Dingsdag 24 Februarij 1852. N°. 18. NIEUWS- EN ADVERTENTIE-BLAD. Eeaie proeve vaar valschheid. USS1LBBBE ®WOLLE 9 DEVENTER, ZIJTPHEIV, APE1ÖOOM. Dit blad verschijnt geregeld lederen DINGSDAO en ZATURDAG. Dc prijs van belde i6 voor ZwoUc Deventer Ztitphen co Apeldoorn I' 1.25 in dc drie maandenoveral elders frunko per post f 1.50dc Din/jsdaq- of Zaturdag-edilic afzonderlijk voor genoemde plaatsen «5 contelders 8T/2 conl- ■Alltó postkantoren nemen bestellingen aan. De ptijs der AdvertentiGn is van één tot vijf regels 50 centen 10 cont voor eiken meerderen regel behalve 55 cent zegelregt bij iedere piaulsing. De Advertentien moeten vóór DiDgstlag middag 12 uuren Vrijdag namiddag 4 uur ter Drukkerij te Deventer zijn ingezonden. Alle toezendingen voor dit blad bestemd moeten frunko geschieden hetzij door bemiddeling der Postkantoren, of lo Zwolle bij W. E. J TJEENK WILLINK; Deventer A. TER GUNNE; Zutphrn J. II. MEL- LINlv Apeldoorn A. M. DE JONG. Ter naauwernood waren de verontrustende geruchten om trent de aftreding van den Minister van Finanticn eeniger- mate bedaard of cene nieuwe onrust doet ons vreezen voor het behoud van den Minister van Oorlog. Wij moeten be kennen dat de handelwijze der Tweede Kamer ten opzigte van zijn wetsvoorstel over het bouwen en planten in den omtrek der vestingen ons evenzeer heeft bevreemd als ieder ander. Ook ons is die handelwijze onverklaarbaar voorgekomen en werden wij daardoor op onaangename wijze verrast. Hoedanig men ook denken moge over eenige beginselen in dat ontwerp van wet opgenomen, het was onbetwistbaar eene zeer groote verbetering van de bestaande wet van 1814, en het moet spijt opwekken, dat die wet alsnu blijft voort duren. Bovendien bestond de mogelijkheid om door het voorstellen van amendementen zoodanige bepalingen te wij zigen als welligt bet ontwerp onaannemelijk maakten. Zon derling was het alle artikelen afzonderlijk zonder tegenspraak te zien aannemen, en bij eindstemming het ontwerp in zijn geheel te zien verwerpen. Te zonderlinger, omdat die uitkomst uit de met de Regering gewisselde stukken en het verslag der rapporteurs niet had kunnen worden voorzien. Integendeeldat rapport was gunstig en de conclusie strekte om de aanneming van het voorstel aan te raden. Wij blijven dus, met ieder, in den blinde rondtasten omtrent de eigenlijke beweegreden der verwerping, die onder de gegevene om standigheden zeker gcencn zeer gunsligen indruk heeft ge maakt. Wat daar echter van zij, wij onthouden ons van verdere oordeelvellingen, onbekend als wij zijn met de ware oorzaken van den val des onlwerps. Maar ziet hoe de valschheid en de lasterzucht partij trekken van de omstandigheden die zich hier voordoen, om eeue hatelijke verdenking te werpen, zoowel op den Minister,van Binrienlandsche Zaken als op de meerderheid der Tweede Kamer, liet vrome dagblad de Nederlander is met die valschheid voorgegaanen sedert hebben wij hier en daar, onder verschillenden vorm, die vrucht van den laster zien opwarmen. Men gaat van de veronderstelling uit, dat de minister van Binneulandsche zaken geene zelfstandige mannen nevens zich dulden kan en in alle hoogere betrekkingen niet anders wenscht te ontmoeten dan zijne creaturen. Men voegt er de veronderstelling bij dat de generaal Spengter een tegen stander van den heer Thorbecke zou wezen en dat de laat ste het oogmerk koestert om een andereu minister van oorlog aan te stellen. Voorts verzint men er bij dat de heer Thorbecke over de meerderheid der tweede kamer te be schikken heeft dat een wenk van hem genoegzaam zou we zen om de stemmen naar zijnen zin te, doen uitvallen; en dat hij nu de tweede kamer als een werktuig zou hebben gebe zigd om den val des heéren Spengler te bewerken. Zooveel valschheid en laster behooren aan het licht te worden gesteld zooveel gil onschadelijk te