wiens nummer na het lezen dcrvnotulen getrokken wordt, Jrengt gedurende cjjszfelfde. zitljugjJ over aile onderwerpen, nadat de débatten gesloten 'iijii.V Kjer eerst zijn votum uit. De Heer Roosegaarde vraagt ,v-mfttal gedeelte der notulen van <lc voorlaatste Vergadering.,, waarop hij aanmerking maakte, zoodanig is gecorrigeerd als zulks in de laatste zitting ge arresteerd werd? De Secret, doet het notulen-biiekdat met ter tafel is, halen ch leest de bedoelde verandering 7"»r. Dit geeft aanleiding den Secret, te vragen, wie de notulen redigeert? waarop de Burg. antwoordt, dat de résumptie der notulen, in Burgemeesters kamer, vooraf bij B. cn W. worden gereviseerd, enz. Op deze verklaring wordt den Secrt. thans gevraagd: of ZEd. dan geenc zelf standigheid genoeg bezit, om zijn eigen werk, als naar waarheid opgemaakt, hier ongecontroleerd ter tafel te bren gen De gegevene antwoorden komen interpellant weinig voldoende voor, en betuigt deze, nergens dergelijke be vreemdende handelwijze te bobben gehoord noch gezien. 2. Wordt gelezen het Verslag van rapporteurs over den geprojecteerden weg van Groenlo op Zwilbroekde Commissie stelt daarin voor, de gevraagde Subsidie van ƒ0000 toe te staan, onder bepaling, dat dc weg in 1853 gereed zij. Nadat de Burg. al het belangrijke van dezen weg, ook voor Zutphen, heeft aangewezen, stelt de lieer Dam niet naar aanleiding van 't rapport, zoo als de Zutph. Cour. zegt) maar op gronil, dat dikwerf de aanneming ver beneden de bcgrooting geschiedt, aan den Baad voor: om de Subsidie te bepalen op V3 der aannemingssomen aangezien de raming, volgens mededeeling des Burg. 16000 bedraagt, als maximum te stellen 5000. De Weth. Löbensels, insgelijks het hoog belang van dezen weg erkennende, stelt hierop voor, dc gevraagde /'G000 als maximum aan te nemen: waarmede de lieer Dam zich gaarne voreenigt. De Burg. is mede van oordeel om, uithoofde van soms onvoor ziene beletselen, den afwerkingstermijn met 1 jaar te ver lengen. Een en ander in omvraag gebragt zijnde, wordt met unanieme stemmen besloten: als Subsidie te verlee- nen één derde der aannemings-somdoch als maximum ƒ6000 mits dezen weg in 1854 voltooid zij en alsdan te betalen. 3. De Commissie, benoemd tot hel overzien der Conditiën voor liet bestraten der Wel, benevens het opnemen en ver voer der keien uit de Hoven en de herbestraling met klin kers aldaar, stelt voor die goed te keuren, nagenoeg zooals ze door B. en W. waren geconcipieerd. De heer Wieuwen- huijs oppert, of wel raadzaam zou zijn, de keien op de Wel te leggen, alvorens eene decisie over de vaste brug bekend zij daar alsdan dc grond aanmerkelijk zal moeten worden verhoogd. De Burg. meent, dat dit nog te lang kan duren, om er met do zoo gcwenschle bestrating der Wel op te wachten. Hierop wordt het voorstel der Commissie met unanieme stemmen aangenomen. 4. Gelezen zijnde het rapport der Commissie op het voor stel der kamer van kooph., ter vermeerdering der beurt schepen op Amsterdamworden des betreffende zeer uitge breide advijsen vóór en legen uitgebragt. De beer II. zegt: nooit te zullen medewerken tot vernietiging des bestaans van de tegenwoordige beurtschippers of de nieuw te benoe- mene aan verderf bloot te stellen. ZEd. vermeent, dat vermeerdering der beurten geenszins vermeerdering van ver voer ten gevolge moet hebben. De Burg. repliceert, dat de kamera van kooph. het orgaan is van den handelen deze zulks vraagt. De heer R. meent zulks te mogen betwijfelen en wenscht te wetenof er adressen van kooplieden daar over bij de kamer zijn ingekomen cn zoo ja, of die bij de andere stukken zijn overgelegd? Dit ontkennend beant woord zijnde, gaat spreker voort met te zeggen: dat zeer geachte handelaren hem betuigd hebben, dat indien de Raad het voorstel der kamer van kooph.met hetwelk zij geenzins instemmen, aanneemt, zij hunne goederen steeds met de oude beurtlui zullen verzenden en ontbieden. Eenige Leden willen de boeten voor de bestaande beurtschippers verhoogenindien ze niet op hun tijd over zijnschoon dit maar zelden hapert, immers wanneer ze zich niet, bij gebrek aan vracht, om eigen negotie onderweg ophou den. De lieer van de Kasteele geeft eenige inlichtingen omtrent den diepgang en de capaciteit der vaartuigen; enz. De Heer Dam stelt, als amandement voor, om de vier beurtlieden uit te noodigen, voor gezamenlijke rekening een vijfde en ligter scheepje in de vaart te brengen, eene zoogenaamde boter-zomp of praamdie donderdags avond of vrijdags morgens van hier vertrekkende, dan stellig maandags morgens tijdig te Amsterdam kon zijn. De Heer 'R. vereenigt zich met dit gevoelen omtrent eene boter-zomp voor zoo verre en in geval de beurtschippers-zich niet kun nen verbinden omdonderdags avond van hier vertrek kende des maandags, \GOi hei njn'i|.rn van d/n bil :u ever te zijn. liet rapport der Commissie ni om vraag gebragt wordende, brengt de Heer R. in 't midden: dat volgens art. 21 van t Regl. van Orde, eerst over het amendement moet worden gestemd, en stelt gelijktijdig als sub-amande- ment voordeze zaak nog tot eene volgende zitting te ver dagen. Zulks door niemand bestreden zijnde, wordt dien conform cn almede met unanieme stemmen besloten. 