Gemengde Herigten.
'O' d'
i)
hunne overtuiging en begeerte te kunnen voldoen, zich ge
noodzaakt een tweede adres in gereedheid te brengen, waar
van wij zoo vrij zijn UWEd. cene kopie in te zenden. Mogt
de zoo nuttige ljsselbode hieraan insgelijks wel een plaatsje
willen vergunnen het zal ons aangenaam zijn en welligt nog
te meer navolging wekken.
Eenige uwer bestendige lezers en ondcrleekcnaren
van het 2e.adres van adliaesie aan de
armenwet uit Zutphen,
Aan de Tweede Kamer der Sialen-Generaal
Mijne Heer en'.
De ondergeteekenden allen ingezetenen van Zutphenen
leden van de Hervormde Gemeente aldaar nemen de vrijhei
er bij U op aan te dringen om de voorgestelde Wet op het
armbestuur, [wat derzelver hoofdbeginsel betreft, te weten,
dat bet Armbestuur alle instellingen van weldadigheid omvat,
mei Uwe goekeuring te bekrachtigen.
Alvorens de gronden op te geven die de ondergeteekenden
tot de overtuiging hebban gebragtdat het voorgedragen*
stelsel het- eenige ware is, zij het hun vergund de reden te
•vermelden die hun tot het indienen van dit adres heeit ge-
moveerd en welke eenvoudig hierin bestaat dat van schier
alle kerken in ons Vaderland adressen van afkeuring aan U
zijn ingezonden. Dio menigte adressen zou alligt het den
beeld kunnen doen ontstaan, dat de geest der natie zich ten
dezen tegen het stelsel van den Minister van Bionenlandsche
Zaken verklaarde, en zulks te meer, daar de kerkenraden
zich den schijn geven als vertegenwoordigden zij de natie in
de. kerk. Daar nu echter de Gemeente noch geroepen wordt
tot noch ook gekend wordt in het verkiezen der Leden van
den Kerkenraad, zoo vervalt ten dezen alle denkbeeld van
Vertegenwoordiging, en mag het pbgt geacht worden U
Mijne Heeren! bekend te maken met de denkbeelden der
natie zelvevan wie de Kerkenraden nu niet meer kunnen
gezegd worden tolken te zijn.
De Ondergeteekenden juichen de bepaling van Art. 1 van
het Ontwerp van Wet op het Armbestuur toe, om reden zij
het boven allen twijfel verheven achten dat de fondsen be
doeld bij Art. 3 lett. b van het ontwerp goederen der armen
zijn. Wien toch zouden zij anders toe behooren? De Kerk?
Maar deze heeft hare eigene fondsen in iedere Gemeente, ge
administreerd door Kerkvoogdengeheel afgescheiden van di
aconiën en andere Armbesturen, en het regtdat de kerk
zich op de fondsen der diaconiën zou willen toekennen om
dat c\e beheerders dencbe kerkeliyk-e personen genoemd -wor
den schijnt ons van allen grond ontbloot,* terwijl het bewe
ren dat zijde kerkeen regt van eigendom op die goederen
zou hebben, wel niet zal behoeven wederlegd te worden.
Hetgeen door de vrome stichters van liefdadige instellingen
en erflaters voor de armen is afgezonderd, hetgeen wekelijks
in de Godshuizen of aan de deuren onzer woningen voor hen
wordt ingezameld, dat alles behoort aan de armen. Maar die
armen kunnen die gelden niet zelve administeeren J zij zjn
als minderjarigen te beschouwenen daarom zijn voogden
over hen aangesteld, door wie deze dan ook worden benoemd.
