I
Cicuicugdc SBcrigtcn.
I - v bi-I'.;-: i'r-i.
zal na verloop van tijd alle ratten- en muizenvallenalle
mkatten en uilen noodig hebben om dat schuim van onge
dierte als de lazaristen van Sint Vincenlius zijn uit het
gebouw weg te krijgenen toch zijn diezcgl de heer van
M. monniken van de beate soort." O tempora, O mores!
Mijn lieer van Marle! heb de goedheid en ontbied een
exemplaar van het Handboek der Vereeniginguitgegeven te
's Hage bij Gcbrs. van Langenhuijscn en Gij zult u schamen
over uwe bullebakkerij in de Vergadering en tevens zien
dat geen enkel woord door u gebezigd eenigen schijn van
grond heeft en dat Gij van alles, noch van de lazaristen
monniken in Frankrijk dat zij ultra-roijalisten zijn, noch
van de Vereeniging hier te lande niets, volstrekt niets
weet. Gelukkig dan ook dat alle uwe medeleden anders
over die Vereeniging gedacht hebben, zoo als ook de stede
lijke Raad van Zutphen herhaaldelijk getoond heeft die
Vereeniging beter te kennendaar dezelve toch door woord
en daad bewijst haar edel doel op alle aan denzelven voor-
gestelde wijzen te willen helpen bevorderen.
Zutphen den 2ö Maart 1852.
Vervolg en slot der Buitengewone Raadsvergadering te
Zutphenop maandag den 22c dezerdes
middags ten 12 ure.
11. De Voorz. geeft kennis, dat ingekomen is een brief
van 11.11. Commissarissen over den geprojecteerden kunstweg
op Laren, waarin HEd. als eind-conditie verlangen, dat
zich de stad, behalve de te subsidiërene ƒ6000, blijve
belasten met het onderhoud des eindjen wegs tot aan de
Oostveensche brug. Deze missive gelezen zijnde, opineert
de Burg. het voorstel aan te nemen, daar het belang der
stad vordert, het geheele plan niet door de weigering van
dit verzoek in duigen te doen vallen. Op de aanmerking,
dat 11.11. Commissarissen vroeger slechts f 4000 gevraagd
zouden hebben, repliceert de Voorz. dat zulks wel door de
Burgs. der betrokkene gemeenten was gezegd, maar niet
niet door de eigenlijke Commissarissen. De lieer van de
Kasteele is van oordeeldat als de stad met een gedeelte
van het onderhoud bleef belast, het niet meer dan billijk
zou zijnom ook in de opbrengst van het tolgeld te deelen
fc- en wenscht, dat dit van stads-zijde eene voorbehoudende
Conditie moge zijn. De Burg. vreest, dat door zoodanige
voorwaarde de zaak zal afspringen enaangezien de tijd
der aanvrage ter autorisatie dringt, men zijns erachleus
daarover lieên diende te stappen te meer daar de tol-opbrengst
waarschijnlijk niet zoo aanzienlijk zal zijnof men zal
die voor het onderhoud wel behoeven. De lieer Coenen
vindt, door eene misrekening in de rente, dat het er wel
af zou kunnen; doch te regt geholpen zijnde, komt ZEd.
van dit denkbeeld terug. De lieer Quarles zegt ook, dat
de weg nuttig zal zijn. De Burg. doet alsnog uitkomen,
dat vele producten, vooral hout, die anders naar elders
gaan, door de daarstelling van dezen weg op Zutphen zullen
komendat de daaraan gelegene thans nog woeste gronden
gecultiveerd zullen worden en wijst ZEd. hierbij op andere
nleuw-aangelegde wegendie zulks bevestigen. Na nog
eenige discussiën wordt besloten, het voorstel van II.II. Com
missarissen gaaf aan te nemenmet 11 tegen 2 stemmen
die de II.II. Kasteele en Hasselo, welke op een aandeel in
den tol-opbrengst blijven persisteren.
12. Eene aanvraag van van Kerchcm houdendemaar als
erfpachter, hetzelfde verzoek, 't welk aan Walter sub onder
werp No. 6 gemotiveerd is afgeslagen wordt alsnu unaniem
»- toegestaan.
18. Wordt gelezen eene missive van II.II. provisoren van
't O. en N. Gasthuis ter geleide van een Ontwerp van Verbe
terde Inrigting van bet ziekenhuis, opgemaakt door den
lieer Ramaer, en een en ander gesteld in handen eener
Commissie, bestaande uit de 11.11. Burg., Thooft, Glashorst,
Seis en Dam.
14. Het plan van B. en W. ter verhuring van dezer
stadsjagt en visscherijwordt na eenige discussiënbene
vens een amendement ten voordeele der jagtminnende in
gezetenen van den Heer van Coenenmede in handen eener
Commissie gesteld, waartoe do Voorz. uitnoodigt: de H.H.
Seis, Dam, Tadama, Coenen en Nieuwenhuijs.
