mate do aandacht verdient. Ilet was het koninklijk gunstbe wijs aan den minister Thorbcckc geschonken. 'Een dagblad merkte tcregt aandat dit gunstbewijs even vcrcerend was voor hem, die het verleende als voor hem die het ontving; maar boven alles, mag men er bij voegen, was bet een verblijdend en geruststellend feit voor de natie. Niet, dat wij er zoo hooge waarde aan hechten den man, dien men als de ziel onzer Regering mag beschouwenmet een uiterlijk eerbewijs te zien prijken; niet, dat wij zijne waarde afmeten naar het uiterlijk vertoon van een sieraad op zijne borst, maar het was verblijdend te bemerken, dat het hoofd van den staat, onze geëerbiedigde koning, openlijk zoodanig blijk van goedkeuring aan den man verleende, in wicn de natie groot vertrouwen stelt als de eerlijke uitvoer der der vrijzinnige beginselen onzer Grondweten den handha ver onzer vrijheden ziet: er waren meermalen geruchten uit gestrooid als of -de overeenstemming tusschen het hoofd van den staat en het ministerie niet zoo innig ware als voor het heil des vaderlands mag worden gcwenschldie geruchten zijn door dat geruststellend feit gelogenstraft. Waar dus ook elders, bij volk en regering, de indruk der franschc gebeurtenissen verontrustend mag worden genoemd voor de verlichte vrienden ccner betamelijke vrijheidbij ons, even als in Engeland, hadden zij cenc tegenovergestelde uitwerking. Laten dan vrij een paar fanatieke dagbladen de eer der Nedcrlandsche pers bezoedelen dit zal ons in den stroom der reactie niet medeslepen. R. R. Men schrijft uit Ilagc Er loopt door deze stad een man meteen poppenkast, die, ofschoon hij de zoon is van een beroemd vader, met zijn gezin in hoogst armoedige omstandigheden verkeert en door zijn nederig bestaanmiddel te naauwernood in de meest be perkte behoeften der zijnen kan voorzien. Die man zou, voor cenigc dagencene vertooning hour.cn voor een huis alhier doch terwijl hij zich in hetzelve bevond om ten aan zien van den prijs of den duur der voorstelling te onderhan delen hebben balddadige jongens hem het middel ontnomen om voort te gaan met zijne broodwinningzij hebben het ambulant tooncel met zijnen gchcelen toestel in het water geworpen. liet huisgezin werd hierdoor geheel broodcloos daar de decoration enz. onbruikbaar waren geworden. Ilct voorgevallene kwam echter ter oorc van eene geachte en verdienstelijke tooncelspeelstcr van het Eransche gezelschap, de door haar veeljarig verblijf alhier burgeres gewordene Mad. P. en deze trok zich het lot van den ongelukkigen poppcnkast-vcrlooner zoo zeer aan dat zij hem dadelijk cene ondersteuning deed geworden en, hiermede niet teviedcn, ten zijnen behoeve onder hare medeleden van den koninklij ken schouwburg cene lijst deed rondgaanwaarop weldra voor cene aan de behoeften gecvcnredigdc som was ingeschre ven terwijl de poppenkast ten gevolge van dit voorval, te vens fraaijer dan ooit te voorschijn zal komen, daar ecnige leerlingen-decorateurs nieuwe dccoraticn vervaardigen en de costumier van het tooncel de poppen van nieuween zeker hetere kleeding zal voorzien. De Haagschc poppen-kast zal barer standplaats dus voortaan weder tot eerc strekken. Wij juichen dit toe, niet omdat in deze stad aan poppen en ko mediespel behoefte is maar omdat hier door Mad. 1'. en hare navolgers en helpers een blijk is geleverd van groote liefda digheid, die den hoogst geplaatsten in het vak den op den laagstcn trap geraakten met kracht doet ter hulpe komen. Op aanstaanden Woensdag des avonds te 7 ure zal de op- gcrigtc rederijkerskamer: van der Palm te Kampen onder de zinspreuk: Naar lioogerhare eerste open zitting houden op welke door de werkende leden zal worden voorgedragen: de strijd met Goliath in drie tafereelen van W. H. Warnsink Hz. en Fragment uit het treurspel Jolian JFoulersz van II. J. Schimmel. Men leest in het Zondagsblad: Naar men verneemt is de Hooge Regering thans meer dan immer op cene uitbreiding van het korps marechaussees bedacht. Vooral in dit onderwerp op nieuw in ernstige overweging genomen bij het plan ccner algcmccnc Rijks politie; waarvan een groot aantal tegenwoordige, door het .Rijk bezoldigde beambten, zullen deel maken, die alsdan van uniformen of onderscheidingsteckcnen en van algcmeene Commission tot het constateren van misdrijven van onder scheiden aard zullen worden voorzien. Eenigc dagen geleden verscheen voor den mairc van Mons de heer Duqwcsnc, apotheker, 