5. Aan de Orde is de vervuiling der vacatures van provisoren voor t O en N. Gasthuis en voor 't Bornhof. De Heer van de Kasteele het woord hebbende, zegt: dat ZEd. het noodig oordeelt eerst in te wachten de opgaven van II.II. provisoren betrekkelijk de fundamentele statuten, die aanwijzen moeten, van welk collegic de voordragt of be noeming moet uitgaan. De heer R. maakt hierop de bemer king, dat indien uit die opgaven mogt blijken, dat een ander collegie dan de stedelijke regering het regt van voor dragt of benoeming heelt, de Raad zulks even zoo min naar de nieuwe als de oude wetten mag doen. De Burg. geeft te kennen, zich volkomen met dit gevoelen te vereenigen. De lieer R. zegt verder, ook niet te begrijpen waarom hier mede zulk een grooten haast moet worclen gemaakt; daar zulks den schijn zal geven, dat men, even als vroeger, elkanders gunstelingen met deze betrekking zou willen bevoordeelen ZEd. wilde liever eerst, zoo als in de vorige Vergadering is bepaald, de plaatselijke verordeningen op de Godshuizen afwachten. De Burg. begrijpt insgelijks, dat het beter zij de benoeming tot zoo lang uit te stellen. De Heer Quarles (Provisor van T Bornhof) brengt voor, dat de voorziening dringend is daar meerdere provisoren oud van dagen zijn en dus al het locvoorzigt voor de weinige anderen bezwarend wordt. Do Heer van de Kasteele repli ceert, dat het laatst aangevoerde door den Heer Q. juist een spoorslag te meer zal zijn, om dc provisoren tot eene spoedige opgave aan te zetten, en de Commissie, belast met het concipiëren der Verordeningen in staat te stellen den noodigen voortgang te kunnen maken met het volbrengen van eene taakdie reeds zoo lang onder handen is en aan welks voleindiging provisoren zelve zulk een groote waarde hechten. De Heer Q. herneemt hierop, dat men daartoe ook eerst de bepalingen der armenwet dient af te wachten. De Burg. zegt: dat zulks nog wel meer dan een jaar duren kan, en ziet hierin buitendien geenerlei bezwaar of reden tot vertraging: baart toch deze wet 't een of ander, in strijd met dc plaatselijke verordeningendan waren deze zeer eenvoudig cn gemakkelijk daarnaar te wijzigen. Eindelijk wordt met algemeene stemmen beslotende zaak nogmaals aan te houden. G. Aan de Orde zijnde, het vernietigen der verjaarde stera-billettenbeslist de Raad unaniem, dat dit aan het collegie van B. en W. behoort. 7. Een adres van G. de Vos, om een stukje stads-grond, achter een aan hem toebehoorend huisin erfpacht Le mogen hebben, wordt gesteld in handen eener Commissie bestaande uit de H.H. van Slirumde BasNieuwenhuijsHasselo en van de Kasteele. 8. Ten slotte stelt de Burg. voor, dat ook do Raad zich wende lot 's Lands Hoog-Bestuur, om den spoorweg naar de Hanoversclie grenzenwaarvan wederom sprake is en als van meerdere plaatsen gevraagddien mede langs Zutphen le krijgen. Dit voorstel en het benoemen eener Commissie ter coneipiëring van het daartoe strekkend adresmet alge meene stemmen aangenomen zijnde, benoemt de Burg. bene vens zich zelf, de 11-11. Colenbrander, Coenen, v.d. Kasteele, Dam en Luijken Glashorsl. Niels meer aan de Orde of te behandelen zijnde, wordt de Vergadering, waarin alle Besluiten met unanieme stemmen genomen zijn, door den Burg. gesloten. Gemeenteraadsvergadering te Apeldoorn 26 Febr. 1852. Afwezig de leden Bas Backer, Berghorst, Brouwer, Eiken dal Hacfort tot ter Horst en Woudenberg. Bij ongesteldheid van den Burgemeester wordt het Voorzitterschap waargeno men door den Wethouder Muller. De Notulen der vorige Vergadering worden gelezen en zon der aanmerkingen goedgekeurd. Aan de orde is een voorstel van het lid Licse, door sta king van stemmen in de vorige Vergadering onbeslist geble ven strekkende om de post No. 28 (onvoorziene uitgaven) der bcgrooting van 1852 met 100 te verminderen, en daarentegen de post No. 12 voor de wegen met 100 te vermeerderen. De Voorzitter bestrijdt het voorsteldat door de leden Liese en Ankersmit verdedigd, en door de Vergadering aangenomen wordt met zes tegen eene stem, die van den Voorzitter. Wordt ter tafel gebragt een besluit van Gedep. Staten van

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

De IJsselbode (1852) | 1852 | | pagina 2