Dingsdag* 17 Februarij 18S2. N°. 14. NIEUWS- EN ADVERTENT!E-BL A D. ZWOILEDEVENTERZCTPKEN, APETDODRN. Dit blad verschijnt geregeld icdcrcn DINGSDAG en ZATURDAG. De pry's van belde Ib voor Zwolle Deventer Zutphen en Apeldoorn f 4.25 in de drie maanden; overal elders franko per post f 1.50de DUigtdag- of Zaturdag-cdilie afzonderlijk voor genoemde plaatsen 15 ecctelders 8T/2 cent. Alle postkantoren nemen bestellingen aan. De piijs der Advertentiön is van éón tot vijf regels 50 centen 10 «ent voor eiken meerderen regelbehalve 55 cent zcgelregt bij iedere plaatsing. De Advorlentien moeten vóór Dingsdag middag 12 uuron Yrijdag namiddag -4 uur ter Drukkerij te Deventer tijn ingezonden. Allo toezendingen voor dit blad bestemd moeten franko geschieden betzij door bemiddeling der Postkantoren, of te Zwolle bij \V. E. J. TJEENK WILLINK; Deventer A. TER GUNNEZutphen J. U. MEL- LINK Apeldoorn A. M. DE JONG. Tweede vervolg en sluiting der Raadsvergadering le Zutphenvan den 2 dezer. Laatste deel der inlichtingen en ophelderingen Tan heeren Provisoren van 't 0. en N. Gasthuisop het door IlunLd. gewraakte Verslag van Burg. en Weth. over dier bezoek op 29 December 1.1. C. De wijze waarop Geneesheer en Heelmeester hunne he- i trekking vervullen. Alle morgen ten 9 ure komt de lieer Itamaer in het Iluis en gewoonlijk op de Keuken; ZijnEd. gaat dan eei'st, waar hij oordeelt', dat het dringendst noodig ister bepaling der volgorden zijn Prov. niet bevoegd; maar openlijk bren gen zij hulde aan den ijver en zorg des Heeren Ramaer. De Heer Ort heeft veelal slechts 1 of 2 lijders onder Chi rurgische behandeling; voor dezulken, die alleen onbewege lijk stil behoeven te liggen, is dagelijksch bezoek geerie behoefte: overigens komt ZEd. alle morgens in 't Gesticht, en is, des noodig, van daar met weinig moeite te ontbie den. Prov. hebben alle reden om ook te vreden te zijn over den Heer Ort. Van den lof, den Rentmeester en zijne Echtgenoot toege zwaaid, willen Prov. niets afdingen, maar de billijkheid had dien ook voor andere ambtenaren verlangd. Het is hun grievend alle gebreken, ten aanhoore van honderden inge zetenen te hooren uitsprekenzonder eenig regt te laten wedervaren althans aan de bedoelingen. De gevolgen van 't Verslag zijn bekend. Prov. zullen den Voorzitter verlie zen, die eene reeks van jaren, de belangen van het Huis, als zijne eigene heelt behartigd, en aan wiens werkzaam heid kunde en ijver zij gaarne hulde brengendoch be schouwen zij dat, in hunnen mond, minder gepast. Hun leedgevoel echter verzwijgen ze niet, over 't gemis van eenen ambtgenoot, door wiens minzaam en levens standvastig be stuur, alle twist of onaangenaamheden, bij verschil van ge voelen in 't Collegie van Provisoren ol met de ambtenaren zijn verhoed. Deze erkentenis zijn zij aan Hem verschuldigd. Ilierna wordt gelezen eene verdediging of tegenstuk van B. en W. waarvan wij echter zoo weinig hebben begrepen dat het ons onmogelijk is, daarvan een eenigzins wel ge ordend verslag te kunnen wedergeven. Na die lezing wil do heer Roosegaarde doen opmerken, dat indien B. en W. cenen anderen toon hadden aangeslagen er dan welligt vele onaangenaamheden voorgekomen waren en indien hier wordt ZEd brusque in de rede gevallen, door den Weth. van Limburg Stirum, die oordcelL dat geen Raadslid aan B. en W, den weg behoeft aan te wijzen en dat de Raad dergelijke verslagen slechts bad aaii te hooren. De heer R. verzoekt hierop den Burg. den lieer van Stirum tot de orde le roepen, en het in de rede eens sprekers vallen te beletten. De Burg. hergeeft werkelijk den heer R. liet woord doch meerdere Raadsleden spreken nu te gelijk. De heer van de ICasteele merkt aan, dat zoo de Raad al leen had aan te höoren zonder aanmerkingen in 't mid den te mogen brengen het