Ding-sdag* 20 Januarij 18S2. NIEUWS- EN ADVERTENTIE-BLAD. X°. 6. SWOllE, DEVENTER, ZETPRENAPELDOORN. Dit blad verschijnt geregeld iedereo DINGSDAG en ZATURDAG. De prys van belde is voor Zwolle Deventer Zutphen eD Apeldoorn f 1.25 in de drie maandenoveral elders franko per post f 4.50do Dingtdag- of Zaturdag-cditie afzonderlijk voor genoemdo plaatsen To centelders 87'/j cent. Alle postkantoren nemen bestellingen aan. De ptijs der Adyertentiën is van één lol vijf regels 50 centen 10 cent voor eiken meerderen regelbehalve 55 cent zcgelregt bij iedere plaatsing. De Adverlentien moeten vóór Dinggdag middag 12 uuren Vrijdag namiddag 4 uur ter Drukkerij te Devcnlcr zijn ingezonden. Alle toezendingen voor dit blad bestemd moeten franko geschieden betzij door bemiddeling der Postkantoren, of te Zwolle bij W. E. J TJEENK WILLINK; Deventer A. TER GUNNEZutphen J. II. MEL LINKApeldoorn A. M. DE JONG. De Algemeene Synodale Commissie (steeds ijverende om het kwalijk begrepen eigenbelang over het algemeen belang te doen predomineren) heeft een adres aan de 2e Kamer inge diendhoudende bedenkingen tegen het ontwerp van wet op het armwezen. Zij verzoekt daarbij het volgende: dat het regt van eigendomten behoeve der gemeenten, voor het tegenwoordige tegen miskenning gehandhaafd, en voor de toekomstzooveel dit bij de wetgeving geschieden kantegen schennis gewaarborgd worde; dat het vrij en zelfstandig beheer onzer Kerk erkend en in bescherming genomen worde; dat onze kerkelijke instellingen van weldadigheid niet in staats- armbcstuur begrepen wordendat art. 1 van de concept- armenwet in dien zin gewijzigden de overige inhoud der wet met die wijziging in overeenstemming gebragt, of dat tnders - de armenwet niet aangenomen worde; dat alzoo de irondwet van het Koningrijk der Nederlanden, bepaaldelijk artt. 2 en 147, art. 170 en art. 195, getrouwelijk nageleefd worden. Wij achten deze zaak belangrijk genoeg, om het volgende uittreksel uit het Tielsch weekblad daaromtrent mede te dcclen «Wij hebben in het vorige jaar, nog al eenigzins breed voerig, de kwestie der Armen-verzorging behandeld, vóór dat de project-wet van het Ministerie bekend was. Wij hebben op den voorgrond gestelddat er orde en regelmaat behoort tc komen in de verdeeling der giften, die, in ons land, zoo ruimschoots worden gegeven, tot verzorging der armen. Het bedrag dier bedoelingen bedraagt Millioenen die telken jare worden geworpen in een zinkputzonder ander gunstig gevolg dan dat men eenige menschen iri het leven houdt. Hun lót wórdt niet verbeterd, hunné armoede blijft dezelfde, enbij buitengewone omstandighedenmoet het Algemeen Bestuur tusschen beide tredenof al dé gegevene Millioenen zouden niet in staat zijn een aantaal ohgelukkigen van den hongerdood te bevrijden. Voor iederen onpartijdige is het dus blijkbaardat ecne regeling hoog noodzakelijk isdat het meer dan tijd is ge worden aan zoo veel wanorde en aan zoo vele ondoelmatige handeligen, (om geen ander woord te gebruiken) een einde te maken. Wij hebben gezegd voor eiken onpartijdige", en wij hebben dat daarom; gezegd, omdat zich van zoo vele zijden stemmen verheffen, tegen het wetsontwerp, van de zoodanigen die niet onpartijdig zijn. Wij wensc.hen niemand te kwetsen en toch zal ons woord, misschiendezen of genen te hard voorkomen. Maar s de waarheid boven al dat is onze leuze.. Wie zijn het, in het bijzonder, die zich laten hooren in dagbladen en vlugschriften? Het zijn de Geestelijker?. En hóe wel men nu wel zegt, dal de Protestanten gecne Gees telijken hebben, zoo valt het echter niet te ontkennen, dat onze Predikanten in het algemeen nog al gaarne gezag wcnschen uit te. oefenen even als of zij Geestelijken waren. Zij zijn door de project-wet min of meer in hun gezag gc^ fnuikt, en h'ct denkbeeld, dat zij rekenschap zullen moeten doën aan hqt'.Burgerlijk Bestuur van sommige hunner ham delingen, Hindert hén, boven mate. In den striksten zin genomengelooven wij nietdat de Predikanten iets te maken hébbén', regtensmet de Diako- niën. De Predikanten zijn Voorzitters in den Kerken-Raad maar de Armenverzorgers, hoewel tot den Kerken-Raad behoorende, hebben een eigenen, zelfstandigen en onafhanke- lijken werkkring: althans zij moesten dien hebben. Wanneer dus nu de verschillende Diakoniën zoo bitter schreeuwen, dan zijn het eigenlijk niet de Diakenenmaar het zijn de Predikanten, die zich het gezag, op deze en gene plaatshebben aangematigd over de Armenverzorgers die hunne jammerklagten doen hooren. De Burgemeester zal een toezigt krijgendat hun ontno men zal worden. Ziet, cTat is krenkend voor den (wij wil len niet zeggen geestelijkenhoogmoed van velen Dat wij ons niet bekommeren over het geteut van den Nederlanderspreekt van zelf. De mannen, die zoo gaarne weder heerschen zouden in den staat en die zoo gaarne we der de Dissenters, dat zijn de on-Dortsche Christenen, zou den verbannen of gevangen zetten, worden tureluurs als zij er van hooi en dat de staat zich wil bemoeijen met de zaken van de kerkzoo als zij dat noemen. Het is maar- te vreezendat sommigen ons zullen be schuldigen van ketterij, of van Godsdienstloosheidzooals vader Groen dat noemt. «Fais ce que doisavienne que pourra.v Oiilwerp vftu de niewwc Fransche Constitutie. »Aan het hoofd der Republiek staat de Keizer. Iiij voert alles uit, wat hij wil. Hij is verkozen voor den tijd van tien jaren cn is later onafzetbaar. Hij benoemt, zoodra hij, verkiestzijn opvolger, die, on- middelijk na den dood des keizers, Frankrijk in staat van beleg verklaart, en zich teu minste door 7,000,000 stemmen v$n het Souvereine Volk doet goedkeuren. Dc magt des Keizers is beperkt door zijn eigen wil. Voor alles, wat hij doet, is hij voor zich zei ven verant woordelijk. Dc Keizer heeft gecne civiele lijst. Er wordt met het begin van elk jaar een crediet geopend ten behoeve van het Hoofd van den Staat. Het bedrag van dit crediet bepaalt hij zelf aan het einde des jaars. Hij bcnoenit en ontslaat alle burgerlijke en militaire ambte naren volgéhs de wetten die hij zichzel'ven voorschrijft. De Keizer draagt zorg, dat dc Republiek ccn en ondeelbaar Blijft: -

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

De IJsselbode (1852) | 1852 | | pagina 1