Die voogden bestieren dat gemeenschappelijke armengoed voor
hen en ten hunnen behoeve. Maar daarom heeft nu de arme
nog geen regtom zijn gedeelte van dat kapitaal te eischen
evenmin als de minderjarige zulks kan, en daarenboven, de
arme zal het regt van eischen nooit verkrijgenwant hij
blijft minderjarig met betrekking tot dat .armengoedde dag
van meerderjarigheid breekt voor hem niet aan. Om deze
reden nuomdat het armengoed voortdurend moet beschouwd
■worden aan minderjarigen te behooren, moet het armbestuur
hetgeen volgens art. 195 der Grondwet een onderwerp van
aanhoudende zorg is der Regeringen door de wet geregeld
wordtalle instellingen van liefdadigheid omvatten. Evenzeer
als de staat, da~t is het algemeen welzijn, er belang bij heeft,
dat de goederen van minderjarigen goed worden beheerd
en de wet daarom bepalingen op dat beheer heeft gemaakt,
evenzeer is het in het belang van allen dat de staat kunne
toeziendat het armengoed behoorlijk worde geadministeerd
en moeten er dus bij de wet regelen gesteld worden
waarnaar zich de besturen van liefdadigheid hebben te ge
dragen.
Evenmin zal ieder behoeftige, uit het beginsel dat de
diaconie-fondsen enz. goed der armen zijn, een regt kunnen
afleiden om bedeeling te eischen. De vraag, welke armen
bedeeling zullen erlangen, moet geheel afhangen van de Be
sturen. Deze hebben in het belang van zedelijkheid, orde en
van den staat te onderzoeken, öf hij, die toelage vraagt, in
de termen valt om ondersteund te worden, en dat onderzoek
en die beslissing moetendit ligt in den aard der zaakzon
der hooger beroep geschiedenen alleen op de zedelijke ver
antwoordelijkheid der besturen. Het ontwerp van wet huldigt
dit beginsel in art. 51,
Het zijn deze gronden Mijne Heeren! die ons noopten op
de aanneming van het beginsel, dat in het ontwerp van wet
op het armenbestuur ten grondslag ligt, en in de art. 1 en v
51 wordt aangegeven, aan te dringen. Verre van ons is dan
ook de vrees, dat de zoo zeer geroemde vaderlandsche deugd, j
de milddadigheiddoor de aanneming van dat beginsel zou weg- t
sterven.^ Een ieder, die het goed inet den armen meemt
zal in den waarborg, dien de wet hem van nu voortaan geeft,
dat zijne liefdegaven in waarheid ten behoeve der armen j
Worden aangewend een spoorslag vinden om die liefdegaven
zoo mogelijk te vermeerderen, en mogt eens de dag aanbre
ken dat de Nederlandsche Hervormde Gemeenten zelve hare i
armverzorgers kozen, dan voorzeker zou die spoorslag, welke
de voorgestelde wet haar nu reeds geeft, nog versterkt wor- l
den door een vermeerderd vertrouwen in de diaconic-be-
sturen.
Zijn de ondergeteekenden het, met betrekking tot het
Hooidbeginscl van eene wet op het armbestuur, geheel eens
met het ingediend ontwerpzij ontveinzen het zich echter
niet, dat de art. 49 en 90 van het ontwerp beginsels bevat-
ten, die, in toepassing gebragt, zullen leiden tot den finan-
ciëlen ondergang van menige Gemeenteen zij willen u Mijne
Heerenernstig verzocht hebbenom toch om te zien naar
andere wegen, om. die kosten te dekken.
De ondergeteekenden hebben om alle deze redenen de eer
u dringend te verzoeken het hoofdbeginselvervat in art. 1
van het aan u aangeboden ontwerp van wet op het armbe
stuur, aan te nemen, maar de verpligte liefdadigheid voor
de Gemeenten vervat in de arts. 49 en 90 van hetzelve, niet
goed te keuren of in eenen voor Je Gemeenten min drukkenden
geest te wijzigen.
ZutphenMaart 1852. Hetwelk doende enz.
(volgen de onderteekeningen.)
TIJD IS GELD.