dan maar beter ware, alle zulke verslagen terj inzage op de secretarie le laten leggen,: ZEd. wil die integendeel wel degelijk aanj behandeling hebben onderworpen. De heer Quarles repliceert zeer naïf, dat zulks wel het geval is met rapporten maar geenszins met verslagen. De lieer van de Kasleele schijnt dit fijn- taalkundig onderscheid, niet duidelijk te hebben begrepen. De heer Tadenia spreekt eenige woorden in verzoenenden geest. De Burg. geeft te kennendat als ieder op wiens betrekking de minste aanmerking werd gemaaktmaar da delijk bedankte, er dan spoedig een staat van algemeens wanorde zou geboren worden. Eindelijk zou de heer R. het woord terug krijgen; doch deze ziet er van af, daar zich zoovele stemmen doen hooren die beweren dat de Raad de verslagen van B. en W. wel mag aanhoorenmaar niet bediscussiëren de inlichtingen van heeren Provisoren benevens de réplique van B. en W.worden ter inzage der Raadsleden gedeponeerd- 15. Wordt gelezen het ontslag van den heer F. S. Optenoortals Provisor over het 0. en N. Gasthuis; wordt besloten zulks toe te staan eervol, en on der dankbetuiging, lö. Een schrijven van dames directri ces van 't genootschap voor moederlijke liefdadigheid, met eene opgave der verpleegdenwordt 14 dagen ter visie ge legd. 17. wordt gelezen eene 'missive van Z. E. der Minister van oorlog waarbij het verzoek om eenig kavallerie-garni- zoen wordt gewezen aan de hand. 18. Een verzoek van den. slads-molenpachter G. Albrecht om vermindering, wordt ge steld in handen eener commissie bestaande uit de heeren van Limburg Stirum, Hasselo, de Bas, Nieuwenhuis en van de Kasleele. Hiermede was dc Orde van den dag, volgens 't convocatie- billet, geëindigd; doch wordt ter tafel gebragt: een adres van de Schutterij-tamboers van Zeben en Geriach, wegens achterstallige soldij over de jaren 1832 en 1833; wordt gesteld in handen eener commissie, bestaande uit de Hoeren v. Löben Seis, Quarles, Colenbrander, Dam en Coenen. De Heer Thooft stelt voor en de Heer Quarles ondersteunt, om de Vergadering, wegens hot vergevorderde uur, le sluiten en de stukken, die niet in beraadslaging zijntot eene volgende Vergadering te laten liggen. De Burg. zegt dat er nog 2 ingekomen adressen zijnbonevens een voorstel van bet Raadslid Roosegaarde. De lieer Thooft herneemt dat deze stukken niet op 't convocatie-billct staan. De Heer R zegt zijn voorstel in plaats van 24, reeds 3 maal 24 uren te voren le hebben ingezonden en verzoekt dien volgens, dat deze zaak nog worde af gehandeld. De beide Heeren, die reeds waren opgestaan, om te vertrekken, blijven bij hun gevoelen persisteren doch hernemen hunne plaatsen, op uitnoodiging des Burg. en de aanmerking van den Heer II. dat zij immers voor hel waarnemen hunner betrekking worden behaald Thans stelt de Burg. zelf voor, om de Vergadering te slui ten aangezien de lieer R. zijn voorstel heeft ingediend nadat de"7 convocatic-billetten al waren ingevuld, 't welk donderdags reeds geschied was. De Heer R. repliceert, dat men door zoodanige handelwijze alle stukken die men niet gaarne in behandeling brengt, maar willekeurig van het convocatie-billct laten en dus huiten beraadslaging hou den kan. Op dc interpellatie van den Heer R. nópens de benoeming der zetters1, geschied op voordrngt van B. eh W. .vermeende interpcllantdat zulks door den Raad, diende te geschieden even zoo als dit in andere Gemeenten gebeurt verklaart de Burg. dat deze voordragt niet aan den Raad, maar aan B. en W. behoort: zich hierbij beroepende op art. 120 de Gemeetewet. Op do interpellatie van den Heer Damreeds in dc vorige Vergadering aan den waar- nemenden Voorzitter, den lieer Weill, v. Löben Seis gc-

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

De IJsselbode (1852) | 1852 | | pagina 1