Fratfiselie keiéers.
ATJïE,
gen voeden, dat wij, met een paar andere bevoorregte
volken meer, het voorbeeld aan de wereld zullen blijven
geven, dat eene redelijke en regelmatige vrijheid niet alleen
met de orde bestaanbaar ismaar haar [integendeel ver
sterktdan zal ons vaderland ook thans weder, gelijk in
vroegere eeuwen vóóraan staan in vrijheidsmin en zelfstan
digheid, en daardoor onberekenbaren invloed oefenen en win
nen in zedelijke kracht zoowel als in tijdelijke welvaart.
Laten wij ons echter in 1852 gelijk vroeger, het voorregt
dat wij genieten, de vrijheid en zellstandigheidwier altaren
wij vcreeren, waardig bctoonen. De liberale partij toonc
zich eene degelijke Regeringspartij en geve zich niet bloot
nu dc algemeene stroom haar tegenloopt, en de kansen rooi
de reactie gunstig staan. Gematigdheid en orde blijven hare
leus,* eene vrijzinnigheid die opbouwt en ontwikkelt, niet
die afbreekt en sloopt, zietdaar het Rcgeringsbeginseldat
ons op den laatsten dag van dit jaar 1852even als op den
eersten, met welgevallen op ons dierbaar vaderland zal doen
nederzien.
't Is nog wel bekendhoeveel geloop cn geniaal W illem
II, kort na zijne troonbcklimm.ngvan priesters en pastoors
heeft gehad. Zij meenden hem naar hunne hand te kunnen
zetten,° en hadden van alles te bestellen. Eindelijk verveelde
het hem, en gaf hij hun zeer beleefdelijk zoowat afjagt.
Nu zijn zc in Frankrijk er, even dito, voort weer bij. Dc
president Napoleon had" hun 't voetje geklouvvd en hen in
den arm genomen. Knap, willen zij nu de vrijmetselaars
daar onder de voeten hebben.
Men moet ook zeggendat zij verstandig doen troost bij
de opgaande zon te zoeken. Want hunne goden springen
met hen om, als de kat met de muis; gevende den paus in
last om vrijmetselaars, raisonneurs, boekdrukkers, protestan
ten materialisten duitsch-catholijkcn liberalen smcussen
straussianenphilosophenspotvogelsen alle ander soort
van bokkepooten na te rijdenals bewerkers van commu
nisme en demagogie; terwijl zij tevens den paus al dat ge
spuis voor dc oogen doen dansen. Bidden en flikflooijen helpt
niet. Dus, aan nieuwe vorsten zal waarschijnlijk met meer
vrucht, dan aan oude goden, de ongepastheid van zulue on
hebbelijkheden kunnen worden onder 't oog gebragt.
Aanvulling van het Verslag der Raadsvergadering op den
13 December 1.1. door dc Zutph. Cour. in 5 regels medege
deeldwelligt was er te veel plaats noodig voor den open
brief van A. Gerritsen.... doch in haar No. 8 van 1850 ver
dedigde zij zelfs wel eenen Görgcij
Een uit alle standen en zelfs voor dc zaal te talrijk opge
komen publiek woonde deze Zaturdag-avond-zitting bij. Het
Concept-Reglement van Orde werd meer gewijzigd dan men,
de elementen van' den Raad in aanmerking genomen, had
mogen verwachten; doch er waren ook slechts 12 Leden
aanwezi". Het gelukte alzoo, dat uit de respectieve araan-
dementen der Heeren Roosegaardevan de KasteelcHassclo
cn Dam werd aangenomen: dat de geloofsbrieven altijd eerst
in handen eener Commissie zullen worden gestelddat de
eewone Vergaderingen op Maandag, in plaats van 's Vrijdags
worden gehouden; dat die op 5 publicatie-borden en in eeiie
der binnen dc Gemeente uitkomende Couranten moeten wor
den geanonccerd; dat de plaatsing der Raadsleden jaarlijks
door hel lot zal worden aangewezen; dat in iedere Vergade
ring ook het lot de orde van stemming bepaalt; dat niet alle
dc Raadsleden naar de rei af spreken moeienmaar slechts
zij, die daartoe het woord verlangen; dat dc Raad, bij ont
stentenis van den Secretaris daarin voorziet, zonder voordragt
van Burg. en Welhoud.; dat bij het tot dc orde roepen van
eenigen spreker geene vermaning van den Burgem. voorafga;
dat niet de Burgem.maar de Raad voor meer dan 2 malen
over één zelfde onderwerp, het woord vergunt; dat geen
zich uit de Vergadering absenterend Lid het presentiegeld
verbeurt; dat de stembriefjes in een blikken bus, in plaats
van in eene flesch worden gedaan; dat de Raadsleden steeds
toegang hebben tot het archief; (uitgezonderd dat van Burg.
