werd omschreven: „zijnde van lazuur (nl. het schild) beladen met
een klimmende leeuw, houdende een bloemstruik in deszelfs voor
ste klaauwen, alles van goud". Het zegel van 1796 werd dus het
wapen van 1816 en de leden van de Hoge Raad van Adel hebben
de brummeltak blijkbaar voor een bloemstruik aangezien.
Het marktplein in het dorp Brammen was vroeger een bleekveld,
waarvan de inwoners vrij gebruik mochten maken. Dit plein ziet er
nu, met zijn mooie gazons en bloemperken heel anders uit en is wel
eens de parel van Brummen genoemd.
Enkele namen herinneren nog aan de oude havezathen als „En
gelenburg", „de Rees", „Spaensweerd", „de Wildbaan".
Aan de gildetijd doet nog denken het Sint-Jansgilde, een schut
tersgilde, dat in 1611 werd opgericht. De zilveren vogel van het
Sint-Jansgilde is in 1611 vervaardigd en wordt nog ieder jaar ge
bruikt bij het vogelschieten op kermismaandag. De schutter, die
Koning is geworden, krijgt de zilveren vogel op de borst hangen
en met dit ereteken versierd trekt hij, aan het hoofd der schutters
van de vogelweide naar het dorp.
Eerbeek, Hall, Oeken, Tonden, Empe, enz. behoorden vroeger
tot de z.g.n. Marken of Maalschappen, een gemeenschap, die zeer
Voorbeeld van moderne scholenbouw in de gemeente Brummen.
De openbare lagere school te Leuvenheim.
15