adveriehtiéiv. (is) ISaadlsvefgatflcrifiig te i$eveatcr, Maandag 19 Januarij 1S52. de onderscheidings-plaatsenals voorrang, aan de Regeriqg wil laten behouden ten eenenmale zwak te zijn zoodanige prioriteit, als de Commissie bedoelt, komt, zoo al op andere bepaalde plaatsen, toch zeker nooit in Gods bedehuis te pas, ■waar het geheel in den geest van 't Christendom isdat allen, die daar te zamen komen, belijden voor God gelijk te zijn, en in de aan Hem gewijde tempels zelfs geen schijn van wereldlijke prioriteit, zoo als ik mijn voorstel mij uit drukte, bestaanbaar is. Mogt onverhoopt de meerderheid van den Raad zich met het rapport der Commissie vercenigen dan zou het blijken, dat die meerderheid, even als de Commissie, nog weinig in bedoelden Christelijker) zin is doorgedrongenen alzoo ook hare gewilde prioriteit tot zelfs in de kerk weDscht te doen gelden Wat aangaat het argument: dat de Grondwet adeldom, Ridder-ordensCensus, enz. kent," nergens spreekt die Grondwet van kerk-zitplaatsen voor den adel, de Ridders of hen die zekeren Census betalen. Wijssclijk hield de Grond wet kerk en Staat gescheiden, en zouden wij*dan nu, con form de conclusie der Commissie, een Raadsbesluit nemen waarbij die scheiding werd opgeheven en vernietigd, en onze gemeente terug zoude keeren tot den onzaligen toestand van voor het jaar 1795? Dit zij verre! Verder zal het bezitten van gedistiDgueerde plaatsen i nuttig mogen genoemd worden, om dat het de achtbaarheid van het plaatselijk Bestuur moet verhoogen?" Waarlijk M. H. de Raad, die zulke hulpmiddelen noodig heeft, om zich zelf te achten, jooet wel op eencn lagen trap van verstandelijke ontwikkeling staanof zijne innerlijke onwaarde ten vollen beseffenen meent men door de gewcnschte zitplaatsen de achtbaarheid in het oog van anderen te vermeerderen, dan stelt men dc natie met zich zelf gelijkals of deze zich vertegenwoor digers koos om der ijdclheidswille, of niet gevoelde, dat die vertegenwoordigers periodiek aftreden en ZIJ dan geroepen wordt hennaar ieders handelingente herkiezen of anderen in hunne plaats te benoemen. Maar het behoud der zitplaatsen wordt dienstig geacht op dac de Leeraarwanneer hij bij gelegenheid het woord tot de hoofden van de »Burgeiijkc Gemeente wenscht te rigtcn, dit met voegzaamheid kunne doen?" Doch .hierop vraag ik eerstens: zoude het dan niet noodzakelijk zijn, dat ook bij andere gezindten die gelegenheid voor den Leeraar openstond en zou men er dicnsvolgens niet toe moeten over gaan om ook zoowel in andere Christen-kerken als in dc Synagoge zich dergelijke gedistingneerde zitplaatsen aan te schaf fen En, ten anderen, welken schijn moet het geven wanneer de Leeraar op die bepaalde plaats het Burgerlijk Bestuur zoekende, die geheele Bank eens ledig zag of wel dl Banken door onbevoegden bezet waren? (iets wat toch ge beuren kan of liever kan de Leeraar in een bijzonder kerk genootschap wel eene Burgerlijke autoriteit vinden en aan spreken, die toch als zoodanig gecne bepaalde Godsdienst belijdt? Ik heb de argumenten der Commissie geréfuteerdMijne Heeren.' en, zoo ik hoop ontzenuwd; nog oen punt blijft er over: »de Commissie wenscht die Zitplaatsen te behouden omdat ze bestaanGingen de argumenten der Commissie op, dan zouden die voor iedere Gemeente geldenen dan zou het wenschelijk zijn, dat door iedere Gemeente in ieder Godshuis raadsbanken werden daargesteld. Immers het zou, volgens de Commissie, ook in die andere