en °Weth.) dat de Commissiën slechts des verkiezende dooi
den Secretaris worden bijgestaan en dat dit Reglement van
Orde binnen 2 jaren moet worden herzien. Uit dc amande-
menten der genoemde vier Heeren wordt verworpen; dat
slechts 3 Leden in plaats van 5 noodig zijn om te verlangen,
dat de Raad en niet de Burgem. eene Commisse benoeme;
dat bij dc annonce der te houdene Raadsvergaderingen, te
vens de onderwerpen worden vermeld; (de Burgem. meent
dat zulks nergens in gebruik is, maar wij zeggen: de Haar-
lemschc, Leidsche, Rotterdamsche en andere bladen getuigen
van het tegendeel) dat de zittingen, om des publicks wille,
des avonds zouden gehouden worden (de Burgemeester geeft
te kennen, dat 'inch het publiek niet behoeft °uit te lokken
daar het anders om de politiek zijne eigene zaken zal ver-
waarjootcn cn dat het al mooi genoeg is zoo het er komen
mag; <le Heer Wcth. van Löbcnscls begreep ook niet, wat
het publiek hier eigenlijk te maken had daar het toch niets
in te brengen heeft - bij de Verkiezingen was dat wat an
ders. - (Hoe genadig! - De Heer van de Kastcele noemde
uitdrukkingen dan ook zeer ongepast: - wn ook en
wel luidcnsdie hidcuse Gemeentewet!) Almede wordt 'ver
worpen dat in de notulen, zoo al „iet de afgestemde opne
ming der aangevoerde motieven ródr of legen, dan tocli de
zakclyke redenen worden opgenomen waarom cenig Lid ver
klaart: zich met een genomen Besluit niet te kunnen vereeni
gen; (vele voorbeelden van het hieruit profluërend ongemak
woiden, dit spreekt, te vergeefs bijgebragt) dat de Raad
toegang hebbe ook tot het "verbaal van Burgem. cn Weth.
e i CC-1.. hoosegaarde voert aan dat zoodoende alle corres
pond en tien voor den Raad bedekt blijven, en hij immers zelf
buiten die nooit had te weten gekomen alle de aangewende
middelen om den Heer W. van Hecckercn (neef des Burgem.)
ter Secretarie geplaatst te krijgen, op eene bezoldiging van
ƒ000, onder den titel van 2de Commies, waarvoor men dien
van adjunct had verlangd, enz.. Wij geiooven dan ook dat
de Minister, die zoo vele geheime deuren heeft opengetoo-
veid, achter welke het algemeen belang in eigenbaat werd
omgemunt ot deerlijk gealliotêerdvrij minder de openbaar
heid schuwt, zelfs van Z.Eds. vrij meer belangrijk departe
ment). Eindelijk wordt nog, opzigtens de toehoorders ver-
worpen het voorstel om in steile van: »de voor hen bestemde
plaatsen," het woord zitplaatsen' aan te némen. (Maar....
voor ongenoodigdc gasten, ook nog gereglementeerde zitplaat
sen? Allez Farceurs, dat rijmt nu immers wat al te gek!)
Vrees voor plaatsgebrek noopt ons te eindigendoch het
vervolg hierna.
gehouden over de beruchte Nieuws lads poor ter-muur te Zul-
plien daags na kermis.
Jan. Wel Piet! heb je de krant van Zaturdag ook gelezen?
Piet. Je weet Jan! ik lees anders geen' kranten, ik lees
liever onzen Bijbel, maar ditmaal ja, omdat ik er zoo veel
van gehoord heb, en je wilt zeker vragen, of ik dat be-
leedigende stuk tegen ons waardig Raadslid den Heer R.
over die belabberde muur heb gelezen?
Jan. Ja juist: ik begrijp niet, hoe die jonge metselaars-
baas dat schandstuk heeft durven teekenen want ik geloof
nooit, dat hij het zelf gemaakt heeft, cn die muur? ik
heb er weinig verstand van; maar zc ziet er, dunkt mij,
voor nieuw werk al heel ellendig uit; ik geloof dat de Heer
R. het hem zeer kwalijk zal afnemen.
Piet. Och neen! dat geloof ik niet; want zie hier de krant
van van daag, daar vindt ge door 3 deskundigen verklaard,
en die dit des noods met eedc willen bevestigendat de
muur in verscheidene deelen niet aan het bestek voldoet. Dit
is immers voor den Heer R. cn dc ingezetenen genoegwij
weten bovendien wel waar de schoen wringt. Gister las
ik toevallig in de spreuken van den wijsten der koningen
daar viel mijne aandacht zeer bijzonder op het 10de vers van
Hoofdstuk 20. Leest dat eens, en laat ons over de muur nu
verder zwijgen.
Jan. Neen; zeg me liever maar, wat daar staat.
Piet. Daar staat geschreven de Grooten doen een iegelijk
verdriet aan cn huren de zotten en huren de overtreders.
ElaaSsIsosadÊssg zoaiiïïea» GeM csa ÉocHa ie duas».
«Manlief, wat wilt gij heden middag eten?" vroeg een
jeugdig vrouwtje. «Een lachje van u, mijne waarde!" was
hot antwoord van den vrij karigen maar zeer galanten echt
genoot; «daarvan kan ik wel een' dag leven. «Ja, maar
ik niet," hernam zij. «Nu neem dan dat," zeide de man,
gaf haar eene kus, cn ging naar zijn kantoor. Hij kwam
tegen het middagmaal naar huis deed, ondanks zijne galante
ligtverzadigdheidruime eer aan het diner, en zeide, terwijl
hij een heerlijk stuk gebraden vleesch opsneed: DZiedaar
een uitmuntend gebraad; wat hebt gij daarvoor toch wel
betaald? «Hetzelfde wat gij mij heden morgen geven hebt,
liefste!" Zoo zoo!" hernam dc manj, met een zeer bedenke
lijk gezigt dan wil ik u toch in 't vervolg liever huishou-
dengeld geven."
EENE KONINKLIJKE AANSPRAAK.
In de History of England van Lord Mahon lezen wij
George II, eens vernomen hebbende, dat een onbeschaamde
boekdrukker stond gestraft te wordenomdat hij eene ver-