Uittreksel uit het verhandelde in den Raad dei- stad Zwolle, 23 Maart 1852. Genemuiden, voor hunne heilzame verordeningen ter cliensie van het schoolwezen in hunne gemeente. Hun voortreffelijk voorbeeld vinde de gewensclitc navolging. Dan zullen algc- meene beschaving en verlichting meer en meer bloeijcnen zoodanige vruchten kunnen dragen, als elk, die steeds het heil der menschheid beoogt daarvan wcnscht te aanschouwen. Bij Burgem. en Weth. is ingekomen eene missive van de Kamer van Koophandel en Fabrijken te Zwolle, (en geleide van afschrift van een adres, door die kamer aao Z. Exc. den Minister van Binnenl. Zaken ingediend, lot aanprijzing eener spoorweglijn van Amsterdam of Utrecht over Amersfoort en Harderwijk op Zwolle, en van daar noordwaarts op Gronin gen en Frieslandoostwaarts over Amclo en Enschede op Reine, om op dat snijpunt de aansluiting aan de spoorwegen van Duilschland daar te stellen, in overeenstemming mei de projecten van Pruissen en Hannover. üoo Bu'-g. en Weill, wordt in overweging «gegeven of hot niet gepast zoude zijn, dat het adres van de Kamer van Koophandel, waarbij, naar hun oordeel met helderheid en juistheid de belangen van landbouw, handel en nijverheid, ten aanzien van dien spoor weg zijn uiteengezet, door den Raad wierd ondersteund. De toestemmende beantwoording heelt ten gevolge, dat een door den lieer Burgemeester tc dezer zake ontworpen adres van den Raad aan Z. Exc. den Minister van Binnenl. wordt vast gesteld. (Men ziet hieruit dat Zwolle niet slaapt, en de Burgemees ter reeds vooraf een concept-adres in gereedheid had gebragt. Moge ook Deventer hierdoor opgewekt worden, om a' liet mogelijke te doen, om dit ontwerp waardoor zij van de groote communicatie zou afgesloten worden tegen tc houden en ecne andere rigling, waarin zij mede deelt, te doen gelukken.] Verslag der buitengewone Raadsvergadering te Zul.phenop Maandag den 22 Maart, des middags ten 12 ure. Alle de leden zijn tegenwoordig, behalve de II.II. Thooft en Rooscgaarde; deze laatste met kennisgeving van afwezendheid 1. De notulen worden gelezen en, nadat de Yoorz. Stcm- mings-numiner 13 (de lieer Luijken Glashorst) getrokken heeft, goedgekeurd. 2. Gehoord het rapport der Commissie in zake der af schaffing van het marktgeld wordt besloten, daarmede te wachten tot de algelieclc herziening van het Gemeentelijke Belastingstelsel. 3. De meerderheid der Commissie, benoemd lot het onder zoek der aanvrage van II. Voskamp, om remissie van boete wegens te laat-betalingstelt voor, hierop gunstig tc beslis sen de minderheid (de lieer van Löbensels) diflicultcert hier omtrent ten sterkste en wel ten einde daardoor geen gevaar lijk antecedent te scheppen. Na ccnige discussiën waarin wordt aangetoond dat kooper voor een ander uit zuivere edelmoedigheid heeft gehandeldslechts 2 dagen te laat is gekomen den dag van betaling uit de stad cn zelf niet voor bereid was, cn het dus hier een geheel exceptioneel geval is, en ofschoon de Heer Seis in zijne weerspraak blijft persiste ren, wordt in den geest van de meerderheid der Commissie besloten met 12 tegen 1 Stem, die van den Heer Weth. M. J. van Löbensels. 4. Het rapport der Commissie, aanradende toestemming op de aanvraag van J. Weijers om cessie van grond bij zij nen tuin, buiten de Hospitaals-poort, wordt door den liurg. bestreden voor het geval, dat de daar langs gelegcncn weg ■verhoogd wordt, 'twelk eene verbrecding tevens zou vorde ren. Na cenige discussiën en aangezien vele Leden min naauwkeurig met de localiteit bekend zijn, wordt besloten, om de zaak tot eene volgende vergadering aan te houden. 5. Het rapport der Commissie ter consideratie cn advijs nopens het adres van den Stads molenpachler G. Albrecht om de volmolen te mogen pachten voor zijnen zoon met verdere permissie, om daarin eene grutterij te mogen vesti gen, luidt afwijzend op beide verzoeken. De Burg. is echter van gevoelen, dat aangezien er, sedert het aanvaarden der pacht van dezer Stads Wind- en Watermolens, zoo vele mo lens in de nabijheid zijn opgerigt, cn waarop de pachter toenmaals toch niet konde rekenen men dezen billijker wijze wel, als vroeger door hem gevraagd, eene remissie zou kun nen toeslaan. Dit geeft aanleiding tot velerlei discussiën cn vergelijkingen tusschen het pachten van Weide- of Akker gronden en van Water- en Windmolens. Na ecnigc mo lenachtige débatten wordt op voorstel van den Heer van de Kasteele besloten, deze zaak verder met gesloten deuren te behandelen. C. De Commissie over het adres van Walter, om buiten de Ilospitaals-poort een loodsje op Stads grond te mogen plaatsen, stelt voor zulks te wijzen van de hand, wat den adressant betreft; aangezien dien grond bij van Rcrchcm in erfpacht is: dien conform wordt besloten. 