Gemeenten, waar ijii geene B.aads-zitplaatsen zijn, de achtbaarheid van den Raad verhoogen, en nuttig en dienstig zijn. Neen, Mijne Hee ren I de andere Gemeenten zijn nooit zoo dwaas geweest, om gemeente-fondsen te besteden tot het verkrijgen van Raads banken, of hebben die ijdele praalzucht reeds vroeger aan een welbegrepen belang opgeofferd. Laat ons ook ten spoe digste dit voorbeeld volgen en er toch niet mede zuimen, om een kapitaal dat jaarlijks circa f250 kan afwerpen, door de Kerk-zitplaatsen te verhuren, productief tc maken voor ons geliefd Zutphen, eene Gemeente die reeds vijf honderd gul dens, voor het presentie-geldaan den Raad betaalt en waarlijk niet zoo rijk is, dat zij niet alle hare inkomsten be hoeft, om de noodzakelijke uitgaven tc bestrijken.' Ging deze reden door dan zou/Jen de ouden en jongen van da gen, de armen en rijken., dc godvrucliligen en goddeluozendc ver schillende nia^tspbpppcJjjke^ betrekkingen en beroepen enz. enz. enz. ook aIje afzonderlijke, plaptsen moeten hebben't geen., daar die, in eene. zelfde leerrede vaak weer, uit een ander, oogpunt beschouwd en aangesproken worden, een wonderbaar gemanoeuvreer cn gecvojutioneer in de kerk zou geven; waarbij niot minder cxccroiUe en tactiek zou noodig zijn dan. bij dp P r, u i ssjs c 1 ie solilotcnj ten zij.men bet zoo wi&t in. te: rjgkendat, die. evpJuligs ep..groeperingen^ d.o.Qr- middel: van schar rep,, op, de. manjpr van bet, Npprepberger speelgoed.,, konden geseliieden., welke schar,en dan door den koster in beweging gebragt konden worden. (Noot.van een voorstander van 'lick zuivere Christendom.) De ondergeteekende heeft de eer te berigten ,mals dat hij nog blijft uitgepakt, met zijn fraai assortiment MOöERATEUK- en andere liAUIPEjW tot aanstaanden Zaturdag, en dezelve tegen veel verminderde prijzen zal uitverkoopen. Zij zijn ter bezigtiging bij de Wed. BURGERS, in het Logement het Rad, aan de Groenmarkt te Zutphen. Alle Leden tegenwoordig, behalve de II. II. van Doorniock en An- kersmit. Dc Notulen der Vergadering, gehouden den 12 Januarij j.l.worden gelezen. De lieer Jonckbloet daarop zijne aanmerkingen mededeelende, meent, dat, ten aanzien van liet adres van den Koning, over de rigting van den Electro-magnelischen telegraaf, (zie IJsselbode van IS Januarij, No. 4) is besloten, dat aan liet collectief Collegie, en niel aan de Le den van de 2e Kamer der Stalen Generaal, dus officieel en niet offici eus, een afschrift zal worden ingezonden, zoo als in de Notulen is op genomen. Dc Voorzitter repliceert, dat [liet noodig is, bij het zenden van een afschrift aan de Kamersdit ook aan de Leden te doen. Dc heer Wcrnink zegt, dat hel idee der Commissie is geweest, aan ieder Lid een afschrift te zendenlen einde men kennis neme van den inhoud en liet niet ter griffie begraven worde; dat zulks door haar is voorgedragen en juist in dc Notulen is opgenomen. Daar zulks ook blijkt uit het Rapport zelf der Commissie, dat wordt nageslagenneemt de lieer Jonckbloet zijne aanmerking op de redactie terug. De Notulen, daarop in rondvraag gebragt, worden gearresteerd. Gelezen een besluit van Gedep. Staten, houdende medcdeeling ccner missive van den Minister van Binnenlandschc Zaken met toezen ding van een afschrift van 's Konings besluit, betreffende de invoering, wijziging of afschaffing van Gemeentebelastingen, wordende dc afschaf fing der plaatselijke belasting op bet gcslagt en der heffing van opcen ten op dat middel, alsmede