24 jaren oud, om zijn huwe lijk met cene 59jarige vrouw te doen sluiten. Ofschoon hij liertoe den ongewonen tijd van elf ure des avonds gekozen iad, was cene groote menigte zamcngcvlocidom dit zon- lerlinge bruidspaar te zien, niet alleen door het groot vcr- chil in jaren uitgelokt, maar meer nog door de omstandig heid, dat dit'de vierdemaal was, dat de bruid zich in den echt begaf, en dat haar laatste man, die zijn 2Gstc jaar nog niet bereikt had, zich door zelfmoord van de banden des huwelijks ontslagen heeft. Hare twee vorige mannen waren insgelijks apotheker. Na den afloop der plegtigheid Werden de echtelingen door de menigte, onder den luiden kreet van Leve hel huwelijk! gevolgd. Naar men verneemt is dezer dagen door den heer J. Gal- manaannemer van publieke werken aan den minister van binnenlandsche zaken aangeboden een door hem vervaardigd planmet de daartoe behoorendc tcckcningen tot daarstelling ccner brug over het IJ te Amsterdam waarvan de begrooting is geraamd op ƒ2,700,000. Deze brug zou cenc lengte heb-1 ben van 1000 eu cene breedte van 24 el. Ingevolge het ontwerp zal deze brug van cenc zoo gunstige en kunstmatige bouworde zijn, dat zij hoogst gemakkelijk zal zijn voor rijtui gen voetgangers enz. Zelfs zullen de grootste schepen met volle zeilen onbelemmerd daaronder kunnen doorvaren. De commissie, welke werkzaam is geweest voor het ont werpen van nieuwe reglementen voor het wapen der ruiterij heeft, naar men verzekert, haren arbeid volbragt, derwijze dat hare voorstellen Z. M. den koning ter bekrachtiging kunnen worden aangeboden. Onder de personen die den vrijen toegang hebben tot den heer Lodewijk Napoleon noemt men den bekenden staat huishoudkundigen schrijver Michel Chevalier, die zoo als men weet, een der mede-arbeiders van het Journal des Dêbats is. De genoemde schrijver komt er onbewimpeld voor uit, dat de welvaart der volksmenigte door hem boven alles wordt gesteld, en dat hij in het tegenwoordige Hoofd der Republiek den man ziet, welke boven anderen die welvaart zal kunnen bevorderen en op hechte grondslagen vestigen. Vroeger had hij gedacht, dat de rcpubliekeinsche regeringsvorm daartoe geschikt was; doch de ondervinding der laatste jaren heeft hem van gedachte doen veranderen. De minister Pcrsigny bezocht voor eenige dagen de salons van graaf Mold, die juist zeer druk bezocht waren. Toen de minister aangediend was, en binnen trad, ontweek een ieder zoo haastig mogelijk zijne nabijheid. Het was hem dus gemakkelijk den gastheer te bereiken, die door een ligten aan val van voeteuvel aan zijne plaats gebonden was. «Hoe vaart gij, graaf?" vroeg de minister. tZoo als gij zien kunt; ik kan niet weg, anders deed ik even zoo als al de vrienden;" was het antwoord. De Heer Persigny deed als of hij de bedoeling noch het gemeesmuil der aanwezigen begreep. Weinige oogenblikken later was hij verdwenen. EENE VS1AAG. Uit do -discussiën omtrent den census der patentpligtigcn tot kiezers voor de leden van de kamer van koophandel en fabrijken in den Gemeenteraad te Deventer, schijnt het, dat men te dezen opzigte een werkelijk verschil maakt tusschen fabrijkanten en trafijkanlenen men de eene wél en de an dere niet onder de kicsbevocgden wil rekenen. Wij beken nen dat wij deze onderscheiding niet begrijpendaar toch, zoo wij mecnengenoemde Kamers gerekend worden de belangen der gansehe nijverheid (behalve die van landbouw) te omvat ten. Men weet dat de oude staathuishoudkundigen die in fabrijk-, handel- en landbouw-nijverheid onderscheidden; welke onderscheiding echter zoo willekeurig en onnaauwkeu- rig is, dat zelfs Say zegt, dat alle takken van nijverheid tot één geheel moeten gebragt worden. Daar de landbouw echter zijne eigene vertegenwoordigers heeft, of pleeg te hebben, en die misschien ook minder bij de genoemde instellingen te huis hoort, zou men dien met eenige reden kunnen uitsluitendoch overigens zouden wij gaarne willen weten hoe hier onderscheiding tusschen fabrijk en trafijk te pas komt, en op welke gronden die steunt. Wij hopen van onzen liberalen Raad nietdat hij tot be krompen en solistische uitleggingen zal vervallen. BRUSSEL25 Januarij. De laatstelijk in Frankrijk genomene maatregelenbetref fende de eigendommen van het geslacht van Orleans, hebben ook hier te lande een diepen indruk gemaakt, en doen ver-

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

De IJsselbode (1852) | 1852 | | pagina 2