7. Het verslag der Commissie, in wier handen was gesteld het adres van van Dicmentot oprigting eener grof-smcdcrij cn het Contra-adres van Aalst, luidt mede ten dcele afwij zend doch toestemmend indien van Diemcn de bestaande tusschenmuurzoo ver de smederij het vercischt, met ecDe slcensmuur versterkedien conform wordt besloten. 8. De Commissie over het adres 'van Lcmmcn om zand te mogen graven uit Stads grond, bij de Oostveensche-brug voor den Straat weg builen de Nieu wstadspoortconcludeert in haar Verslg lot toestemming van het gevraagde. De Burg. is er echter tegen, eensdeels uit vrees, dat eene me nigte zandzoekers zich met dergelijke verzoeken zu'lcn opdoen cn ten anderen opgrond dat zulks reeds aan onderscheidene des bcnoodigdc bazen is geweigerd ofschoon dan ook niet juist tc dier plaats. Ecnige leden der Commissie merken aan, dat hel allezins nuttig zal zijn, indien het overtollige zand aldaar worde weggehaald mits men den overigen grond, als in 'l Verslag vernield, late zakken. Na nog cenige ob- jectiën en wederleggingen wordt hel voorstel der Commissie aangenomen doch in plaats van overigen grond te stellen den bovengrond tc laten zakken. 0. liet Verslag der Commissie over het verzoek van Jan sen, om een gat langs den Kanons-dijk, tegen over zijne woning te mogen dempen en dien grond in eigendom te mogen beplanten, luidt afwijzend. De Burg. zegt, dat de Slatl dien grond misschien zelve zul noodig hebben. Tevens wordt aangemerkt, dat het Baadslid Coenen zich reeds vroe ger ter verkrijging van dat gat heeft geadresseerd alsmede Schurink om daar eene woning te bouwen. Andere leden zijn van meening dat liet doel der beide laatsgcnoemde vra gers niet met dat van Jansen gelijk gesteld kan worden en dat van dezen zeer aannemelijk geacht mag worden. De opinies zoo sterk uiteenloopcndestelt de Heer Dam voor, de stuk ken ter visie te leggen en de beslissing tot eene volgende Vergadering op tc schorten dien conform wordt besloten. 10. Gehoord het rapport over het verzoek van cenige toonkunstenaren om een gedeelte van den Boompjes-wal, ten einde daar een Collegie-luin op te rigtenblijkt daaruit, dat de meerderheid der Commissie de afwijzing van dat ver zoek aanraadt, doch de minderheid vóór tic toestemming is. De Burg. cn meerdere Baadsledcndie hier geboren of ge togen zijn, doelen in het gevoelen der meerderheid van de Commissie, als zijnde de Boompjes wal eene.plaats, voor kin deren en grijzen gemakkelijk te bereiken, aldaar gezonde versche lucht in tc ademen en zich des zomers onder de schaduw der boomen aangenaam te verkwikken. Overeen komstig deze argumenten, die de IJecr Coenen natuurlijk niet zoo innig kan bevatten, wordt dan ook afwijzend op het rekwest der Hoeren Toonkunstenaren beschikt met 12 tegen 1 Slem, die des Hoeren Coenen. (Behalve over de voorstellen Sub No. 3 cn 10 met 12 tegen slechts éëne Stem is over alle de andere met unanieme Stemmen beschikt. liet vervolg en slot hierna. APELDOORN 23 Maart 1852. Heden is alhier brand ontslaan in de bakkerij van VV. Brinkenberg, op den Ecmlragt en hoewel liet gelieele woon huis cn daarbij behoorende schuur en al wat zich daarin bevond, eene prooi der vlammen zijn geworden, is het aan de spoedig aangebragtc en doelmatig aangewende hulp te danken dat belendende gebouwen geene schade hebben geleden. De ooi zaak van den brand is onbekend en de goederen waren tegen brandschade gewaarborgd. Hoe PoUjic-moiHi-cgcHcin somas «Ie IScfdc in <ïe ksiiimvai werken. Voor cenigcn tijd vermeldden de dagbladen, dat een jonge Hollander te Brussel met de dochter van een schatrijken En- gelschen lord is doorgegaan, met welke hij op de stoomboot had kennis gemaakt. loen ik dat feit las als ieder ander, dacht ik er weinig aan, dat mijn oude schoolkameraad en vriend Bob de held van dit avontuur was geweest. Haar waarlijk, de goede jongen is nu gehuwd en, in gezelschap van schoonpapa, met zijne jonge' vrouw op reis naar Italic. In een langen brief, zoo opgewonden als Bob maar immer zijn kondeelt hij mij do gansohe historie mede. lij heeft' zijn geluk te danken aan eene Belgische politic-keur. Tot stichting zijner talrijke vrienden maak ik zjn wedervaren openbaar. Bob is een goede jongen, zooals men weet. Tot dus ver had hij niet veel meer uitgevoerd dan al rondslenterende zjn matig erfdeel op te maken. Behalve een paar roode kneveltjes, waarop hj vrij grootsch was, had hij niet veel meer over dan hij in een handvol kon vatten, bit, bene vens lastige bezoeken, dio bij al meer cn meer ontving,

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

De IJsselbode (1852) | 1852 | | pagina 2