Vrouw B. fde voordeur uitziende): »Wat die Treine toch
weer uitblijft! Ze is al over 't uur weg, en ik zit hier J
zonder een droppel putwater in huis.
Een jonge bedelaarster»Och, jufvrouw, een kleinig
heidje, als 't je blieft. Zeven schapen van kinderen
Vrouw B.s Jij zult toch nog wis wel geen zeven kinde
ren hebben?" i
Het meisjeHeerenk neenik nog geen eenmaar
moeke. Overmorgen wordt het de derde dag, dat we geen
spier brood over de lippen hebben gehad."
Vrouw B.: »'k Geloof 't graag, als 't ondertusschen niet
gebeurt. Tc Wil jo een cent geven....'1
Hel meisje steekt de hand uit.
Vrouw B.: t Als je me een emmer water haalt. De put
is hier even om den hoek."
Het meisje: «Dan zou 'k wel gek wezen, mijn tijd zoo
weg te gooijen. In den tijddat ik om water benkan ik
bij de menschen ligt een stuiver ophalen.
De Engelsche dichter Th. Moore is in 72jarigen ouderdom overleden.
Sedert 1.1. najaar zijn uit Hattem en omstreken meer dan 2000 ge-
slagte varkens naar Engeland verzonden. Volgens de Gron. Cour.
zou de koning voornemens zijn in deze of de volgende maand de pro
vinciën Vriesland en Groningen te bezoeken. Te Utrecht is een 13ja-
rig meisje op fleeter daad-betrapt op zakkenrollen. Do. van Scliaicls
is 24 Febr. van de Beider naar Suriname uitgezeild. De latijnsclie
school te Meppel zal met permissie in eeu gymnasium veranderd wor
den. Bij het departement van justitie wordt ijverig gearbeid aan
wetten ter bevordering der tucht op koopvaardijschepen en ter verbe
tering van den zeemansstand. In Pruissen zijn 4 fabrijken van val-
sche munt ontdekt, -waarvan een uitsluitend valsche gouden AVillems
fabriceerde. Een brief met een munlbillet A J0 per post van 's
Ilage naar Leiden verzonden is niet tcregt gekomen. De tuinman
van de familie Vredenburgh te Rijswijk is overledennalatende een
vermogen van f 100,000, dat hij aan genoemde familie vermaakt
heeft. Met 1 Blaart is bet voorzitterschap van den minister-raad op den
minister v. justitie overgegaan. In 1851 zijn inLondon 10 millioen eijeren
meer ingevoerd dan in 1850. De keizer van Oostenrijk is te Venetië
met gejuich ontvangenBij Kessetheirn zijn eene Duitsche en ïïol-
landsche stoomboot zoodanig tegen elkander gevaren, dat de eerste ia
korten lijd zonk', en 1.7 personen vermist zijn. De verkiezingen in
Frankrijk vallen grootendeels in den zin der regering uit. -- Een Her
vormd predikant prijst in het H. B. v. 5 dezer de ontwerp-armenwet
zeer aan. Volgens het Zöndbl. zou zich in de afgeloopene week aan
het Nieuwe Diep een Engelsch lieer hebben bevonden met het doel,
ora een plaatselijk onderzoek te. doen omtrent de mogelijkheid yan het
leggen van een onderzeeschen telegraaph van de Engelsche kust naar
Hellevoelsluis, het Nieuwe Diep of eene plaats aan de Friesche kust.
CORHESPO N DEN TIE.
Van de Veliiwe hebben wij klagten ontvangen, dat de Beurtschepen
van Apeldoorn op Amsterdam, niet ingevolge het Reglement, wekelijks
varen; zeer ten nadeele van handeLen nijverheid. Behalve dat de zaak
ons niet genoegzaam gewaarborgd voorkomt, meenen wij, dat men zich
hieromtrent in de eerste plaats tot de bevoegde Autoriteiten had be
hooren te wenden.