan de beurt zijn. Bij gebrek aan klein geld cir culeert aldaar munt van blik!! De Enscliedecrs hebben meer dan óóit gegronde hoop, dat de Overijsselsche spoorweg hunne stad zal aandoen. Een Almclosche boer heeft een nest met twee Otters uiige-

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

De Kaleidoskoop (1846-1851) | 1846 | | pagina 2