15. a. Door B. en W. wordt gevraagd voor verbetering
van het Sleepgat en den Houtwal f 475, en toegestaan.
b. Een voorstel tot ophooging van het voetpad naar Ton
den, door een der stads weiden loopende, wordt bestreden
door den Heer Hasselodie meent dat door eene eenvoudige
verlegging langs het zoo veel hooger gelegene bouwland aan
hetzelfde doel zal worden voldaan. Wordt gesteld in handen
eener Commissie, bestaande uit de II. II. Seis, Hasselo en van
de Kasteele. c. Het voorstel ter herstelling van het voet
pad langs den Vliegendijkdat door het hooge water is
beschadigd, lokt almede eene bestrijding uit, door de
meening, dat het den weg over den dijk zelf betrof, voor
welks onderhoud de heer Tjeenk Willink jaarlijks 75 ge
niet, en welke hoofdzakelijk naar diens steenoven leidt:
tevens wordt hierbij aangemerkt, dat door het opbrengen
van weeke brokken en het passeren met de zwaar geladene
steenwagens dien weg zeer slecht en vol gaten is. De Burg.
zegt daarover den heer Tjeenk Willink reeds te hebben on
derhouden en dien uilgenoodigdom voortaan harde brok
ken in den weg te brengen en de weeke liever tot andere
einden te gebruiken. Daarna wordt het voorstel aangeno
men. d. Wordt toegestaan f 114.40 voor de verplaatsing der
pomp, bij het huis van Beusckamp aan de Hospilaals-bin-
nenpoort, naar de Boompjeswal. e. Een aanvraag om 30
voor het digten der boomgaten langs den weg naar Voorst
wordt almede ingewilligd.
16. De Burg. geeft kennis, dat voor het uitbaggeren
der moddergracht, 't welk vroeger te laat aangenomen zijnde
geweest, en wel a f 1.75 per perceel, door de aanne
mers is verlaten gewordenen alsnu op nieuw onder -
handsch is aanbesteed voor f 2 25. Dit wordt goedgekeurd.
17. Voor de herziening van 't Brand-Reglement worden
in commissie benoemd: de II.II. Tadama en Glashorst met
den Burg.
18. Gelezen zijnde een adres van den Heer Kroon waarbij
ZEd. vraagt de verlenging der huur van zijn woonhuis,
tuin, c a. wederom voor 6 jaren en tegen den zeilden huur
prijs van f 350 's jaars, wordt zulks bestreden door den
Heer van de Kasteele, die wenschle dat de stad zich vari
dergelijke kostbare en weinig productive gebouwen mogt
ontdoen. De Burg. repliceert, dat ZEd. het beter acht dat
de stad gebouwen beziltc, dan dat men die in tijd van nood.
tegen hooge betaling moet huren. ZEd. wijst daarbijzeer
gepast op de verlegenheid bij onvoorziene gevallen als daar
zijn, de Komst der Franschen in 1795j der geallieerden in
1813 en 1814 en bij de algemeene wapening in 1830 toen
men vooral gebrek aan stalling had, en dat men den
Heer Kroon dit huis heelt gegevendaar ZEd. anders wel-
ligt naar elders vertrokken zou zijn. Ook de Heer Coenen
wijst op het belang dat de stad bij den Heer Kroon heeft,
omdat er zoo vele fatsoenlijke jongelui bij ZEd. huisvesten.
De heer v. d. K. kan zich met alle die argumenten niet
goed vereenigen, ZEd. wenschte dan liever den Heer Kroon
eene verhooging van traclement toe te staan, en vermeent
dat het huis slecht voor de door den Burg. gestelde on
voorziene toevallen zou dienen, en opzigtens het aangevoerde
van den Heer Coenen repliceert ZEd. dat de jonge fatsoen
lijke lui wel hierheen zullen komen om de bekwaamheden
van den lieer Kroon, die hij zeer hoog schat, maar niet
om huisvesting bij ZEd. te zoeken. Meerdere Raadsleden
insgelijks hulde doende aan de verdiensten des lieer-en K.
vooral ook in betrekking tot het Gymnasium, dringen er
met den Weth. Seis op aanhet gevraagde dadelijk toe te
staan. De Heer Dam, gehoord hebbende dat de huur eerst
met October expireert en de opzagc of inhuren met Mei
moet geschieden, stelt voor, het adres ter visie te leggen
en in eene volgende Vergadering daarover te beslissen. Hier
wordt over heen gegaan en brengt de Burg. het verzoek
dadelijk in stemming, dat toegestaan wordt met 11 tegen 2
stemmen, die der 11.H. v.d. Kasteele en Hasselo.
19. Een verzoek der Conferentie van den II. Vincentius
de Paulo om het geheele gebouw der vcrwerij, waar zij
thans hare touwpluizerij heeft, in gebruik te mogen hebben
tot bergplaats voor kleeding en brandstoffenwordt unaniem
toegestaan. Hierop wordt aan het publiek kennis gege
ven dat de Vergadering met gesloten deuren zal worden
voortgezetwaarna hel zich verwijdert. Daar men evenwel
niet verwittigd was, dat de deuren*nog gedurende deze
zitting weder voor het publiek geopend zouden worden
hebben wij later slechts van ter zijde gehoorddat toen
nog beraadslaagd is over het Verzoek van den moleiipachtec
Albrecht, onderwerp N. 5, en zulks is gewezen van de
hand. Het publiek hoopt echter voortaan voor dergelijke
verrassingen bewaard te blijven, onzes inziens, zoo geheel
strijdig met den geest en do letter der Gemeentewet.
Uit Groningen cn Leeuwarden wordt gemeld, dat in die
beide steden vele toebereidselen gemaakt worden voor de
luisterrijke ontvangst van Z. M. den Koning, welke in het
laatst der volgende maand daar verwacht wordt. In de
beide steden worden cerewachten opgerigt. Tc Leeuwarden
zal, gedurende het verblijf van Z. M.eene gala-voorstelling
in den schouwburg plaats hebbeneen groot vuurwerk op