de beding van verhoogde opcenten op de Grondbelasting (zie Vergadering ven 3 November 1851 No. 3) daarbij goedgekeurd. De Voorzitter maakt dc opmerking, dat in het Kon. be sluit niet gesproken wordt van de voorgestelde heffing van opcenten op de Personele belasting, doch dat zulks welligt niet geschied za! zijnuithoofde de tijd voor het opmaken der kohieren nog cenige ruimte laat. Wordt gelezen een concept-besluit, houdende: a. dat dc gemeentebelasting en opcenten op het géslogt met I Fe- bruarij eerstkomende zullen gerekend worden .te zijn afgeschaft; bdat overigens alle hiertoe betrekkelijke bepalingenbij onderschei dene raadsbesluiten gemaakt, van kracht blijven; c. dat B. en W. worden gcmngligd aan dit besluit devcrciscb'fe uit voering tc geven. Dc lieer G. E. Jonlcns kan zich met dit vooi'slel zeer goed vereeni gendoch zou, voorzigtigheidshalvchet wenschelijk achten, dat mca zich verzekerde, dat ook de aangevraagde verhoogde hefling van opcen ten op de Personele belasting wierd toegestaan alvorens liet tijdstip der afschaffing ccncr beslaande belasting bepaaldelijk vast te stellen. De Voorzitter geeft tc kennen ziel» onder 's hands hierover tc heb ben geïnformeerd, en dat er te Zwolle het idéé beslaat, dat die autori satie zal volgen; dal hij ook meent dat liet dienstig is daaromtrent ech ter een nader onderzoek te doen maar dat dit best aan B. en W. kan worden overgelaten die zich bepaaldelijk kunnen beroepen op den uit- gedruklen wil van den Raad om zoowel de hefling der opcenten op de Personele als Grondbelasting tc verhoogen. Spreker zal in het collegie van B. cn W. op zoodanig onderzoek aandringen. Het voorgedragen concept-besluit is daarop conform aangenomen. 2. Wordt gelezen een besluit van den Commissaris des Konings, houdende medcdeeling ccner missive van den Minister van Dinnenl. Za ken, over den census in hel Palenlregt voor dc Leden der Kamer van Koophandel. Dc Voorzitter toont aan, dat het ccnc zaak is, waarbij groote haast is, cn stelt voor eene Commissie van 5 Leden tc benoe men, met verzoek dc Vergadering spoedig te dienen van praendvics. De beer van dc GraafF vraagt, of er ccnc plaats in Overijssel is, waar dit reeds is geschied? De Voorzitter bemerkt, dat liet besluit van den Commissaris des Ko nings aan alle gemeente-besturen gelijktijdig is toegezonden. Dc heer van Delden oppert het denkbeeld, om tc dezen aanzien, liet advies in tc winnen van de Kamer van Koophandel. De Voorzitter oordeelt dit onnoodig, uithoofde de zaak daardoor te lang zou worden opgehouden, en dc Commissie kan worden zamenge- slehl uit Leden, die evenzeer met handélsbelangeh bekend zijn. De lieer van Dclden herneemt, dat de Kamers van Koophandel on derling corresponderen, en dc eenheid zou bevorderd worden, door liét gevoelen der hier beslaande Kamer in te winnen,. Dc Voorzitter repliceert dat, die éénheid door Gedep. Staten kan wor den tc weeg gebragt; dat licl hier geen handelszaak geldt, cn acht het dus niet noodzakelijk dc Kamer van 'Koophandel hierop tc lióorcn. Dc heer van Dclden zijne aanmerking hiel als amendement verlan gende voorgedragen te zien en dc Vergadering zich met het voorstel vcreenigende, benoemt dc Voorzitter tot. Leden dier Commissie dc II. II. BuUcmvenff,, Binkhorst, Piekcma y Ankersmit en Wcrnink. Hierna wordt dé Vergadering gesloten. Ter Boekdrukkerij van A. TER GUNNE C°.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

De IJsselbode (1852) | 1852 | | pagina 4