worden gemaakt. Dat de vrome Nederlander zich voorstelt hoe iemand in eene liooge betrekking geene zelfstandige mannen naast zich dulden wil, is te begrijpen. De profeet Groendie zich in het bezit der absolute waarheid waantzo,u natuurlijk ontoegankelijk voor overreding en warsch van tegenspraak zijn; maar ieder weet, dat het juist het kenmerk en dc karaktertrek van hooge bekwaamheid en groot talent is, dat zij zich met geene onderworpenheid willen vergenoegen. Middelmatigheid schuwt om door anderen te worden overschaduwd en vreest zelfstandig oordeel nevens zich. Maar hij, die zijn eigen kracht gevoelt, wenscht niets liever dan dat zijne daden den onafhankelijken toets van andere bekwame mannen onderga. Niemand- nu zal den heer Thorbecke groote bekwaamheid en het betamelijk gevoel van eigen kracht ontzeggen; uit dien hoofde alléén is het ongerijmd te veronderstellendat hij niet anders dan onderworpene creaturen naast zich zou wenschen. Ieder verstandig mensch moet bevroeden, dat een man als hij niets vuriger moet begccren dan bekwaamheid en zelfstandigheid aan zijne zijde te zien staan, Maar de tweede veronderstelling is nog veel valschcr. De generaal Spengler is alles behalve een tegenstander van den heer Thorbecke. Integendeel. Er heeft zich tusschen die twee geachte mannen een band van onderling vertrouwen en van toegenegenheid gevlochten zoo als zelden tusschen Minis ters bestaal. De generaal Spengler wenschtc bet beheer van oorlog niet, en meermalen heeft hij zijn dringend verlangen te kennen gegeven om van, die -taak te worden ontslagen. Maar hij,, heeft die taak aanvaard en tot dus ver behouden juist op aandringen van den 'heer Thorbecke, en van de vrienden van den heer Thorbecke. Ja, het geval heeft zich opgedaan, dat eene deputatie uit de leden der Tweede Ka mer uit die meerderheid welke als de aanhangelingen van den Minister van Binnenlandsche Zaken worden voorgesteld zich bij den generaal Spengler hebben vervoegdom hem dringend uit te noodigen op zijnen post te blijven.^ llij heeft met cordaatheid aan dien wepsch toegegeven. Dit nu Meet de ledactie van de vrome Nederlander beter en omstandigei dan wijen te verfoeijelijker is deswege dc valschheid cn de laster, als dat blad thans met zoo hatelijke verdenkingen voor den dag komt. Niets echter is aan dat blad te slecht als het dienen kan om den Minister van Binnenlandsche Zaken gehaat te maken of in een ongunstig .daglicht te stellen. Logen en bedrog zijn gereede middelen, die door hel doel zullen moeten worden geheiligd. Zoo er een toeleg kon bestaan bij den Minister van bin nenlandsche Zaken om zich te ontdoen van een minder gewenscht ambtgenoot in den persoon van den generaal Sneueier waarlijk hij behoefde daartoe zulke duistere wegen niet te bewandelen, die geheel in strijd zijn met zijnen aard en met zijn karakter Dat dc Nederlander der gelijke duistere gangen uitvindt, bewijst alleen de vu dm ven heid van dat blad, en de valsche r.gt.og van d,en geest, die eene treffende overeenkomst verraadt met hetgeen men tot dus ver, onder den naam van Jesuitismeals afschuwelijk heeft voorgesteld. Maar voor den heer Ihorbecke was het bezi'en van dergelijke middelen - al ware de man er toe in staat - niet noodig. De, minste blijken van verkoeling tusschen den generaal Spengler waren vo doende om dien laatste aan zijnen wcnsch tot aftreding gevolg te doen geven. En dan die laatste veronderstelling, eyen ontccrcnd voor den Minister als vo.ir de vprtegenwöord.g.ng der natie, dat de meerderheid der Tweede Kamer blindelings aan de wenken van den lieer Thorbecke zou hangen en zich zou verlagen tot een werktuig om onedele bedoelingen te verwezenlijken! Ziet 'alle geloof aan regtschapcph.cid en goede trouw moet

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

De IJsselbode (1852) | 1852 | | pagina 1